Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Herinneringen van Noord
Musiceren is gevaarlijk (3)

Gevaarlijke sporten zijn - dat valt tenminste dagelijks via de media te vernemen - bergbeklimmen, auto- en motorracen, parachutespringen en krokodillenjacht met pijl en boog. Musiceren valt hier niet onder. Musici, zo is de algemene overtuiging, beoefenen geen gevaarlijke sport. Na meer dan dertig jaar podiumervaring meen ik dit echter met gegronde reden te mogen betwisten. Musiceren buiten de knusse beslotenheid van de huiselijke kring is niet alleen gevaarlijk... het is zelfs bloedlink.

door Herbert Noord, 1 april 2005

Het derde verhaal (lees hier het eerste en het tweede) om mijn stelling te bewijzen speelt zich af aan het eind van de tachtiger jaren in een lieflijk Noord-Hollands dorpje. Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen wel eens een enkele maal op te treden ter gelegenheid van een bruiloft, receptie of spreekbeurt met muziek na. In al deze gevallen word ik uitgenodigd door een liefhebber van hetzij orgelmuziek hetzij jazz of soms een combinatie van beiden. Ondanks mijn tegenwerpingen willen deze vaak redeloze fanaten van geen nee horen, zij denken de aanwezigen een dienst te bewijzen met het ten gehore laten brengen van onze muziek. Een gruwelijk misverstand. De muzikale smaak van de gemiddelde feestvierder bevindt zich op een niveau, waaraan de kattendarmenbewerker André Rieu een fors belegde boterham verdient. Ter compensatie van het aankomende te doorstane leed, laten wij ons flink betalen maar helaas weegt zelfs een forse duit in het zakje in de meeste gevallen niet op tegen de met een dubbele tong gedane verzoeken om de 'Voogggheel tjesss dddansss'.

Hoewel de meeste musici bij moederlijke types vaak gevoelens van bijvoeding oproepen, organisten uitgezonderd, moeten zij toch eten en dus schnabbelen en dus af en toe werk aannemen waar zij op het moment van 'ja' zeggen al spijt van hebben. Dat gold ook voor de bruiloft in dat Noord-Hollandse dorpje waar wij, saxofonist, drummer en organist, geacht werden ter opluistering van de feestelijkheden enige vrolijke klanken ten gehore te brengen. Door een misverstand omtrent de aanvangstijden, waren de drummer en ik al enige tijd aan het muzikaal behangen geslagen voordat de saxofonist arriveerde. De stemming waarin de juist gearriveerde saxofonist verkeerde, viel met de beste wil ter wereld niet als opperbest te omschrijven. Ondanks een verre van imponerend figuur, hing er een forse donderwolk rondom zijn door beginnende kaalheid geteisterde kruin. Was dit te wijten aan het verkeer, aan een met het verkeerde been uit bed stappen of aan de confrontatie met een echtgenote die op hoge toon uitleg had gewenst over de blonde haren op zijn colbertje? Wij zullen het nooit weten.

Feit is dat hij direct de toon zette met een ferme uitroep: "Wat is dit hier voor een duffe troep? Daar zullen wij eens even wat aan doen." Hij voegde direct de daad bij het woord, zette zijn saxofoon aan de lippen om vervolgens aan het fraai glimmende instrument een aantal klanken te ontlokken die bij de ons helaas te vroeg ontvallen Albert Ayler een glimlach rond de lippen zou hebben gebracht. Die glimlach kwam er niet op het gezicht van de vader van de bruid, een gezette vijftiger die de behoorlijk belegde boterham had verdiend met het uitbenen van varkens en ander voor de menselijke consumptie gefokt vee. "He, jij daar met die toeter, ken je niet spele? Ben je ziek of ben je een speenvarken aan het kele?" Deze laatste opmerking getuigde van kennis van zaken, maar bracht de saxofonist alleen maar tot nog woestere uithalen.

De bruidegom, op wiens wens wij aangetreden waren, vond deze inmenging van zijn luttele uren geleden verworven schoonpapa niet ter zake doende. Gesteund door een reeds geconsumeerde forse hoeveelheid alcoholica wees hij de verwekker van zijn eega in duidelijke bewoordingen terecht. Hier werd binnen tien minuten meer kunst ten gehore gebracht, dan schoonpapa in zijn voorafgaande levensfase ooit voorgeschoteld had gekregen, laat staan beluisterd. Deze reprimande, hoewel zonder twijfel zeer terecht, oogstte niet het gewenste effect van een zich deemoedig ter aarde werpende uitbener, die onder een stortvloed van tranen dankbaar meldde nu eindelijk het culturele licht te hebben gezien. Niets van dit alles. Al voor de huwelijksvoltrekking waren er mogelijk al enige bedenkingen gerezen tegen de aanstaande schoonzoon inzake diens muzikale en wellicht ook andere opvattingen, maar die waren met het oog op de 'de goede vrede' onder het tapijt geschoffeld. Daar werden zij nu echter met grof geweld onder vandaan gerukt. De schoonvader begon het aangetrouwde familielid verbaal uit te benen, een bezigheid die met de botte bijl en niet met een fijn fileermesje uitgevoerd werd.

Onze saxofonist omlijstte deze "ik zal jou 's even de waarheid"-vertellerij met toenemend genoegen op zijn geheel eigen muzikale wijze. Ondertussen sloeg hij geen acht op het in volume bijna tot nul gereduceerde orgel- en drumwerk. Zijn bijna atonale expositie begon nu de aandacht te trekken van de overige tot diverse familieclans behorende bruiloftsgasten. De richting podium optrekkende meute vormde voor de drummer en mij het sein, om ons terug te trekken achter een kamerscherm, een meer strategische en beschutting biedende positie. De dunne scheidingswand stelde ons in staat vrijwel onopgemerkt waar te nemen, hoe de verschillende familieleden op kleurrijke en niet mis te verstane wijze onder woorden brachten wat zij van de anderen dachten. Het verbale geweld naderde zijn hoogtepunt toen de bruid gilde zwanger te zijn van de bruidegom, maar tevens bekende hevige twijfels te hebben over het waarom, gezien het meedragen van genen, die volgens de leer der genetica gedeeltelijk afkomstig waren van het stelletje bavianen dat haar schoonfamilie moest verbeelden. Deze uitroep werkte als het oog in een tropische cycloon, het werd beangstigend stil. Op de drummer en mij sorteerde deze laatste mededeling een ongewenst neveneffect: wij gierden het uit van het lachen. Dat was voor de saxofonist weer een extra aansporing: hij liet nu ongeremd horen dat ook het door Adolphe Sax ontwikkelde instrument deze kunst van tieren en vloeken beheerste en bracht dit het voor het podium toegestroomde volk ten gehore.

Deze muzikale annotering werd niet op prijs gesteld door de vader van de bruid die de saxofonist een ram tegen het scheenbeen verkocht. De aldus bejegende legde met een pijnlijke grimas zijn saxofoon neer, stapte van het podium en op de bruid af, die hij vervolgens met een vloeiende beweging de bruidsjapon over de oren trok. Deze daad bleek het sein voor een serie niet voor fijngevoeligen geschikte handelingen als trappen, haren trekken, spugen, Oeuf ŕ la Russe werpen en paling gooien. De drummer wees mij fijntjes op een in bloemetjesjurk gehulde dragonder, die met een forse trap het voor de huwelijksnacht onontbeerlijke gereedschap van de bruidegom voorlopig buiten gebruik had gesteld.

De door het bedienend personeel gealarmeerde herbergier, terzijde gestaan door enige potige kelners, trachtte orde op zaken te stellen teneinde een verdere onttakeling van zijn etablissement te voorkomen. Helaas, dat sorteerde een averechts effect op de strijdende partijen. Deze meenden een gemeenschappelijke vijand te ontwaren, die eerst uitgeschakeld diende te worden voor dat men weer aan de slag kon gaan met het familiale uitroeiingsproces. In de verte hoorden wij het onmiskenbare geluid van naderbij komende politiesirenes en het leek ons raadzamer het zaaltje te verlaten en ons op een rustig plekje buiten terug te trekken. In de berm aan de overkant van de weg gezeten wachten wij onbekommerd de verdere ontwikkelingen af. Plotseling dook naast ons het met enige sliertjes sla opgesierde hoofd van de saxofonist op. Verbaasd, maar toch ook lichtelijk geërgerd de wenkbrauwen fronsend, vroeg ik hem waarom hij het hele pandemonium in godsnaam ontketend had. Zijn verklaring was even kort als onthutsend: bij binnenkomst had hij de bruid herkend. Het bleek een vroeger vriendinnetje geweest, die hem een blauwtje had laten lopen. Kortom, hij had het niet kunnen verkroppen dat ze hem niet als echtgenoot had uitverkoren en dit was ŕ l'improviste zijn zoete wraak geweest.

Nadat de politie de strijdende partijen tot kalmte had weten te brengen en het merendeel der bruiloftsgasten en de saxofonist de kuierlatten hadden genomen, keerden de drummer en ik terug om onze instrumenten in te pakken. Het zaaltje bood de heftige aanblik van het moment na de grote slag, als de verplegers in het rond rennen om de kreunende gewonden van enig verlichting brengend water te voorzien. Temidden van een bergje naar beneden getrokken feestslingers en omgevallen stoelen zat de bruidegom aan een grote bel cognac. Tot mijn verwondering werd zijn gelaat gesierd door een grote grijns. Zodra hij mij in het oog kreeg stond hij enigszins wankelend op, sloeg een paar slingers van zijn gescheurde overhemd en greep mijn hand, die hij krachtig begon te schudden. Het bleek voor hem het ultieme bruiloftsfeest te zijn geweest, dat - zo had hij tevreden vastgesteld - voor altijd in het geheugen van de bruiloftsgasten zou zijn gegrift. En o ja, of wij de saxofonist ook zijn hartelijke dank zouden willen overbrengen, want op de hoogte zijnde van de vroegere omgang met zijn kersverse echtgenote had hij diens reactie op de bruiloft goed ingeschat. De matpartij was voor hem de bonus bij het muzikaal onthaal geweest. Dank, veel dank daarvoor. Lichtelijk verbijsterd bracht ik de drummer op de hoogte van deze onverwachte ontwikkeling. Dat wij gevraagd waren voor de verzorging van de muziek bij een bruiloft, dat kon ik nog wel plaatsen. Maar dat de bijkomende reden het aanzetten tot oorlog was geweest, uitgerekend tijdens wat een feestelijke gebeurtenis had moeten zijn, ging mijn pet te boven. De drummer hoorde mij aan, stopte even met de demontage van zijn drumstel, overzag de ravage, haalde zijn schouders op en zei: "Mensen".


Dit is de derde aflevering in een reeks herinneringen van Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943). In 1967 formeerde hij zijn eerste eigen groep met onder anderen Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazz Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder meer Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. Op het Charly-label verschenen de cd's 'HiFi Appartment' en 'Nothin’ To Be Afraid Of'. Advanced Warning speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland. Eind negentiger jaren verschenen nog de cd's 'Watch Out For The Jazzpolice' en 'Cut The Crap'. EMI kwam in 1996 met een heruitgave van 'Express Delayed' van het Hans Dulfer-Herbert Noord Quartet. De meest recente cd 'ReGroovable' verscheen in mei 2004.

Herbert Noord (foto: website The Wonderful World Of Hammond Music)