Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

North Sea Jazz 2018 Dag 2

Een van de rode draden op deze editie van het North Sea Jazz Festival is de jazz van nu uit het Verenigd Koninkrijk. Het festival zet het lekker dik aan met 'New Britisch Jazz Invasion', maar het feit blijft dat er aan de overkant van het kanaal interessante dingen gebeuren.

Een festivalverslag door Ben Taffijn, met foto's van Louis Obbens en Cees van de Ven.
Zaterdag 14 juli 2018, Ahoy, Rotterdam.

Op vrijdag maakten Dinosaur en Jasper Hoiby's Fellow Creatures hun opwachting, bands die nog onlangs op deze blog uitgebreid aan bod kwamen en op zaterdag konden we genieten van Ezra Collective, Nubya Garcia, Moses Boyd Exodus, GoGo Penguin en Sons Of Kemet. De laatste twee zijn inmiddels het meest bekend.

GoGo Penguin, uit Manchester, definieert het begrip pianotrio op nieuwe wijze. Hun muziek zou zonder die van Philip Glass en Steve Reich ondenkbaar zijn en zonder de symfonische rock uit de jaren zeventig evenmin. Ietwat bombastisch is het van tijd tot tijd echter wel, mede door die echo in het pianospel van Chris Illingworth. Maar het zijn wederom pakkende en zeer melodische stukken die het trio verzamelde op 'A Humdrum Star', hun laatste album voor Blue Note en die hier met glans worden gebracht. Repetitief en met een element van trance, zoals we dat ook kennen uit de minimal music. Alleen heb je hier na een half uur wel het gevoel dat je het gehoord hebt.

Sons Of Kemet heeft daar minder last van. Met twee drummers, Eddie Hick en Tom Skinner, en een tuba, Theon Cross, blijft dit een opvallende band. Het is tribal jazz op zijn best wat we hier horen, net als op hun meest recente album, 'Your Queen Is A Reptile'. Tribal jazz, waarin Afrikaanse en Caraïbische muziek samengaan met de marching bands uit New Orleans. Cross is een fenomeen op zijn diep swingende tuba en tenorsaxofonist Shabaka Hutchins, inmiddels een fenomeen in het Britse, geeft de ene flamboyante solo na de andere. Muziek als een wild stromende rivier, buiten zijn oevers getreden door hevige regenval.

STUG ontstond in oktober 2016, tijdens de Oktober Meeting in het Bimhuis. Het is een zegen dat drummer Gerri Jäger, gitarist Raphael Vanoli, bassist Laurens Smet, rietblazer Joachim Badenhorst en stemkunstenares Sofia Jenberg de koppen weer bij elkaar hebben gestoken en ons hier verrassen met een geheel concert. 'Concept Worst' begint als een geluidslandschap vol onverwachte klanken. De geluiden die Jenberg en Badenhorst, hier op tenorsax, voortbrengen, zijn bijna niet van elkaar te onderscheiden. Abstract, tot de combi Jäger-Smet zorgt voor een tribaal aandoende ritmische structuur, Jenberg een bezwerend gezang aanheft en Badenhorst zijn lyriek mag vertonen. En 'Breathing' is zonder meer een feest: Badenhorst ademt door zijn sax, Vanoli blaast over zijn snaren, Smet tovert de zee uit zijn elektronica en Jenbergs stem doet de rest. Tot er ook hier een alarmerende beat in sluipt die ons doet denken aan het solowerk van Jäger en waarin akoestisch slagwerk een vruchtbare relatie aangaat met de elektronica. STUG, onthoudt die naam, hier gaan we meer van horen.

Een ander hoogtepunt tijdens dit festival is het optreden van Dan Weiss' Starebaby. Het album kwam hier onlangs reeds voorbij, veel over de muziek hebben we dan ook niet te melden. Behalve dan dat Weiss live minstens zo veel indruk maakt als op de schijf. Het kwintet speelt de stukken van het album in iets opgerekte vorm en weet op alle fronten te overtuigen, mede door het grenzeloze speelplezier. Matt Mitchell neemt het leeuwendeel van de pianopartijen voor zijn rekening, terwijl Craig Taborn zich uitleeft achter zijn Fender Rhodes. Weiss vormt met Trevor Dunn de ritmetandem, een muur van geluid trekken ze op. Dunn is een ware beul op zijn basgitaar en Weiss geselt het publiek met zijn slagwerk. Maar het leukst om naar te kijken is Ben Monder. Vrijwel onbeweeglijk staat hij daar achter zijn muziekstandaard, intussen de meest verontrustende klanken uit zijn elektrische gitaar toverend. Een lekker uurtje metal jazz plus.

In Volga, de kleinste zaal, zagen we nog het charmante Einzelgänger. Drie solisten, die elkaar kennen van het Rotterdam Jazz Orchestra, hebben elkaar onder deze veelzeggende naam gevonden. Rietblazer Nils van Haften, trombonist Louk Boudesteijn en gitarist Anton Goudsmit spelen de sterren naar beneden in een aantal fraaie composities, meestal van Boudesteijn. Speels, met humor en relaxed met een twist - dat vat het concert het beste samen.

Klik hier voor een fotografisch verslag van de tweede dag van North Sea Jazz 2018 door Louis Obbens.


Meer North Sea Jazz?

  • Festivalverslag vrijdag 13 juli 2018
  • Festivalverslag zondag 15 juli 2018