Draai om je oren Jazz en meer - Column |
home |
||
|
Herinneringen van Noord Gevaarlijke sporten zijn - dat valt tenminste dagelijks via de media te vernemen - bergbeklimmen, auto- en motorracen, parachutespringen en krokodillenjacht met pijl en boog. Musiceren valt hier niet onder. Musici, zo is de algemene overtuiging, beoefenen geen gevaarlijke sport. Na meer dan dertig jaar podiumervaring meen ik dit echter met gegronde reden te mogen betwisten. Musiceren buiten de knusse beslotenheid van de huiselijke kring is niet alleen gevaarlijk... het is zelfs bloedlink. door Herbert Noord, 4 februari 2005 Een voorbeeld. Na de klassieke ouverture van mijn muzikale loopbaan, had ik mij thuis al enige jaren bekwaamd in het edele boogie woogie-pianospel. Toen gebeurde het: een vriend die dringend verlegen zat om een pianist, vroeg mij voor zijn jazzbandje dat regelmatig de hoofdstedelijke podia onveilig maakte. Mijn aanvankelijke tegenwerpingen - wat wist ik tenslotte van samenspelen en dergelijke kleinigheden - met een nonchalant handgebaar afdoend, werd ik na een korte repetitie ingelijfd in zijn kwintet. De eerste weken traden wij her en der op en ik begon net ingespeeld te raken toen de groep werd uitgenodigd om een feestavond van een hoofdstedelijk studentencorps met enige swingende klanken op te luisteren. De sociëteit waar wij moesten optreden bevond zich op de zesde etage van een kantoorgebouw op de hoek van het Leidseplein en was - tot mijn grote vreugde - in het bezit van een fraaie vleugel. De trompettist trapte af en welgemoed lieten wij horen dat Art Blakey niet voor niets zijn heilsboodschap had verkondigd. Halverwege de tweede set - niets wees nog in de richting van een naderende catastrofe - kregen enige door overmatig alcoholgebruik verhitte corpsballen een meningsverschil over de belangwekkende vraag: 'Kan een vleugel vliegen?' Deze toekomstige chirurgen, neurologen en biochemici bleken van de proefondervindelijke soort te zijn. Hier staat een vleugel, daar is het raam, waarmee de mogelijkheid tot een empirisch onderzoekje als aanwezig mag worden beschouwd. De daad bij deze gedachte voegend, gelastten de heren mij even opzij te gaan en vervolgens begonnen deze studenten aan de vleugel te sjorren. Er ontstond nogal wat commotie toen enige gealarmeerde leden van de kroegcommissie beseften dat ze zich in de discussie moesten mengen om een halt toe te roepen aan wat zich aan het voltrekken was. Een welgemeend verantwoordelijkheidsgevoel voor de kroegkas lag hieraan ten grondslag. Het tafereel dat zich vervolgens voor mijn ogen afspeelde valt het best te omschrijven als een rugbywedstrijd, gespeeld door beoefenaren van het vrij worstelen. De overige feestgangers hadden inmiddels dekking gezocht achter een grote Engelse clubfauteuil om het lustig rondvliegend glaswerk te ontwijken, terwijl ik vanachter een fikse potpalm het verloop van de strijd gadesloeg. Deze eindigde in een overwinning van de 'Proefondervindelijken', want onder luid krijgsgehuil werd de vleugel zes hoog het raam uitgewerkt. Inderdaad werd bewezen dat een vleugel niet vliegen kan, want de klap waarmee het instrument op de binnenplaats van het gebouw terecht kwam, dreunt bij elke herinnering aan dit voorval nog altijd zwaar na in mijn oren. Dat hiermee aan ons optreden een voortijdig einde kwam spreekt voor zich...
|
![]() |