Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

In memoriam Paul Weeden (1923-2011)

Ergens in 1983 plofte er een grote bruine envelop op de deurmat. Aan de postzegels zag ik dat deze post uit Noorwegen kwam en nieuwsgierig opende ik de envelop. De inhoud bestond uit een grote foto, een brief en een biografie. De foto toonde een glimlachende gitarist: Paul Weeden.

door Herbert Noord, juli 2011

In de brief stond dat hij van mij gehoord had en dat hij bij gelegenheid graag eens met mij zou willen samenspelen. De biografie liet een indrukwekkende lijst van musici en platen zien. Dat ik mij daardoor plezierig verrast voelde, zal ik niet ontkennen. In de Nederlandse jazzscene werd ik als een buitenbeentje beschouwd, in de hand gewerkt door het instrument dat ik bespeelde, breek me de bek niet open. Dus dat hier een musicus, die onder meer maar liefst zes lp's met Don Patterson op zijn naam had staan, zich aanbood om samen met mij muziek te gaan maken, was bijna niet te geloven. Ik schreef hem terug dat ik ging trachten om een en ander te realiseren. Een beetje terughoudend was ik wel, want ik besefte maar al te goed dat zoiets gemakkelijker gezegd dan gedaan was.

Is het huidige jazzklimaat in Nederland al niet om over naar huis te schrijven; in de tachtiger jaren was het nauwelijks beter, zeker wat de financiën betreft. En wie kende Paul Weeden tenslotte, ook maar een handjevol kenners. Het duurde dan ook tot 1986 voordat mijn vrouw en ik erin slaagden een kort tourtje in elkaar te draaien. Toen ik Paul voor het eerst ontmoette, was er meteen een klik. Zowel de persoon als de muzikant ontpopte zich als een vriendelijke, wereldwijze maar ook nieuwsgierige man, die zich snel aanpaste aan zijn medemusici. Van Kenny Burrell en Ray Brown hoorde ik later dat Paul een echte musician's musician was, zoals de Amerikanen dat zo treffend zeggen. Alles in dienst stellen van de groep om die naar een hoger niveau te tillen.

Die eerste tour was meteen een feestje. Samen met de uit Chicago afkomstige Tommy 'Madman' Jones op sax en Fred Cohen op drums trokken wij het hele land door, van Venlo tot Groningen. Het jaar daarop werd een nieuwe tour georganiseerd, ditmaal met Charlie Green op trompet, Fred Leeflang op tenorsax en Rick Hollander op drums. Aan het einde van deze tour doken wij de studio van Max Bolleman in, hetgeen resulteerde in de lp 'Clear Sight'. Tot mijn grote vreugde kreeg deze lp een zeer goede recensie in Cadence. Daarna heb ik nog een paar jaar met Paul door Nederland getoerd, onder anderen samen met Rinus Groeneveld en Pierre van der Linden, en nog twee plaatopnamen gemaakt die respectievelijk in Engeland en Duitsland werden uitgebracht. Op deze opnamen zijn ook een aantal composities van Paul vastgelegd. Paul had een fors aantal nummers geschreven, die door bekende en minder bekende musici op de plaat waren vastgelegd, waaronder Wynton Kelly en Gene Ammons.

Paul was een bescheiden mens; net zomin als hij zich voorstond op alle bekende musici waarmee hij had opgetreden, net zo min ging hij prat op zijn innige vriendschap met Wes Montgomery. Zo heb ik later pas van een van Pauls zusters vernomen dat de buurjongens Paul en Wes altijd samen bezig waren een aparte gitaarstijl te ontwikkelen, onder meer gebaseerd op het spelen met de duim. Paul zwierf als musicus over de hele wereld, bijvoorbeeld als opvolger van Freddie Green in de Count Basie Orchestra onder leiding van Frank Foster. Zo zat ik eens naar een BBC-programma te kijken waarin Diane Schuur optrad met deze band en zag ik plotseling Paul in beeld verschijnen. Praktisch alle hammondorganisten, van Lou Bennett tot Melvin Rhyne en Jimmy Smith, hebben wel eens een beroep op Paul gedaan, want hij wist als geen ander hoe een Hammond te begeleiden. Wat Paul tot zo'n gewilde begeleider maakte, was vooral zijn timing en akkoordenkeus.

Tussen 1974 en 1987 zijn er - op een enkele lokale Noorse uitgave na - geen platen van Paul verschenen. Daar was een reden voor. In 1974 werd door RCA de plaat 'Attakullaculla' uitgebracht. Hierop is Paul te horen met de Noorse pianist Egil Kapstad. Het is een bijzondere plaat waarop mooie muziek gemaakt wordt. Toen Paul in 1975 in New York was, liep hij bij het hoofdkantoor van RCA binnen om over zijn plaat te praten. Tot Pauls verbijstering wilde men hem niet ontvangen, omdat hij een 'minor artist' was, kortom van geen belang voor de inkomsten van RCA. Paul nam toen het besluit om nooit meer voor een platenmaatschappij te werken. Het kostte dan ook veel overredingskracht om Paul de studio in te krijgen om 'Clear Sight' op te nemen.

Een ander opmerkelijk verhaal dat ik over Paul hoorde was, dat hij op een vliegveld George Benson tegen het lijf was gelopen. Paul en George kenden elkaar en George begon te klagen over het gebrek aan werk en dat het allemaal niet zo lekker liep. "How can I change it?", vroeg George aan Paul. "Start singing", was Pauls antwoord en the rest is history. Zelf was Paul al in de tachtig toen hij met zingen begon, omdat hij door een polsbreuk niet meer in staat was gitaar te spelen en toch muziek wilde blijven maken. Over dat zingen nog iets. Toen ik met Paul en Tommy in een club in Maastricht optrad, zaten er op de eerste rij een paar fraaie blonde dames. Halverwege de tweede helft van het concert werd het Paul te machtig en barstte hij spontaan in een enigszins scabreuze blues uit, die bijna twintig minuten duurde en het publiek tot uitbundige reactie bracht.

Hoewel wij het er nooit expliciet over hadden, was de reden van Pauls vertrek uit Amerika in 1966 en zijn domicilie in eerst Zweden en naderhand Noorwegen, voor een deel gelegen in het feit dat Paul meer dan genoeg had van de altijd aanwezige ondertoon van racisme in de Verenigde Staten. Het beklemde hem en ondanks het succes dat hij met Don Patterson en Billy James had - ze speelden bijna elke dag en werden goed betaald - vertrok hij uit de VS.

Aan het eind van de zestiger jaren kwam Paul voor het eerst naar Nederland. Zo speelde hij in 1969 met onder anderen Carl Schulze, Theo Loevendie en Rein de Graaff in het Lurelei-theater en Paradiso. Optredens die op de radio werden uitgezonden. Hij verbleef zelfs een tijdje in Amsterdam in de woning van Ischa Meijer. Toen Paul weer eens voor een tournee in Amsterdam was, liet hij weten graag in contact met Ischa te komen. Het kostte mij wel enige moeite om uit te vinden dat hij Ischa bedoelde, want uit wat Paul voor naam noemde kon ik eerst geen chocola maken. Maar goed. Ischa deed eind jaren tachtig een radioprogramma vanuit café Eik en Linde en mijn vrouw nam Paul daarmee naar toe. Het was een prachtig moment, want Ischa was midden in de uitzending toen hij Paul in het oog kreeg. Ischa's spraakwaterval stokte voor wat een eeuwigheid leek. Hij was helemaal van slag. Later zijn wij met Paul en Ischa gaan eten. Dat was ook een aparte belevenis. Ischa had voor Paul duidelijk een zeer hoge waardering, maar die had weinig met muziek te maken. Ik kreeg een beetje het gevoel van een vader-zoonrelatie. Opmerkelijk, maar het fijne ben ik nooit te weten gekomen, want geheimen waren bij Paul absoluut veilig en roddel en achterklap waren hem vreemd. Over andere musici liet Paul zich alleen positief uit; het feit dat je de moeite nam om muziek te willen maken, was voor hem genoeg. Wat niet wegnam dat hij soms ongezouten commentaar gaf als je er niets van bakte, maar altijd opbouwend.

Overigens is er ook een literaire link tussen Paul en Nederland. In zijn boek 'Een blauwe golf aan de kust' uit 1986 van wijlen Henk Romijn Meijer komt Paul ook een paar maal voor. Henk, die zelf een niet onaardige gitarist was, beschrijft hoe Paul een concert bij iemand thuis geeft. Het wordt steeds rumoeriger door het overvloedige drankgebruik en op een gegeven moment besluit Paul maar te stoppen, want hij kan niet meer boven het lawaai uitkomen. Henk heeft dat fraai beschreven.

Ik heb samen met mijn vrouw - Miss Manager, zei Paul altijd - Paul en zijn Noorse vrouw Gunn een aantal malen opgezocht in Noorwegen. Hij was daar zeer gezien en heeft diverse onderscheidingen van het Noorse ministerie van Onderwijs en Cultuur ontvangen vanwege zijn activiteiten ter verspreiding van de jazz in Noorwegen. In dezelfde zaal waar de Nobelprijzen worden uitgereikt, werd Paul gefêteerd, gelauwerd, toegezongen en -gespeeld. Hij gaf cursussen voor aankomende jazzmuzikanten en speciale masterclasses voor gevorderden, onder meer in de VS, Frankrijk en IJsland. Ook in Nederland heeft Paul verschillende drukbezochte workshops gegeven.

Als een goede jazzmuzikant en een mooi mens, zo zal ik mij Paul altijd blijven herinneren. Gelukkig valt zijn muziek nog te beluisteren en hoewel het maar twee minuten en veertig seconden duurt, laat 'Happy With Paul' van de cd 'Watch Out For The Jazzpolice' perfect horen wat Paul voor een inspirerende jazzmusicus was.

Herbert Noord (foto: Cees van de Ven)

Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943) formeerde in 1967 zijn eerste eigen groep met onder meer Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazza Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder anderen Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. De band bracht verschillende cd's uit, speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland.