Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Witwasserij

Eind 2005 heb ik in een van mijn columns de staf gebroken over het feit, dat het Amsterdams conservatorium het bestond les te gaan geven in 'zwarte jazz'. Te belachelijk voor woorden vond ik dat. Maar na lezing van een mij begin juni toegezonden artikel uit de San Francisco Chronicle dien ik daar toch anders over te denken.

door Herbert Noord, oktober 2007

Het artikel gaat over een door een jazzclub - met de nadruk op het woordje 'jazz' - afgelopen mei uitgegeven cd ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de club. De jubileum-cd bracht de gemoederen tot verhitting, want er viel geen Afro-American musici op te beluisteren. Volgens de lokale jazzliefhebbers staat dat gelijk aan het serveren van appeltaart gemaakt zonder appels. Met het bericht dat op het vijfdaagse Berkeley Downtown Jazz Festival dat in augustus plaatsvond, maar zes Afro-Amerikaanse muzikanten waren uitgenodigd, werd er meer olie op het vuur gegooid. Het verweer van de jazzclub tegen deze aantijging was, dat in de loop van die tien jaren weliswaar veel Afro-Americans in de club hadden opgetreden - waaronder Joshua Redman, Abbey Lincoln en Elvin Jones, om er maar een paar te noemen - maar dat de club daaraan geen recht kon ontlenen hun muziek op een cd te zetten.

Toch blijft het pijnlijk, want het staat natuurlijk buiten kijf dat jazz van oorsprong en bij uitstek Afro-Amerikaanse muziek is. Blanke musici hebben in de ontwikkeling van de jazzmuziek altijd een rol van ondergeschikt belang gespeeld. Revolutionaire verandering kwam van de Afro-American kant en nergens anders vandaan. Dit vastgesteld hebbende zijn bovengenoemde berichten bijzonder wrang. Op een belangrijk (Amerikaans) jazzfestival maar zes Afro-Americans laten optreden geeft te denken over de organisatie.

Volgens bekende jazzmusici, festivalorganisatoren en academici laten deze twee incidenten duidelijk zien dat Afro-Americans langzaam uit hun eigen muziek worden weggewerkt. Herve Ernest, een Afro-Amerikaanse organisator van een ander jazzfestival, constateerde dat er zowel lokaal als nationaal een 'witwasserij' van jazz plaatsvindt. Ook stelde hij vast dat bezoekers aan een jazzfestival voor 90% (*) uit blanken bestaan. Deze organisator zei het volgende: "It really gets me upset that people like Norah Jones (who is white and East Indian) get pushed through with heavy marketing when there are dozens of African American female jazz vocalists who, in my opinion, are 10 times better. I'm not sure if the exclusion is intended or an honest overlook, but we created jazz and we are still playing it, so we should not be overlooked".

De situatie in Europa - en dan speciaal in ons land - valt natuurlijk moeilijk te vergelijken met die in de VS. Mochten er echter scherpslijpers zijn die het gebruik van het woord 'jazz' langs de Afro-American meetlat gaan leggen, dan hebben wij hier eveneens een probleem. Het aantal keren dat je een Afro- Amerikaanse musicus hoort en ziet optreden in een Nederlandse jazzclub of op een Nederlands jazzfestival, is uitermate gering.

Ook op het afgelopen North Sea Jazz Festival was het aandeel Afro-American niet overweldigend. Van de pakweg 180 optredende groepen waren er 24 geheel of gedeeltelijk van Afro-Amerikaanse komaf. Ze vormden wel de belangrijkste acts, dat dan weer wel. Het kruimelwerk werd, op een paar uitzonderingen na, aan Europese groepen uitbesteed.

Als ik overigens mijn aan jazz gerelateerde meetlat pak, dan wordt het helemaal ernstig, want de Paul Anka's, Elvissen Costello's en Snoeperige Honden vallen dan meteen ten prooi aan mijn definitief 'nimmer en nooit is dit jazz'-oordeel. Dat van die witwasserij-beschuldiging begrijp ik wel, maar dat hier een verloren strijd gestreden wordt, praat je mij niet uit het hoofd, ondanks het feit dat er nog genoeg (echte?) jazzmusici zijn die zich willen laten horen. Op een desolaat station staan zij te wachten op een trein die lang geleden is langsgedenderd en niet retour komt.

*) Dit is in mijn opinie overigens minder schokkend dan het lijkt. Er zijn 300 miljoen Amerikanen en rond de 10% daarvan is van Afro-American origine. Een jazzfestival zou dus een perfecte afspiegeling van de Amerikaanse maatschappij kunnen zijn.

Herbert Noord (foto: website The Wonderful World Of Hammond Music)

Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943) formeerde in 1967 zijn eerste eigen groep met onder meer Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazza Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder anderen Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. De band bracht verschillende cd's uit, speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland.