Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 


Een festivalverslag in woord en beeld door Jo Dautzenberg en Cees van de Ven.

Gent Jazz vonkt

Formule topcategorie in Europa: acht dagen vier topconcerten per avond, met ruime tussenpozen voor een wandeling, een drankje, een hapje. Een uitgekiende programmering, grote namen... Op het hoofdaffiche van de eerste vierdaagse prijken onder anderen Norah Jones, Ornette Coleman, Pat Metheny, Chick Corea en Kurt Elling. Het festival staat op zichzelf, maar zit aangekropen tegen het zeer bekende evenement de Gentse Feesten, een vermaard evenement in een culturele stad, met vele prijzen en titels gelauwerd. Dat strekt tot eer.

De locatie is een site binnen de stad in de buurt tussen het station en het historische centrum. Het omvangrijke terrein bestaat uit de combinatie van voorbije jaren herwonnen open ruimte door sloop, enkele omringende weilanden, in glorie herstelde oude victoriaanse gebouwen met daaraan vastgeplakt met opzichtig ijzerwerk kubusachtige nieuwbouw. De historie is tastbaar, ruimte, glas en beton... moderniteit en verleden, in één nieuw gezicht. Dit alles herbestemd als cultureel centrum van de stad. Klaar in oktober 2010. Visie en realisatie hebben elkaar hier versterkt. De historische stad die de hand reikt naar de nieuwe tijd, is de ultieme winnaar.

Flaneren over Gent Jazz festivalterrein. Dj's vullen de pauzetijden, drank en eten van goede naam en kwaliteit feestelijk rondom het middenterrein. Stoelen en tafeltjes genoeg, geen troep, het geluid mooi afgestemd, programmainformatie via grootbeeldschermen, positieve vrijwilligers verzorgen de gasten. Geen lange wachtrijen, geen ongeduldige mensen. Alles is afgestemd op het welbevinden van de gast, respect en ruimte voor de musicus, met dank aan de sponsoren, duidelijke regels voor cateraars en faciliteerders, met dank aan de stad Gent die het goed vindt.

Hier hoef je geen attractie te 'scoren', hier bezoek je een concert, dat je kunt meebeleven met volle teugen. Kwaliteit en genieten: basisvoorwaarden om een plezierig opgedist, muzikaal avontuur mee te maken, zulks naar eigen smaak.

Act 1: Tribute to Django - Perspresentatie

Het is bloedheet in het zaaltje, dat dicht tegen de viplocatie aanligt. Alleen al te zien hoe het terrein is ingevuld, is een ticket waard. Muzikanten geven een toelichting. Django Reinhardt, modern is het verkeerde woord, eigentijds vinden ze beter. Ik ben verbaasd als later de tent aardig volloopt. En daar krassen de gitaren. Gypsie? Nee, klarinet, piston, sopraansax, bas, drum, drie gitaren, waarvan twee ritme en een solo. Rap, romantisch, schroem schroem, Django is back...

Gitarist Faby Lavertin: hij speelt Django omdat hij het altijd heeft gespeeld. Hij leerde het thuis, zonder noten, op zijn gehoor. Hij leeft voor de muziek. Hij meent het. Koen de Cauter viert zijn feestje.

Act 2: Special Concert - Norah Jones

De tent loopt vol. Bij de vipingang staat een groepje fans. Ze mogen van de zittribune gebruik maken als enkele vips onverhoeds niet komen opdagen. Mooi gebaar. Een vrouw heeft rugklachten. Ze komt voor 'haar' Norah. Ze is er helemaal weg, beter kapot, van. Ze moet wachten. De tribune loopt echter helemaal vol. "Sorry, zoek maar een stoel op het binnenterrein." Ze kijkt me aan: "Zo is het leven" en loopt weg. Dat is precies wat Nora even later in een volle tent kwijlt. Zo is jazz in 2010? Gelukkig niet. Het wordt een special night met Norah Jones. That's all there is.

Norah, wereldwijd om haar sensitieve interpretatie bejubeld, kiest vandaag haar eigen weg. Genre: soft country. Act: country-idool met poppige band. Publiek werkelijk zeer enthousiast. Goede special, denkt de organisator. Fotografen razend, ze mogen niet dichtbij fotograferen. Keep distance? Oké, maar honderd meter? Foto's mogen niet van het management van Norah. In de perscatacomben verzamelen zich woedende fotografen. Het oproer kraait niet echt. Ik besluit om maar eens backstage te gaan.

Een stagehand vraagt: "Who are you?" Ik zeg: "A good friend of Norah." Op dat moment kijkt de van geluk stralende Norah net onze kant uit. Ik zwaai of ik haar al jaren ken. Ze kijkt me verbaasd aan. "You don't know anyone here at all...", zegt de stagehand, die het tafereel nauwlettend gadeslaat. Zijn toon wordt dreigend. Ik kijk hem een beetje onnozel aan, hij duwt me weg.

Toegift. Ik sluip weer naar boven en daar is ze. Ik kan haar en de bandleden aanraken. "Mrs. Jones, one question?" Ze herkent me van daarnet. De truc werkt. De stagehand druipt af. Ze lacht, het is oké. "Mrs. Jones, What happend to your jazz?" "I have nothing with jazz," klinkt het licht verontwaardigd. Ze loopt langs me heen, weg is ze. Duizenden handen op elkaar, gillende fans, de tent is los. Norah Jones verovert Gent en ik sprak met haar over jazz waar ze niks mee heeft. Tja, je moet wat doen voor een quootje, zo is het leven. De stagehand drukt me nu zeer beslist weg van het podium. Ik buig. Het festival duurt nog lang en ik wil niet als een wildplasser weggestuurd worden.

Act 3: Filosoferen

Een echt festivalsfeertje. Een mooie overkapte tent in fraaie golven van tentdoek. Houten stoeltjes en tafeltjes. Het doet warm en gezellig aan. Jongelui in rode t-shirts houden het schoon. Allemaal dankzij een bekend biermerk. Een charmante enquêtrice kruist mijn pad. Ze moet er twintig per dag scoren. Vier vellen over sfeer, sponsoren, spijs en drank, programma, de eerste keer in Gent, en ga zo maar door. Als dank voor deelname ontvang ik een fraaie cd van Mâäk's Spirit.

Het is de derde dag. Drie mannen op een bankje - designer, manager en tv-producent alias fotograaf, tennisser, schrijver - uitpuffend van wat was en komen gaat. Ze zien het jazzvolk voorbij gaan. Kijken naar de levende samba, vertolkt door Belgische brunettes en Britse blondines in fraaie zomerjurken. Onder een niet aflatende zon parelt het zweet langs getekende hoofden. Wat valt er te zeggen? Op welk festival in Nederland kun je zo in het hart van het festivalterrein op een bankje zitten en naar de voorbijgaande mensen kijken? Op het festivalterrein zijn diverse terrassen, eet- en drinktentjes. Je kunt eigenlijk staan en zitten waar je wilt.

Het is druk en rustig tegelijkertijd. De concerttent is groot, diverse grootbeeldschermen bieden een goede blik op het podium. Iedereen kan de artiesten goed zien. Het geluid vinden de drie mannen mooi klinken en het is niet te hard afgesteld. Niet te hard, geen dreunende bassen, zoals we dat kennen van dj's of popfestivals. Tussen de concerten door kun je overal allerlei soorten jazz horen. De concerten zijn met flinke tussenruimte gepland. Kenmerkend is de afwezigheid van het heen-en-weer gehol, zoals we dat zo goed kennen van North Sea Jazz en afgeleiden. Hier kun je je favoriet goed zien en horen, je bent mooi op tijd, er is voldoende plek. Van de drie mannen mag dit voorbeeld gevolgd worden, net als de samba die in vele varianten het bankje passeert. Wie zei iets over leeftijd?

Act 4: Radio-experiment

Jongeren van een radiozender doen interviews op het terrein. Cynisch hebben ze het over de gemiddelde leeftijd van het aanbod. Ze doelen onder meer op Ornette Coleman, Roy Hayes en Toots Thielemans, samen 250 jaar. De oudste jongens van de groep musici die Gent dezer dagen aandoen. Ik vind het doorklinkend cynisme in hun vraagstelling misplaatst. "Jazz kan erg saai zijn," zeg ik en vervolg, "maar dat is niet leeftijdsgebonden; al die jonge conservatoriumbroekjes boeien ook niet echt. Emoties blijven veelal achterwege en zijn oppervlakkig." Een jongedame maakt een foto van me. Dat stimuleert, ik vul aan: "Meeslepend, wegrukkend, doordrenkte chaos, schoonheid van alle tijden... Dat leer je op straat, van het leven in diep zwarte nachten, in verliefde dagen. Leeftijd draagt die diepgang in zich." De jonge radiomakers kijken gelukkig. Zo, dat statement is gemaakt.

Act 5: Hoogtepunt

De zanger Kurt Elling. Diep, warm, levensecht, zangkunst zonder gekunselde oe's and aa's met verdraaiingen in de klankvormen. Hier staat volgens de mannen op het bankje een wereldster. De band is aangevuld met gitarist John McLean. Hij heeft een mooi en clean geluid, met iets van galm, en een mooie opbouw in de solo's, een goede feel en de technische opbouw is mooi te volgen. De warmte slaat nu onverbiddelijk toe. De eerste flauwvaller. Vakkundig, snel en discreet lossen de mensen van de EHBO-stand dit op. Lijkbleek wordt de jongeman in een rolstoel afgevoerd.

Act 6: Luisteren op afstand

Sopraansaxofonist Pierre Vaiana, die optreedt met pianist Salvatore Bonafede en bassist Manolo Cabras, grossiert in Arabische toonladders. Een passionele instrumentalist. Intensief, soms kan het gewoon te heet zijn om naar muziek te luisteren. Ik zoek het bankje op, daar is het goed toeven, net als in de perscatacomben. De kleine sluipgang naar de backstagetrap is nu secuur afgesloten met een hek.

Act 7: Ken je klassiekers - Ornette Coleman

Sinterklaas. Hij komt, hij komt... Duizenden in afwachting. De spanning stijgt, het is wachten op wat komen gaat. Daar is hij, 'de sint'. Eindelijk zie ik een van de mannen van de new thing, een stroming die de progressieve muziekwereld op de kop zette, in levenden lijve: Ornette Coleman. In mijn beleving een boom van een vent, die mij, een hoed dragend als Humphrey Bogart, schuin aankijkt met schaduwen over zijn gezicht, een blik die tot in de diepste vezels wil gaan. Daar is hij echt: niet groot, niet sterk, vooral oud. Alle energie spaart de oude man op om dat free moment uit te kunnen toeteren. Twee bassisten, een gracieuze strijker en een verwoed, bijna sologitaar spelende elektrische bassist. Veel noten. Soms zo vals als een kanon, maar niemand vindt dat erg. Achteraf lijk ik ook de enige te zijn die het zo gehoord heeft, of die het zegt. De inzetten zijn zo energiek dat de stoppen eruit vliegen. Hetzelfde geldt voor de eindes.

De sint zit op een krukje en speelt viool, trompet en sax naar hartenlust. De menigte is uitzinnig na elk nummer, en ingetogen luisteren ze naar de bassisten die duetten spelen. Zwaar strijkend in het laag, hoge vingervlugge pizzicato's. De non-verbale taal tussen de bandleden spreekt boekdelen. Ze zien er wel de lol van in. Coleman zet aan en in. Ik ken de man niet goed genoeg, ik denk dat hij moe is en soleert op routine. Zelfs zijn blik is routine. Kenners zullen mij wellicht willen vierendelen en het jazzbrevet ontnemen. Respect heb ik voor deze icoon, dat zeker, maar het is voorbij. Zoals een buschauffeur die de zelfde route voor de drieduizendste keer aflegt en bij elke bocht kijkt of hij erdoor verrast wordt, maar tot opluchting van de passagiers met veel stuurwerk op de weg blijft.

Er wordt een blues door de witte sax geperst, die in de kroeg der teleurgestelden, direct maar onverbiddelijk naast de hemelpoort, niet zou misstaan. De gezichten blijven strak. 'Free' is hier niet meer op zijn plaats. Eerder 'museum': dit was free jazz. In de perscatacomben veel gegrijns. Dit was dus de new thing. Niettemin volgt er een vette toegift. Een plechtig moment; de sint is nu eenmaal de sint.

Act 8: Kleinzoon en grootvader Haynes

Het festival gaat door. Mooi: een fantastische jonge drummer, de kleinzoon van Roy Haynes. Het trio van pianist Vijay Iyer weet de zaal aan de stoel te kluisteren, maar maakt met een gemeende diepe buiging van respect plaats voor de Chick Corea Freedom Band. Die geeft meteen zijn visitekaartje af. En dat niveau blijft zo, het hele concert, de hele avond. Hilariteit als de spraakmicro uitvalt. Daar gaat de pianist goed en gewoon mee om. Ook Chick (70) heeft het over leeftijd. Hij toont zijn bewondering voor de 85-jarige Roy Haynes, die geconcentreerd aan het slagwerk beheerst de band ritmisch leidt. Chick wijst op de virtuositeit van de nieuwe generatie in de Stanly Clark Band een dag later.

Voordat het zover is, volgt eerst nog - na afloop van het concert - een spontaan feestje op het podium. Uniek en ik heb het gemist. Zit al op de fiets als in de verte het applaus opnieuw klinkt. Hé, het was toch afgelopen? Dit is jazz, roepen zij die het weten, de volgende dag. Ik heb iets gemist. Een hoogtepunt. Iedere muzikant die nog rond het podium waart, kruipt na afloop op het podium achter een instrument onder leiding van Chick Corea. Zo brengt Chick de doelstelling van de Gent Jazz in een notendop bij elkaar. Jong, oud? Goed en het mag samen, maar hoeft niet; het is de muziekbeleving die telt. Het publiek geniet.

Act 9: Stanley Clarke knettert er op hoog niveau op los

Een bomvolle tent. Onweer hangt in de lucht boven ons, maar ook op het podium pakken donder en bliksem zich samen. Het mooi vormgegeven programmaboekwerkje zegt niets te veel. Bassist Stanley Clarke zit stevig in het zadel. Letterlijk speelt hij relaxed zittend, oplettend naar de virtuoze, felle pianiste Hiromi Euhara links. En aan zijn rechterkant stevige Hammond- en Moogklanken van Ruslan Sirota, met een ontketende slagwerker Ronald Bruner Jr. Een achtbaan in jazz, fasten your seatbells.

Clarke oogt spontaan en sportief, heeft de top bereikt, geniet ervan om op het podium te staan tussen de fantastisch spelende jongelui. De toegift kent iedereen, het nummer dat ooit het breekpunt vormde in het hele basgitaarspel, het nummer dat voor een revolutie zorgde onder de bassisten op de hele wereld. Niet alleen Stanley, maar de hele band krijgt een staande ovatie. De formule van het festival komt bijzonder tot zijn recht. Topacts met voldoende ruimte ertussenin, geen gelijktijdig lopende activiteiten. Alles is gericht op de muziekbeleving.

Act 10: Toots Thielemans - De eeuwige bries

De rust, de subtiele muziek, de aandacht van duizenden gericht op een man met een mondharmonica. De eenvoud zelve, ook als hij een vergissing maakt. De melancholie in wondermooie melodieën, de lichtvoetige samba zweeft de zorgvuldig gekozen tonen naar binnen. Je hart ontkomt niet aan de weg die Toots opent. De weg naar leven in de meest pure betekenis.

Toots is vanavond introverter dan ooit. Zijn hart speelt, zelfs de ziel legt zich erbij neer. Deze innemende persoonlijkheid is vele malen beschreven, de mythe Toots Thielemans. Zijn spel, het lot van het uiteindelijk opgaan in de wind, die blaast door het riet... De eeuwige bries, introvert en voelbaar voor iedereen: hij is het. 'Wonderful World' zegt het in alle eenvoud. Wonderschoon is dit alles neergezet.

Een compliment voor het videoteam. Zij brengen deze (en ook de andere) performances goed, ingetogen en fraai in beeld. Zo voegt een videoregistratie enorm veel toe, voor iedereen die gedetailleerd het podium goed wil volgen.

Act 11: RadioKUKAorkest

Het is niet gemakkelijk voor deze mannen om in de niet aflatende hitte te musiceren. Ook het tijdstip is minder ideaal. Bezoekers druppelen binnen. Hun muziek is gecompliceerd: een mengeling van klassieke kamermuziek, jazz en alles wat daar tussen voorbij komt. Door de inbreng van slagwerk wordt het meer en meer jazzy. Het samenspel vergt precisie. Luisteren is ook een kunde. Dat merk je bij dit soort concerten.

Act 12: Jungle Boldie

Een Nederlandse bijdrage. Voor mij de eerste keer dat ik deze groep zie spelen. Een opvallende club, die bij ons eigenlijk te weinig bekendheid geniet. Ik bemerk hier iets vreemds. Bij de meeste acts die ik heb gezien speelt overgave een grote rol. Vakmanschap en dan overgave. Spanning. Het meest nog te zien bij de Hiromi Euhara, de pianist van Stanley Clark. Saxofonist Maarten Orstein kan er wat van, dat is snel duidelijk. De overgave? Tussen hemzelf en zijn spel zit een afstandelijk licht. Ben benieuwd wat er gebeurd als hij die ruimte gaat overbruggen.

Act 13: Pat Metheny Group - All the old ones...

Bassist Steve Rodby zei het al in het kleine memorabele voorgesprek tussen de coulissen en dranghekken. Ik stond deze keer netjes achter het hekwerk en wist de aandacht van de zich inspelende muzikant te trekken. "We are going to play all the old ones." En inderdaad. Bij de eerste klanken begint het feest der herkenning. Daar zijn ze vanavond voor gekomen. Wat valt er in dit verband over de gevleugelde Pat Metheny te schrijven? De nummers gaan erin als koek en klinken als een klokje. Strak, poppig, jazzy, lekker in het gehoor liggend. En de gitaar raast alle superlatieven voorbij. Metheny speelt Metheny-evergreens. De fans kunnen er weer een tijdje tegen en het festival slaat een stevige brug naar de cross-over. All the old ones: je kunt het op vele manieren uitleggen in Gent.

Act 14: Epiloog

Lang niet alles gezien en gehoord. Wel veel van goede kwaliteit. Geld en tijd meer dan waard. Ik heb de cijfers van de tweede vierdaagse net ontvangen: 35.000 mensen hebben van Gent Jazz kunnen genieten. Programmeur Bertrand Flamang (lees hier een interview met hem) heeft het gelijk aan zijn kant. Iconen, toppers in hun eigen genre, overstijgende passie met jazz, ingetogenheid, eigenheid, een beetje glitter en show. Leeftijd speelt geen rol. Het gaat om de jazz zelf en dat is altijd overal tussenin en nooit hetzelfde.

Gent Jazz vonkt!

Klik hier voor een uitgebreid fotoverslag van Gent Jazz 2010 door Cees van de Ven.