Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Wat is jazz?

Gek genoeg had ik mij dat nooit afgevraagd. Jazz was op zeer jeugdige leeftijd op een uiterst verfijnde manier tot mijn onderbewuste doorgedrongen. Verantwoordelijk hiervoor waren een paar 78-toerenplaten van mijn ouders met daarop muziek van Coleman Hawkins en The Ramblers. Van het jazzgehalte was ik mij beslist niet bewust, net zomin als ik mij er van bewust was dat de begeleiding bij de door mij grijsgedraaide liedjes van Louis Davids ook aanknopingspunten met jazz vertoonde. Via een lange muzikale weg kwam ik op een gegeven moment bij pianist Wynton Kelly terecht, om definitief mijn onschuld te verliezen bij Art Blakey.

door Herbert Noord, december 2014

Tijdens deze queeste had ik me niet afgevraagd wat jazz nou eigenlijk was. De muziek die ik zocht en tegenkwam, voelde voor mij als een natuurlijke omgeving. Of ik nu Cecil Taylor hoorde, Roland Kirk of Big Bill Broonzy, er stonden nergens verbodsbordjes. Wel begon ik te beseffen dat ik niet van een bij klasgenoten populaire muziek hield. Die luisterden naar Radio Luxemburg en piratenzenders. Naar vervelende oninteressante muziek of - afhankelijk van hun ouderlijk nest - naar klassiek. Dat laatste deden mijn ouders ook wel - mijn moeder had nog in de jaren dertig onder Mengelberg gezongen tot ze er wegens obstructie uitgetrapt werd - maar het werd mij niet met de paplepel ingegoten.

Kortom tot 15 november 2014 had ik mij de vraag 'wat is jazz?' nog nooit gesteld. (Wel de vraag 'wat is geen jazz?', want die begon in de loop der jaren steeds meer prangend te worden, mede dank zij een verontrustende overdaad aan zangeressen). Toen plofte deze link in mijn mailbox. Toegezonden door een lezer, die mij schreef dat dit wel 'stof voor je column' kon wezen. Het bijbehorend artikel stond op de site van Jazzenzo.

Yuri Honing heeft wel over de vraag 'wat is jazz?' nagedacht, lees ik. Honing: "Definieer eerst wat jazz is, voordat je er over spreekt." Wie over jazz spreekt, zal volgens Honing allereerst jazz als taal moeten definiėren. Pas dan kun je erover spreken en snappen anderen waar je het over hebt. Honing grijpt daarbij terug op de oorsprong van jazz. Honing: "Jazz is volksmuziek. Jazz is geen improvisatiemuziek, maar de kunst van het variėren op een melodie. Jazz als taal werd door Louis Armstrong en Lester Young ontwikkeld. Jazz is een volksmuziek met een spectrum aan mogelijkheden en laat zich gemakkelijk mengen met tal van andere tradities. Jazz komt voort uit de blues, gospelmuziek en spirituals en werd in zijn ontstaan beļnvloed door Franse en Engelse muziektradities. Jazz is van oorsprong geen progressieve muziek. Alles wat aan deze oorsprong refereert noem je jazz. Alles wat er niet aan refereert noem je geen jazz."

Kletsboem. Retteketet. Holadijee. Door Yuri's woorden ben ik, nee werd ik, gedwongen over na te gaan denken over de vraag 'wat is jazz?'. Dat valt niet mee. Alle bestaande definities van Leonard Feather tot aan Joachim Berendt voldoen min of meer, maar voelen niet bevredigend. Yuri's stelling 'Jazz is volksmuziek' behoeft in mijn beleving een verfijning: 'Jazz is grotendeels zwarte volksmuziek', maar dit terzijde.

Is jazz geen improvisatiemuziek, maar de kunst van het variėren op een melodie? Na alles wat ik over jazz gelezen heb, denk ik dat jazz van het begin af aan pure improvisatiemuziek is geweest. Dat heeft te maken met de bron waaruit geput werd, de blues. Die op zijn beurt ook weer ontstond uit pure improvisatiemuziek: de gospel. (De spiritual doet hier niet mee, omdat dat vastliggende gezongen gebeden zijn, terwijl de gospel vraag-en-antwoordmuziek is, die alle richtingen op kan waaieren). Uit zijn woorden maak ik op dat er door Yuri voor het gemak maar even van uitgegaan wordt, dat er alleen geschreven muziek gebruikt werd om op de melodie te variėren. Is dat namelijk niet het geval, dan bestaat het ten gehore brengen van de melodie uit interpretatie en dat is dan eigenlijk al improvisatie. Vandaar dat het Concertgebouworkest met partituren voor zijn neus zit. Komt er een gastsolist zijn kunnen vertonen zonder gebruikmaking van de partituur, dan is de kans zeer groot dat er improvisatie plaats vindt. Arthur Rubinstein was er berucht om. "He had a tendency to miss notes and improvise rather than play difficult..." Maar omdat het zo'n geweldige musicus was viel niemand daarover. En terecht. (Trouwens, is de genoteerde klassieke muziek niet het al dan niet definitieve resultaat van een oneindig aantal improvisaties?)

Dat Yuri jazz van oorsprong geen progressieve muziek noemt, is natuurlijk een gotspe. Jazz is vanaf het begin simpele muziek, die daardoor noodt tot progressie. Zeker als het woord progressief wordt gelezen als trapsgewijze vooruitgang. Elke moedige jazzmuzikant voelt zich uitgedaagd door die eenvoud, om daar een eigen draai aan te geven. En, de hoorbare bewijzen zijn er, dat zijn maar al te vaak progressieve draaien. Beweren dat jazz geen vooruitgang kent, lijkt mij een mentale, niet fysieke gehoorbeschadiging.

"Alles wat aan deze oorsprong refereert noem je jazz. Alles wat er niet aan refereert noem je geen jazz", zegt Yuri. Dit is een ongehoorde simplificatie. Alles wat aan een bolvorm refereert noem je rond en alles wat er niet aan refereert vierkant. Zoiets. Wat jazz nu eigenlijk is, moet duidelijk getoetst worden. Voor mij is het simpel: alles wat mijn lijf doet bewegen is jazz. Dit is natuurlijk zeer persoonsgebonden en te eenvoudig. Na enig peuteren kwam ik tot een - mogelijk - betere definitie: Jazz is het samenspel van metrum en melodie, op een dusdanige wijze dat er een zowel geestelijke als fysieke reactie ontstaat. Dit dan weer in tegenstelling tot klassieke of contemporaine muziek, waar - uitzonderingen daargelaten - wel geestelijke maar geen fysieke reacties ontstaan. En ook weer in tegenstelling tot popmuziek, waar wel fysieke maar geen geestelijke reacties ontstaan. (Hoewel sommige mensen door sommige popliedjes heftig beroerd kunnen worden).

Vervolgens schreef ik mij bekende jazzmakers en liefhebbers aan om hun mening te vernemen over deze vraag. De antwoorden tonen duidelijk verdeelde meningen aan. Dat verwonderde mij niet. Toch kon ik uit de antwoorden wel een paar kenmerken pikken die wat duidelijkheid scheppen:

1. Improvisatie vormt een integraal onderdeel.
2. Zonder improvisatie geen jazz.
3. Swing wordt beschouwd als inherent aan jazz.
4. Jazz is qua uitvoering zeer persoonsgebonden.
5. Jazz is nooit voltooid.

Volgende keer meer.

Herbert Noord (foto: Cees van de Ven)

Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943) formeerde in 1967 zijn eerste eigen groep met onder meer Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazza Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder anderen Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. De band bracht verschillende cd's uit, speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland.