Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Jazz = Jazzism = Jazzwasm = Jazzgezever

door Herbert Noord, oorspronkelijk gepubliceerd op 1 juni 2006

De kans dat kamikazepiloten hun op vernietiging gerichte actie overleefden mag vele malen hoger worden ingeschat dan de overlevingskans van een jazzblad in ons land. Het exploiteren van een dergelijke uitgave kan rustig onder de noemer liefdewerk en oud papier worden geschaard. Toch blijken er elke keer weer enthousiastelingen voor het jazzblad-karretje gespannen te kunnen worden. De klus die tot op heden door niemand geklaard is, denken zij wel even te kunnen klaren. Ik mag hier fijntjes om glimlachen.

Er zijn een paar foute uitgangspunten die tot de oprichting van een jazzblad leiden:
1. Er is een publiek voor jazz
2. Men zit te wachten op een jazzblad
3. De informatie is interessant genoeg
4. De adverteerders stromen toe
5. Er is sprake van een bruisend jazzleven

Als er al ooit een publiek voor jazz is geweest, iets wat ik waag te betwijfelen, dan was het in ieder geval miniem. Met ingewijden heb ik wel eens een schatting gemaakt van het aantal echte jazzliefhebbers in ons knollenland. We kwamen echt niet boven de 10.000*) uit en dan nog met ruime maat gemeten. In ieder geval een te kleine basis om daar een bruisend jazzleven mee te entameren. Als je alleen al weet dat van elke 100 verkochte cd's er slechts één onder de zeer ruime noemer jazz (incl. blues/dixieland e.a.) geschaard kan worden, dan voel je de bui al hangen.

Die al redelijk beperkte groep wil misschien wel een jazzblad, maar dan wel een actueel jazzblad, en niet een glossy dat om de twee à drie maanden verschijnt. Een adequate concertagenda vormt wel een minimum vereiste, iets wat bij genoemde verschijningsfrequentie natuurlijk een lachertje blijft.

De informatie is absoluut niet interessant genoeg, want je hoeft maar een paar jaargangen door te bladeren van de tot op heden verschenen uitgaven en je komt een onaf-zienbare stroom artikelen over steeds dezelfde dode jazzmuzikanten tegen. De top drie: Parker, Holiday en Davis, op de voet gevolgd door Coltrane. Als er eens een nieuwe naam opduikt, dan wordt die altijd minimaal gerelateerd aan één van deze vier. Zangeressen, de stakkers, worden zonder uitzondering met Holiday vergeleken en blazers die niet mins-tens de namen van Parker, Davis of Coltrane als inspiratiebron noemen mogen niet meer meedoen.

Adverteerders kijken naar het lezersbereik en zetten daar meteen de nodige vraagtekens bij. Alleen adverteerders met een schier onbegrensd budget en met een jazzafwijking plaatsen tegen beter weten in een advertentie, uit medelijden.

Een bruisend jazzleven is mij onbekend. In een 'kleine wereldstad' als Amsterdam kan niet eens een echte - ongesubsidieerde - jazzclub de deuren geopend houden. (Slavendrijverijen als de Alto laat ik even buiten beschouwing). Het is al talloze malen geprobeerd en evenvele keren faliekant mislukt, in het laatste decennium mogen de Odeonkelder, Parker en als laatste de Pompoen in deze als ondersteunend voorbeeld dienen. De Pompoen slaagde er bijvoorbeeld zelfs met een naam als Lonnie Smith niet in het volk voor de tv vandaan te rukken.

De laatste jaren moest de jazz-geïnteresseerde het doen met de glossy 'Jazz'. Hoewel tegen beter weten in erop geabonneerd, viel het niet mee. Een eindeloze reeks van zangeressen, foute dj's en niet swingende muzikanten figureerden op de glanzende pagina's afgewisseld met totaal misplaatste mode, restaurantrecensies en andere flauwekul.

De redactie die voor deze flauwekul verantwoordelijk was heeft een maandje geleden aan de kuierlatten getrokken wegens financiële wanprestatie van de uitgever. Ze zijn niet stil blijven zitten en hebben nu bij een nieuwe uitgeverij de kans gekregen om aan te tonen dat ze wel een echt jazzblad kunnen maken. Dit blad, waarvan de eerste uitgave inmiddels in de kiosken ligt, heet Jazzism. Tja.

Bij de cd-recensies wordt meteen de nieuwe cd van Jazzanova besproken, niet echt iets waar de oprechte liefhebber met bonzend hart naar zal uitkijken. Nou ja, ieder z'n lol, maar wel een duidelijk voorbeeld van jazzinflatie. Ik vrees, dat de gedrukte jazzmedia het stevig voor de kiesjes gaan krijgen met de inmiddels al vier internet-jazzmagazines, die veel actueler, geen plaats innemend en ook nog eens gratis zijn. Vooral dat laatste spreekt een belangrijk woordje mee, zeker in ons land.

*) Toen ik eind zestiger jaren de 14-daagse 'Jazzagenda' uitgaf, bereikten wij na twee jaar een maximum oplage van 3.200 gratis(!) stuks. Deze oplage was tot stand gekomen mede dankzij de adressenbestanden van bijna alle Nederlandse jazzclubs e.d. waaronder Paradiso. Ook het eerste door Paul Acket georganiseerde North Sea vormt een indicatie met 8.900 bezoekers in drie dagen(!!)

Herbert Noord (foto: website The Wonderful World Of Hammond Music)

Hammond-organist Herbert Noord (26 juli 1943) formeerde in 1967 zijn eerste eigen groep met onder meer Hans Dulfer. In 1969 bracht hij met deze groep het debuutalbum 'Live At The Bohemia Jazz Club' uit. In de zeventiger jaren maakte Herbert platen met onder anderen Alan Laurillard, de Amerikaanse saxofonist Harvey Kaiser en de Amerikaanse gitarist Paul Weeden. Met Kaiser tourde Herbert diverse malen door de Verenigde Staten. In 1989 formeerde hij met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld en drummer Pierre van der Linden de zeer succesvolle - en nog steeds actieve - formatie Advanced Warning. De band bracht verschillende cd's uit, speelde diverse keren op het North Sea Jazz Festival, tourde regelmatig door Duitsland en Zwitserland en was een graag geziene gast op de belangrijke podia en festivals in Nederland.