Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Gent Jazz 2017 #2

Waar Gent Jazz al niet goed voor was dit jaar! Je kon er Grace Jones gaan zien op de openingsdag van het eerste luik van het festival en Kamasi Washington op de eerste dag van het tweede luik. De insteek van de brede programmatie werd doorgetrokken over de vroegere grenzen heen van een eerste deel jazz en een tweede voor groepen die onder het motto passen van 'jazz is a way of life'. In de gezellige binnentuinen van de Bijloke traden weer iconen aan van ooit, grote namen van nu, subtoppers van verschillende leeftijd en vers, aanstormend talent. Hoe spannend moet het niet zijn om elk jaar weer een programma samen te stellen dat na afloop in de cijfers aantoont dat je goed bezig bent.

Een festivalverslag door Danny De Bock, met foto's van Cees van de Ven.
Zaterdag 15 juli 2017, Bijlokesite, Gent.

Volgens de eigen aankondiging was het op de laatste dag in het programma 'Tegendraadsheid troef', maar misschien was het net iets meer Theatraliteit dat de kroon spande. De affiche van de tweede zaterdag had veel van een memory lane waar oude herinneringen konden opleven. Wat je muzikaal niet aansprak, kon al gauw als een pose overkomen en het uitwerken van een imago, ook al waren er referenties aan idolen die je altijd bent blijven bewonderen - Portishead en Massive Attack naar het schijnt bij Archive en, effectief, David Lynch bij Chrysta Bell. Bell deed trouwens behalve aan soundtracks van de gevierde regisseur nog denken aan Chris Isaak en Lana Del Rey, geen onaardige genre-blending zeg maar.

In wat wel aanspreekt, vind je makkelijker afwisseling en minder dat gevoel van meer van hetzelfde. Een rijk klankkleurenpallet zoals bij Die Anarchistische Abendunterhaltung kan dan ook in het voordeel spelen, meer bepaald met meer akoestische inslag hier en toevoeging van elektronische effecten daar. Hannes d'Hoine ruilde de contrabas soms in voor een elektrische, Roel Van Campen kon in eenzelfde nummer de ene accordeon meerdere malen voor de andere inwisselen, waarbij de tweede klonk als een elektrische piano. Klarinettist Han Stubbe voegde al eens een effect toe en bediende ook wel eens een toetsenbordje. Zo te horen klonken de drums en de marimba het vaakst in pure vorm, al was dat misschien niet het geval bij de dubsfeer die ergens te pas kwam. De beweeglijke muziek ging met een eclectische aanpak langs rock, folk, klezmer, techno en trance. Je mocht dan nog vertrouwd zijn met (een deel van) het vroegere materiaal, je kreeg hier de ene nieuwe cocktail na de andere.

De drie sets die drummer/percussionist Jeroen Stevens had aangekondigd als delen van een dwarsdoorsnede van 25 jaar DAAU waren immers toch weer nieuwe spinsels, gecreëerd voor 'Hineinterpretierung', zoals de nieuwe cd heet die uitkwam ter gelegenheid van de 25te verjaardag van de groep. Dit is eigenlijk een project met Rudy Trouvé, die een individuele selectie maakte uit bestaande stukken van de groep en voor gloednieuwe arrangementen zorgde. Live worden ze gebracht met achter de groep een wit doek, samengesteld uit stukken stof in onregelmatige vormen. Daarop worden opnamen geprojecteerd waarin heel vernuftig de jonge zangers van weleer opdoken bij de gezongen stukken in het livegebeuren. Die nummers zijn dan ook vrij strak geregisseerd, wat niet belette dat de dwarsdoorsnede van de eerste twee sets die hun derde set vormde ook weer iets andere versies bevatte en bewondering afdwong. Opwindend spul, dat heerlijk vloeide!

Hypochristmutreefuzz was de eer te beurt gevallen om de festivaldag in gang te mogen trekken. Zij moesten dat doen voor weinig volk, maar zij smeten zich meteen. Hun muziek is goed om mensen die zijn opgegroeid met de new wave van de jaren 1980 keihard terug te katapulteren naar hun jeugd. Hypochristmutreefuzz doet bovendien meer dan invloeden samenbrengen van The Residents, The Birthday Party, Siouxsie & The Banshees en andere new wave en noise rock, want ze lijken ook te refereren aan alternatieve metalrock als die van Tool uit de jaren 90 én aan hiphop. Die invloeden verwerken ze in niet al te lange, beweeglijke nummers die bijwijlen aanstekelijk mikken op dansbenen en headbangers. Onder meer met flink wat tempowisselingen en hevige uithalen hielden zij het zaakje boeiend, maar niet minder moeten we hen een welgemikte dosering toeschrijven van de onderlinge inbreng.

Leider en zanger Ramses is blijkbaar de zoon van acteur Peter Van den Eede. Hij mikte zichzelf zowat de hele set in het middelpunt van de aandacht met verdraaide lichaamsbewegingen en geschifte teksten en zanglijnen. Voor 'Everyone Nose' moet het refrein niet meer zijn dan 'All the girls standing in the line for the bathroom'. De namen van drummer Elias Devoldere (Nordmann, Kabas e.a.) en Thijs Troch (Keenroh, Jukwaa e.a.) klinken de jazzliefhebber misschien bekend in de oren, zij pasten zich vol overgave in de muzikale gekte in. Beiden toonden zich daarbij bedreven in het aanwenden van elektronica, vooral Troch, die ook flarden aandroeg uit de meest uiteenlopende sferen, bijvoorbeeld een kermisdraaimolen die onregelmatig stokte... Een groepje dus dat niet alleen jazzliefhebbers onder ogen moet komen omdat ze genoemd zijn naar een stuk van wijlen Misha Mengelberg.

's Avonds zag de grote tent bij Einstürzende Neubauten - voor 3/4 en vredig gevuld - niet zwart van het volk. Er waren duidelijk een aantal fans van het eerste uur opgekomen, of van de Einstürzende Neubauten van voordat de zanger gitaar was gaan spelen bij Nick Cave & The Bad Seeds. Wellicht wist een deel van hen heel goed dat ze zich bij hun Greatest Hits niet aan een lange ode aan de beginjaren moesten verwachten. De groep die in haar beginperiode vooral van metalen en industriële geluiden muziek maakte, is geëvolueerd naar een songfabriekje met aan het hoofd een directeur in een sjiek kostuum. Het begin van hun set wijdden ze nog aan de energieke beginperiode, maar daarna brachten ze liedjes uit het latere repertoire. Einstürzende Neubauten heeft nu zo zijn eigen formules voor levensliederen. Dat die heel pakkend kunnen zijn, bewezen de beelden naast het podium, die meermaals inzoomden op een meisje op de eerste rij dat heel emotioneel meezong.

Intensiteit is zeker een sleutelwoord gebleven en de groep blijft geluiden gebruiken die de doorsnee popmuziek vreemd zijn. Voor deze tournee neemt de groep vast een truck mee waarin lange plastic buizen, bidons en een arsenaal aan metalen apparaten en andere objecten worden meegevoerd, die op het podium worden aan- en afgevoerd naarmate het concert vordert. Een show was het dus wel, met uitersten en vele gradaties daartussen. Bijvoorbeeld het geluid van de brand die opschoof in een sigaret terwijl de zanger eraan trok - 'Silence Is Sexy'. Of het geleidelijk leegkappen van enkele meters hoog van een grote bak die gevuld was met ijzerwaren (van ver leek het bestek, maar het konden ook tentharingen zijn). Theatraal dus. Tegendraads, welja. Langdradig op de duur voor de ene, vervoering voor de andere.

Het uitdijende concert van de Duitsers maakt dat Fire! liefst een half uur na het voorziene tijdstip begon aan het laatste concert. Het Scandinavische trio met saxheld Mats Gustafsson (The Thing, The Cherry Thing, Peter Brötzmann e.v.a.) stak toen mager af tegen het viertal van DAAU dat de ruimte van de Garden Stage zo schitterend had gevuld. Waarschijnlijk was dit drietal nog goed voor energieke uitbarstingen, na een eenvoudig noise-achtig stukje met Mats aan de knopjes en een grimas alsof veel meer gebeurde dan er te horen was. Dat overging in een makkelijk nummertje en gevolgd werd door iets minimalistisch en repetitief dat ook een nummertje op zich moest zijn. Het waren vast wel de voorbodes van véél meer dan héél basic uitingen van primitieve passies. Wellicht zouden zij punk, rock en free jazz tot kokende brouwsels vermengen... Wellicht. Van het codewoord 'wachten' had ik toen toch even de buik helemaal vol. Ik ging plots liever even wachten op de tram.

Klik hier voor een fotografische verslag van deze festivaldag door Cees van de Ven.


Meer Gent Jazz?

  • Festivalverslag zaterdag 8 juli 2017