Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Gent Jazz 2017 #1

Met een zonnig weerbericht en op papier een ijzersterk programma beloofde het een mooie zaterdag te worden. Met de ronkende namen van Wayne Shorter en McCoy Tyner traden Amerikaanse zwaargewichten uit de jazzgeschiedenis aan, voor het Europese aandeel waren op deze festivaldag Tomasz Stanko en Enrivo Rava aangetrokken. Op de prestigieuze affiche paste ook de 40ste verjaardag van het minder bekende BassDrumBone en uit het eigen landje kreeg het talent van Trio Grande en Rêve d'Elephant het kleine podium.

Een festivalverslag door Danny De Bock, met foto's van Cees van de Ven.
Zaterdag 8 juli 2017, Bijlokesite, Gent.

Hoewel twee Europese toppers verleidden de trompettisten Tomasz Stanko en Enrico Rava betrekkelijk weinig volk om op het vroege aanvangsuur in te gaan. Nochtans staan zij elk voor meer dan een indrukwekkend verleden, want de voorbije jaren oogstten zij opnieuw en opnieuw lof voor nieuwe projecten en cd's. Stanko breit bijvoorbeeld met zijn New York Quartet sinds enkele jaren aan een succesvol Amerikaans hoofdstuk, wat zich nu laat vervolgen in de Europees-Amerikaanse connectie van het Tomasz Stanko/Enrico Rava Quintet. Dat zette een aardige set neer, die begon met een dikke tien minuten rond een toegankelijk, warm thema, eventjes zwaar in de weg gezeten door een zwaar kraken van een microfoon. Missschien had dat Enrico Rava even van de wijs gebracht, want hij toonde zich in zijn solo minder geïnspireerd dan Stanko en pianist Giovanni Guidi. Met een andere microfoon voor zich geraakte hij vanaf de ballade die volgde schijnbaar meer in zijn element. Al zou Stanko net iets vaker imponeren, beiden speelden in verschillende nummers met een prachtige sound en articulatie.

De set kon bekoren door een boeiende afwisseling met snellere nummers en tragere, in een afwisseling van sferen, waarbij Guidi instond voor fantasierijke solo's tijdens en overgangen tussen de nummers. Hij deed een beetje denken aan Jason Moran, gecontroleerd uitschuivend, maar niet zo zwaar op de hand. Een nummer dat de gospeltoer opging herinnerde ook aan het kwartet van Charles Lloyd van enkele jaren geleden, met Reuben Rogers op contrabas en Moran aan de piano. Bassist Rogers had er deze namiddag duidelijk plezier in en was even heel prominent in het nummer, waarbij hij de inleiding speelde voor een verhaal dat in een wonderlijke filmische sfeer belandde, alsof we in een avontuur verzeilden waarin een boswandeling en een spiegelpaleis in elkaar vergroeid waren geraakt. In de volgende compositie die een versnelling hoger afwisselde met twee versnellingen lager kwam enige invloed van free jazz met een korte drumsolo van Gerald Cleaver, maar in plaats van vuurwerk op het einde werd afgerond, werd de cirkel rondgemaakt met nog een toegankelijk rondje rond een vlot, warm thema.

In de buurt van Trio Grande op de Garden Stage was het aangenaam toeven bij leuke en eigenzinnige muziekjes die straalden van plezier. Met een arsenaal van blaasinstrumenten en percussie zorgden Laurent Dehors, Michel Massot en Michel Debrulle voor vrolijke afwisseling tussen de optredens. Hun composities en uitvoeringen blaken van ervaring en koppige eigenzinnigheid. Invloeden uit de verschillende windstreken vermengen zij volgens eigen recepten met elkaar – en de mayonaise pakt. Zowel in hun composities als in hun live-uitvoeringen staan zij voor een humoristische, soms absurde aanpak. Terwijl zo'n samenbrengen van genremiddelen die niets met elkaar van doen hebben tot aandoenlijk belachelijke combinaties kan leiden, bakken zij er echt wat van. In hun derde set raakte de frisheid in hun spel een beetje verloren, maar dan nog was Trio Grande leuk.

Het beste concert van de dag maakten we al mee voordat de avond viel met het trio van drummer Gerry Hemingway, bassist Mark Helias en trombonist Ray Anderson - drie groten die niet het makkelijkste vaarwater kozen. BassDrumBone bestaat nu 40 jaar in dezelfde bezetting en kwam met grote onderscheiding naar voren als de meest hechte groep op het hoofdpodium. U had de afzonderlijke muzikanten misschien ook al in andere groepen gehoord. U had misschien ook al veel eerder gelezen dat BassDrumBone geen gewoon trio is.

Heel wat composities hadden een speels karakter, maar alle werden ze geconcentreerd en met een toegewijde ernst gebracht. BassDrumBone plukte uit de eigen discografie die, omdat zij vier decennia beslaat, vast invloeden van zowel beeldstormers als klassiekers bevat. Het lijkt dan ook niet onlogisch dat de driehoeksverhouding van bas, drums en trombone bij momenten herinnerde aan John Zorn zijn 'News For Lulu' met gitarist Bill Frisell en trombonist George Lewis, die studieus, maar vrijelijk materiaal van onder anderen Kenny Dorham en Hank Mobley onder handen namen. In een aanpak die hoekige en kantige lijnen liet overgaan in of contrasteerde met vloeiende en traditionele bewegingen kreeg bijvoorbeeld het fenomeen van de walking bass een abstract karakter. Een schetsmatige opbouw kon langs horten en stoten overgaan in een vlot en levendig geheel, dat de tent enthousiast maakte. Hier hoorden wij het soort jazz waarbij sommigen in hun hoofd dansen en enkelen ook niet meer stil kunnen blijven staan of zitten. Hier lieten de drie muzikanten horen dat het een beetje beschamend is als je hen na 40 jaar nog moe(s)t ontdekken.

McCoy Tyner Trio with Craig Taborn werd vooral een hommage door Taborn met een ritmesectie die ook nog even zou optreden met McCoy Tyner. De bleke, Afro-Amerikaanse pianist is een van dé jazzhelden van deze tijd. Als geen ander vindt hij ritmische en harmonieuze ideeën die traditie en vernieuwing verzoenen. Met de bescheidenheid die hem kenmerkt, vertelde hij hoeveel Tyner en Geri Allen voor hem betekenen. Hij stelde dat hij met wat hij speelt altijd weer hun invloed op hem wil uitdragen. De pianiste die een week eerder overleed, was de grote afwezige op deze dag, maar Taborn bracht haar een klassevol eerbetoon.

Beginnen deed hij voluit mainstream en heel experimenteel zou de set allerminst worden, wel verbazend en verbluffend. Zonder moeilijk te gaan doen ging hij van vlot naar virtuoos, wisselde hij karigheid en mate in voor overvloed - en omgekeerd. Hij speelde Monkish en Tabornesk, begeleidde ritmisch met zijn linkerhand een gestage logische ontwikkeling of een wilde ideeënstroom die uit zijn rechterhand kwam. Zijn timing was onvoorspelbaar en steeds perfect passend, hij kon de muziek laten aanzwellen en weer laten wegebben als vertelde hij een meeslepend verhaal. Daarbij was hij de magister, maar ook een teamplayer die zijn medespelers graag hun pivotale rol gunde. Zo vielen ook bassist Gerald Cannon en drummer Francisco Mela (die zich ook met zijn grimassen in de kijker speelde) op in dit deel van de set. Met McCoy Tyner, wankel te been, maar nog vlot in de vingers, maakten zij het concert af. Het meest imponerende hadden we dan wel al gehad, maar met de opbouw zat het goed. We hoorden nog even de levende legende, over wie Taborn zei dat er een jazz was voor en een jazz na hem, in een pianotrio dat met levendige nummers en felle schakeringen mooi afsloot.

Wat het hoofdpodium betrof, zat het er dan voor de avontuurlijke muziek echt bijna op. Het Wayne Shorter Quartet met het Casco Philharmonic ('Performing Emanon') hield de mensen in Categorie A heel goed op hun stoelen, maar dat kan niet te danken zijn aan 'een meeslepend verhaal van apocalyptische omvang', zoals het was aangekondigd. Het was al een beetje bedroevend om aan te zien hoe het kwartet voor dat deel van het concert steeds meer weg had van een trio mannen in bloedvorm die wat dolden met de oude opa. Tot daar het avontuur in dit concert. Wat begon als een kwartet verwerd tot een eersteklas pianotrio dat niet wachtte tot de levende legende nog een keer een idee had waarmee hij hen kon doen volgen.

Met het Casco Filharmonisch Orkest sloot daarop geen multimediaal spektakel aan dat muzikaal een pakkend verhaal begeleidde. Misschien was dit wel filmmuziek, maar was de schoonheid ervan alleen maar echt te bevatten als je in de juiste publiekscategorie zat? Veel volk op het podium, ja, veel goede muzikanten. Het was echter vruchteloos wachten op een fantastische spanningsboog bij deze samenkomst van een klassiek orkest en een jazzkwartet. De festivalkrant stelde: 'Shorter laat je zien wat schoonheid werkelijk is.' Je zou er bang van worden dat Gent Jazz prestigieus door elkaar haalt met pretentieus. Of ik moest twijfelen aan mezelf.

Klik hier voor een fotografisch verslag van deze festivaldag door Cees van de Ven.


Meer Gent Jazz?

  • Festivalverslag zaterdag 15 juli 2017