Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Het regent sterren

Recensies van nieuw verschenen jazz-cd's in zowel Het Parool als HP/DeTijd werden gedoteerd met vier sterren. Als argeloze lezer denk je dan: dat is in ieder geval kwaliteit wat daar te beluisteren valt. Nu ben ik helaas geen argeloze lezer maar een argwanende. Argwaan, gevoed door het jarenlang stelselmatig ondergraven van het begrip jazz, door die met sterren smijtende scribenten.

door Herbert Noord, november 2010

In de internetloze jaren was je, als potentieel geïnteresseerde in deze gelauwerde musici, aangewezen op een gang naar de platelaar om zelf te gaan beluisteren of het lofdicht wel terecht was gedeclameerd. Meestal had er al een schifting vooraf plaatsgevonden. Was bijvoorbeeld de smaak van de recensent niet de jouwe, dan wist je dat die vier sterren garant stonden voor muziek die je niet in jouw collectie wilde hebben.

Kwam de smaak van de recensent daarentegen wel vaker met de jouwe overeen, dan was die aansporing meestal genoeg om eens te gaan luisteren aan de daartoe ingerichte luistertoonbank met aan elk oor een soort halve telefoon. Soms, heel soms, was er een recensent die een stukje met een dermate enthousiasme opdiende, dat je eigenlijk voor je goede fatsoen niet om zijn advies heen kon. Dankzij bijvoorbeeld een Erik van de Berg, Rudy Koopmans, Chiel de Ruyter of later Rudie Kagie is mijn platenkast flink gevuld geraakt.

Bij deze kritiekschrijvers had ik ook altijd het gevoel dat de jazz door hun aderen vloeide. Ze stonden ermee op en gingen ermee naar bed. Je kon ze bij wijze van spreken midden in de nacht wakker maken - tenminste als ze dan al sliepen - en vragen met wie Monk in 1958 op het Newport Jazz Festival had gespeeld en het antwoord kwam er dan zonder haperen uit: Charlie Rouse, Pee Wee Russell, Butch Warren en Frankie Dunlop.

Maar met de huidige garde vind ik het oppassen geblazen. Op een of andere manier is de zaak behoorlijk geërodeerd geraakt. Of dat nu is gekomen doordat het de recensenten aan historische informatie ontbreekt, of omdat er eerst bijvoorbeeld popbloed door hun aderen heeft gevloeid dat het naderhand via transfusie toegediende jazzbloed ontoelaatbaar heeft verdund, het is allemaal mogelijk. Misschien is het simpelweg een reeds in zijn jeugd op het verkeerde been gezette hoofdredacteur die gezegd heeft: een beetje minder met die jazz, dat gepiep en gereutel, daar zijn onze lezers niet oprecht in geïnteresseerd.

Maar dat was in het internetloze tijdperk, nu is er YouTube. Dan tik je de naam van zo'n besterde musicus in om eens te beluisteren - en te bekijken - hoe hij het er in die tweedimensionale werkelijkheid van afbrengt. Confronterend. Afgezien van de technische beperkingen, vaak matig beeld en redelijk geluid, wordt al binnen dertig seconden duidelijk of de geregistreerde er werkelijk wat van bakt en of die vier of zelfs vijf sterren werkelijk terecht waren. Ik ben eerlijk genoeg om meteen toe te geven dat persoonlijke smaak hier ook een woordje meespreekt, maar daarnaast kan ik toch wel een beetje beoordelen of iemand 'het' heeft of dat het gewoon een musicus zonder bijzondere capaciteiten is. Aardig, maar ook niet meer dan dat en dat soms ook niet eens.

Bij al die op YouTube bekeken clipjes kwam één zaak altijd weer naar voren: het ontbreekt de huidige generatie duidelijk aan 'ballen'. Ze staan niets eens voor de deur van de kerk, nee, ze spelen op de trappen ervoor. Maar die kerk binnengaan en de boel eens flink ophitsen, tot de gelovigen smeken om genade, zoals ik Lonnie Smith oktober 2009 in het Bimhuis zag doen, dat zit er niet bij. Gedreutel, gereutel, fijnpoeperij en kijk-mij-eens-beschaafd-wezen. Ja, overdadig aanwezig, maar echt smerig, de dames het benauwd doen krijgen zodat ze alles willen uittrekken, de mannen de messen doen grijpen: dat ontbreekt ten ene male.

Die vier sterren staan maar al te vaak voor een weeïge lauwe prak, terwijl ik graag rendang met een flinke lik sambal mag proeven. De vraag waarom dit zo is, valt niet eenduidig te beantwoorden, maar ik vrees dat het te danken is aan het onderwijzen van jazz op het conservatorium; dat heeft die muziek geen goed gedaan. Want men kan wel de technische vaardigheden tot op zekere hoogte bijbrengen, maar niet hoe je als drummer een saxofonist in zijn kuiten bijt of als gitarist een pianist achter zijn vodden zit. Dat zit in je of niet.

Mij lukt het ook niet altijd maar soms wel, check het zelf maar op YouTube. Tenslotte, dit schreef Opheffer (pseudoniem van Theodor Holman) in de Groene Amsterdammer: "Jazz is voor een steeds kleiner wordende elite, maar welk voordeel zij genieten, kunnen ze alleen maar intuïtief weten. Zeker is dat zo'n kleine elite snel uitsterft." Alleen schreef hij 'literatuur' waar ik jazz schreef, maar de geldigheid van de uitspraak is gelijkwaardig.

Herbert Noord (foto: Cees van de Ven)

Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943) formeerde in 1967 zijn eerste eigen groep met onder meer Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazza Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder anderen Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. De band bracht verschillende cd's uit, speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland.