Draai om je oren
Jazz en meer - The Jazz Case



home  
    
    
 

Waardering: ***** meesterwerk **** goed *** redelijk ** matig * slecht

Sanne van Hek - 'Ask Me Later'

Sanne van Hek - 'Ask Me Later' (Jazzpodium DJS , 2004) ***

Het is altijd zeer de moeite waard om kennis te nemen van jong jazztalent zoals hier. Trompettist Sanne van Hek studeert momenteel met een haar toegekende beurs aan de gerenommeerde Manhattan School Of Music. Zij won in 2003 de NU Jazzprijs en nam in 2004 deze cd op in een productie van Hein van der Geyn met onder andere een vijftal Van Hek originals. Haar sidemen zijn Frans van Chossy (piano), Jeroen Vierdag (bas), Joost van Schaik (drums) en op drie stukken Dennis Gäbel (tenorsax). Haar talent en het feit dat ze momenteel Masterstudent is aan het Amsterdams conservatorium, hoor je er zeker aan af. Toon en techniek laten niet veel te wensen over, zoals in Ellingtons 'Rubber Botton', en bewijzen haar muzikale potentie. Haar artistieke persoonlijkheid zal de komen-de jaren zeker tot wasdom komen. Nu klinkt haar versie van 'In A Sentimental Mood' nog wat schools; het ontbreekt nog aan een persoonlijke signatuur. Misschien is deze cd daarom wel te prematuur. Met haar talent, ambitie en studie in Amsterdam en Amerika kan zij ongetwijfeld uitgroeien tot een complete trompettist, die met onder anderen Saskia Laroo kan zorgen voor wat vrouwelijk tegenwicht in het rijtje van uitstekende trompettisten dat ons land rijk is.

Gerry Hemingway Quartet - 'Devils Paradise'   Gerry Hemingway  - 'Double Blues Crossing'

Gerry Hemingway Quartet - 'Devils Paradise' (Clean Feed, 2003) ***½
Gerry Hemingway Quintet - 'Double Blues Crossing' (Between the lines, 2005)****

Drummer Gerry Hemingway is vermaard om het gedegen werk dat hij met zijn cd's aflevert. Deze 'Devils Paradise' is daarop geen uitzondering. Uitstekende hedendaagse impromuziek. Een kwartet met klinkende namen ook. Naast Hemingway, die ook tekende voor alle composities, de avontuurlijke tenorsaxofonist Ellery Eskelin, trombonist Ray Anderson en ter afronding van dit illustere gezelschap mainstay bassist Mark Dresser. Zes van de negen stukken op deze cd zijn al eerder op cd verschenen, maar klinken rijper, meer uitgewerkt nu de tijd zijn werk heeft gedaan en het materiaal voor deze formatie gemeengoed is geworden. Er zijn veel hoogtepunten en momenten waarop men gecontroleerd loos gaat, zoals in 'Full Off'. Eskalin en Anderson doen qua expressieve improvisaties niet voor elkaar onder. Anderson is hier uitstekend in vorm en op dreef. Hij trekt de aandacht met heftige impro-erupties in het hoge register en levert met Mark Dresser inhoudelijk weerwoord voor Eskelins spel. Deze lijkt elke keer dat je hem beluistert aan belang te winnen. En ook al snak je soms naar adem, zoals in 'Toom Bow', waar men de grens bereikt van je luistervermogen, deze cd is wederom een boeiend Hemingway-statement. Eskelin en Anderson, hier spelend in het middenregister van zijn trombone, mengen subliem in de lamentatie 'Gentle Ben'. 'Tom Skeela' is een stuk geïnspireerd op de Afrikaanse kwela. Ray Anderson haalt nogmaals alles uit de kast en laat zijn trombone bijna als een trompet klinken.

Een beetje chauvinisme vanwege de inbreng van Wolter Wierbos mag, maar is niet de reden waarom ik warmloop voor deze cd. Dit is een volkomen ander album, met name door de medewerking van de unieke Frank Gratkowski op rieten, die hier in excellente vorm steekt. Verder spelen in dit kwintet Amit Sen (cello) en Kermit Driscoli (akoestische en elektrische bas). Het is weer een groots muzikaal vuurwerk met veel verrassende 'kleurenexplosies', improvisaties en ensemblespel met Hemingways drums, marimba en sampler. De drummer tekende voor alle composities. Gratowski op basklarinet is mee-slepend magistraal in 'Rallier' en je proeft als het ware de muzikale amicitia tussen Wier-bos, Gratowski en Hemingway. Niet verwonderlijk, want ze kennen elkaars klappen van de zweep al uit het Frank Gratowski Quartet. Hier klinkt alles uiterst homogeen. In 'Night Town/Tent' wordt door Hemingway een mooie sfeer neergezet. Suspensief, mysterieus en spanningsvol. Gratowski sputtert en laat zijn kleppen klapperen zoals alleen hij het kan. Wat een klankenpotentieel heeft deze oosterbuur toch in zijn bagage! Met een kortere, kernachtigere uitvoering had deze compositie nog aan impact gewonnen. Wierbos is terughoudend met zeldzaam introvert spel in 'Slowly Rising' en wordt door Gratowski's klarinetspel adequaat bijgestaan. In de fade-out van dit stuk keert men na het aan-gename kleuren- en klankenspel van deze nieuwe Hemingway als het ware voldaan huiswaarts.

Ronald Douglas - 'Lotus Blossom'

Ronald Douglas - 'Lotus Blossom' (Munich, 2005) ****

Dit is de eerste cd van Douglas die ook in Amerika wordt gedistribueerd. Mannelijke jazz-vocalisten zijn in ons land op de vingers van een hand te tellen en die van het kaliber Douglas nog veel minder. Op deze opname wordt hij bijgestaan door Joris Roelofs (rieten), Rob van Bavel (piano en Fender Rhodes), Koen Schouten (cello), Marius Beets (contra-bas) en Hans van Oosterhout (drums). Wat kan een mens zich nog meer wensen? Van Bavel schreef alle arrangementen en leverde en passant ook nog twee composities: de latin 'The Moon' en 'The Music', een fraai persoonlijk statement van deze sympathieke en grote Nederlandse pianist. Highlights zijn de ballad 'Why Did I Choose You', dat met het trio overtuigend en oprecht wordt vertolkt, en Pat Metheny's 'Always And Forever Yours', met lyrics van Deborah Brown en een fraai klinkende Joris Roelofs op sopraansax. Douglas beheerst een breed spectrum van de vocale jazz, van breekbare ballads tot swingers als 'A Beautiful Friendship'. Zelfs een belegen klassieker als 'Night And Day' waarmee deze cd eindigt, klinkt herboren, opgefrist en juichend, met uitstekende features voor Roelofs en Van Bavel.

Cor Fuhler - 'Corkestra'

Cor Fuhlers Corkestra - 'The Corkestra' (Data Records, 2004) ***

Het is een mixture van uitgeschreven arrangementen en deels individuele vrije improvi-saties die Cor Fuhler op deze cd heeft vastgelegd. Het resultaat is een zeer luisterbare geluidsexpositie. Corkestra bestaat uit Cor Fuhler (organ, clavinet en piano), Ab Baars (tenorsax, clarinet), Tobias Delius (tenorsax, clarinet), Anne La Berge (fluiten), Andy Moor (elektrische gitaar), Nora Mulder (cymbalon), Wilbert de Joode (bas), Tony Buck (percussie) en Michael Vatcher (percussie, zingende zaag, hammer dulcimer). De absur-dische titels van de gespeelde stukken geven geen enkele houvast. Wat te denken van 'Zand 1', 'Zout 2', 'Dromedaris', 'Cosinus', 'Zwerfduin' en 'Woestijntrol'? Maar deze cd is zeker interessant en soms ronduit vermakelijk, zoals in 'Rockpool', waarin Fuhler met elek-tronische manipulaties de gitaardistortion uit de hardcore op de hak neemt. De muziek van Corkestra is geen hapklare, licht verteerbare hedendaagse improjazz; het stelt de luisteraar terdege op de proef. Maar voor wie horen wil is er genoeg van zijn gading te vinden. De liefhebber kan bij een aantal suggestieve, beeldende stukken zijn eigen beelden erbij creëren.

(Cees van de Ven, 19.05.05)
The Jazz Case