Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Zwart

De Duitsers hebben er een uitdrukking voor: als plotsklaps het inzicht doorbreekt, dan vormt de uitspraak 'Aha Erlebnis' de gepaste omschrijving. 'Schultze Get’s The Blues', een Duitse film uit 2003 die op het Belgische Canvas werd uitgezonden, bracht deze aha-erlebnis bij mij teweeg.

door Herbert Noord, december 2009

Schultze is een gepensioneerde mijnwerker die polka's op een accordeon speelt. Eenmaal per jaar is er een feestavond van de lokale muziekvereniging en Schultze wordt dan geacht zijn polka-kunstje ten gehore te brengen. Voor het zover is, stoot Schultze bij toeval op een radiozender die Zydeco uitzendt. Eerst draait hij de zender meteen weg, maar zijn nieuwsgierigheid wint en hij luistert het nummer uit. Duidelijk geïnspireerd pakt de man vervolgens zijn accordeon en na enig pogen slaagt hij erin het Zydeco-wijsje tot leven te brengen. Wanneer de jaarlijkse feestavond daar is en Schultze het podium betreedt, is de verwachting van het publiek: nu komt de polka. Die komt dus niet; in plaats daarvan danst een vrolijk Cajun-wijsje door de feestzaal.

Wanneer de accordeonist zijn nummer beëindigd heeft, klatert er geen applaus, maar valt er een doodse stilte. Drie mensen beginnen schuchter te klappen, maar worden meteen onderbroken door afkeurend geroep en vervolgens begint er iemand te schreeuwen dat hij niet gediend is van die kloterige negermuziek. Het beeld kwam mij zo bekend voor. Hier werd de essentie getoond van wat ik eeuwig en altijd op de achtergrond voel meespelen: die ongenuanceerde haat tegen swingende zwarte muziek.

Dat onbehaaglijk gevoel vormt één van de redenen, dat ik er al jaren geleden mee ben gestopt om mij als jazzliefhebber te profileren onder niet-gelijkgestemden. Doe je dat namelijk wel, dan loop je een gerede kans een kliko vol onzin, narigheid en verhulde afgunst over je uitgestort te krijgen.

Dan doet het niet ter zake of je als blanke die muziek waardeert; het is gewoon een voelbare giftigheid die de vertolker bespringt. Natuurlijk, in een jazzclub - of wat daar zo langzamerhand nog voor door moet gaan - heb je daar praktisch geen last van. De mensen die daar luisteren zijn bewust gekomen, maar zij vormen een te verwaarlozen deel der natie. De overigen, de overgrote meerderheid, moet nog steeds niets van jazz hebben. En dan bedoel ik niet het slappe gedoe dat vandaag de dag onder die noemer gerangschikt wordt, maar het echte werk, waar zich nog maar een paar musici in dit land voor inzetten.

Waar ligt de oorzaak van die vijandige houding? Ik twijfel er niet aan dat een deel op de volksaard is terug te voeren. Het typisch Nederlandse adagium 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' is daar beslist debet aan. Swingen en improviseren worden beslist niet als gewoon aanvaard - Frans Bauer en Marco Borsato, dat is de modus. Het heeft er ook mee te maken dat jazz nooit een eerlijke kans heeft gekregen, noch hier, noch in het land van herkomst. Al de musici van mijn generatie, maar zeker ook de voorgaande generaties, hebben nooit een kans van de gevestigde instanties gekregen. Niet van de gesubsidieerde media als radio en tv, niet van de gevestigde culturele elite. Laat u niets wijsmaken: al de radioprogramma's waar jazz te beluisteren viel, waren simpelweg speeltjes van sommige omroepbonzen die er aardigheid in hadden af en toe zo'n jazzgeroepene een kluifje toe te werpen. Jazz op uren uitzenden dat ook jongere oortjes met deze muziek kennis konden maken, was al helemaal uit den boze.

In de concertpraktijk was het al niet anders. Bidden en smeken moest je om een slecht betaald optreden buiten het door dappere liefhebbers op de been gehouden jazzclubcircuit te krijgen. Ja maar, hoor ik u zeggen, er is toch ook subsidie gekomen voor jazzmusici? Subsidie? De fooienpot op het verantwoordelijke ministerie werd nog eens omgekeerd en jawel, daar kwamen warempel nog twee guldens te voorschijn.

In de Verenigde Staten - het land van herkomst - is het al nauwelijks anders. Ook daar is de belangstelling langzamerhand minimaal te noemen en wordt er van alles gespeeld in jazzclubs, maar geen jazz. Ook daar is er een in tal en last groeiend zangeressenbestand en een afnemend besef van wat jazz nu eigenlijk is.

Oh ja, wat Schultze betreft: die sterft gezeten op een dekstoel op een woonboot in de swamps van Louisiana na een aangenaam Zydeco-avondje. Mission accomplished.


Herbert Noord (foto: Cees van de Ven)

Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943) formeerde in 1967 zijn eerste eigen groep met onder meer Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazza Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder anderen Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. De band bracht verschillende cd's uit, speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland.