Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Eric Vloeimans:
Ook zo'n 'pekske' aan

Eric Vloeimans is al jaren een internationaal gewaardeerde trompettist in de improvisatiemuziek. Ook hij begon zijn carrière in de fanfare. "Ik was de weg na één maat al kwijt."

door Eddy Determeyer, april 2007

Hemels, een andere term is er niet voor. Als Eric Vloeimans hoog op het balkon zijn trompet heft en de schitterend vormgegeven en royaal gedecoreerde ruimte van het Orgelpark vol blaast, is hij de engel Gabriël. Het Orgelpark, dat is de voormalige Parkkerk aan het Amsterdamse Vondelpark. Ooit predikte hier de legendarische dominee Buskes, later zaten er krakers en illegalen. Op het moment dat de kerk van louter treurnis in leek te storten, dook er een mecenas op, een orgelkenner, die het gebouw vorstelijk liet restaureren en er een tempel voor orgelliefhebbers van maakte. En zo opende burgemeester Job Cohen dit aardse paradijs op 20 januari en speelde het trio Eric Vloeimans-Michael Moore-Jeroen van Vliet er een week later.

Een beetje vreemd idee op het eerste gezicht: vrijgevochten improvisatiemuziek in zo'n in zijn oude grandeur herstelde orgeltempel. Tot je je realiseert dat het pijporgel het laatste improvisatiebolwerk in de klassieke muziek is. Vandaar dat er vaker toetsenspelers uit de jazztraditie in het Orgelpark zullen optreden. Inmiddels heeft Jasper van 't Hof ook een orgelrecital in de voormalige kerk verzorgd. In maart stonden improvisatoren als Sietze de Vries (27) en Sebastiaan van Delft (31) op het programma.

Verschuivende klankvelden
Vloeimans en zijn kompanen Moore (rieten) en Van Vliet (orgels) speelden er een soort spatiale muziek à la Henry Brant. Verspreid opgesteld in de ruimte vulden ze die met lange legato-tonen, waarbij ze een tranceachtige sfeer opwekten. Door van plek en van orgel te wisselen ontstonden er steeds wisselende klankvelden. Door het vrije gebruik van het metrum ontwikkelde zich een ter plekke verzonnen, persoonlijke taal.

Vloeimans (hij werd in maart 44) vindt zichzelf een laatbloeier. "Ik was zeventien of zo, toen ik de beslissing nam voor het conservatorium", vertelt hij. Veel verder dan Louis Armstrong en Glenn Miller was hij toen nog niet gevorderd. Nochtans had hij er op dat moment al een halve carrière in Den Bosch bij de Heineken Fanfare opzitten. "Mijn vader werkte in de Heineken-fabriek aan de Zandzuigerstraat. Er waren toentertijd alleen maar mensen van Heineken, die in de fanfare mochten. Zodoende zat ik daar tussen die gasten, de gemiddelde leeftijd was volgens mij vijftig. De eerste die boven mij kwam, was dertig of zo. En ik was twaalf. 'Menneke, komde gij maar effe mee. Moete gij een colaatje of zo, wittewel?' Ja, zo'n pekske, hahaha!" Eric springt op en wijst zich proestend van het lachen op een foto aan: "Ja jongen, echt zo'n zwarte broek met zo'n gouden rand en zo'n ding met van die rode dingen, gouden knopen en zo'n slipjas tot hier zo. Jézus, man! Dat vond ik toch wel geweldig."

"Van alles gedaan, voetbalwedstrijden en concerten en weet ik het allemaal. Ik weet nog goed, dat er psalmen gespeeld werden. En die dirigent, zo'n oude generaal, die stond ervoor, zo'n psalm te dirigeren (sluit zijn ogen, wiegt verheerlijkt met zijn hoofd, neuriet 'O Haupt voll Blut und Wunden', terwijl hij met trage gebaren dirigeert). Er waren geen maatstrepen, het waren gewoon noten, kwartnoten, geen maatstrepen, maar 'n soort accoladetjes. Dat was dan 'n rust. Ik snapte er geen moer van wat het allemaal was. Ik stond een beetje te playbacken en zo (neuriet hoemparitme). Derde bugel. En ik was het na één maat al kwijt, want ik wist niet wat een doorgesneden maat was. Dus ik zat allemaal te faken."

"Dat heb ik 'n héle tijd gedaan. Heel veel concerten gegeven, echt noten leren lezen. Koninginnedag, al dat soort dingen, op straat lopen en weet ik het allemaal. Alles, alles. Zo'n notenstandaardje. En concours hippique; dat werd gesponsord door Heineken. Dus hup, stond je tussen die paarden gewoon op een podiumpje, hoem-tek, hoem-tek, hahaha! En wij speelden van alles, hè. Sound of Music. Op concours geweest. Heb ik wel héél veel van geleerd."

"Het meest interessante instrument in de fanfare is eigenlijk bugel. Die speelt dan de melodieën, wat de klarinettisten vaak in de harmonie doen. Bugel, flügelhorn."

Trompetconcert van Huppelepup
"Ik werd laatst door de Heineken Fanfare uitgenodigd om bij het zoveeljarig jubileum mee te spelen. Ik zei, nou oké, ik wil wel heel graag meespelen, maar ik ga niet een of ander trompetconcert doen van Huppelepup, of wat jullie normaal spelen. Want a) dat vind ik helemaal niet leuk, dat is mijn vakgebied helemaal niet, er zijn honderden anderen die dat gewoon veel beter kunnen. En b) ik wil gewoon iets doen wat ik zelf ben. Dan laat ik jullie ook in je waarde. Dan zal iemand iets moeten schrijven. Dan wil ik een heel creatieve jongen hebben. Martin Fondse. Die kan álles. Die heeft laatst ook voor het Limburgs Symfonie Orkest voor mij geschreven. Martin heeft geen fanfareachtergrond, maar die kan waanzinnig schrijven, of het nou voor het Metropole Orkest, een symfonieorkest of wat dan ook is. Voor hem was het ook iets nieuws. Er zijn van die mensen, dat weet je, die kun je grenzeloos vertrouwen. Zodoende heeft hij ervoor geschreven en heb ik twee keer een concert met de Heineken Fanfare gedaan. Ik kon improviseren en zij deden iets wat zij ook konden."

"Een paar jaar geleden kwam de TPG Harmonie uit Rotterdam naar me toe; die wilde ook iets doen. Wat ik het leukste vind, is dat er iemand iets schrijft speciaal voor hen, speciaal voor die verjaardag van de TPG, met mij als solist; iets in drie of vier delen, dat dan een minuut of vijfentwintig duurt. Toen heeft Martin Fondse 'De Weg Van De Brief' geschreven. Hij is toen meegenomen naar zo'n sorteerfabriek, die geluiden en zo, héél erg leuk. Met die harmonie hebben we drie concerten gedaan."

"En nu is er het Gelders Fanfare Orkest, dat heeft exact dezelfde vraag gesteld. Met hen ga ik ook een voor hen op maat gesneden stuk doen met mij als solist. Martin heeft er een goede boterham aan."

Links en rechts ingehaald
Tegenwoordig geldt Eric Vloeimans als een van de meest prominente Nederlandse improvisatoren, die ook in het buitenland een graag geziene gast is. Hij kreeg in 2002 de VPRO Boy Edgar Prijs, de belangrijkste jazzonderscheiding in dit land, en onlangs sleepte hij met zijn groep Fugimundi een Edison in de wacht voor zijn cd 'Summersault'.

Inmiddels lijkt hij blijkens zijn meest recente cd 'Gatecrashin’' een heel nieuwe weg te zijn ingeslagen: van de vrije, spontane improvisaties meer richting fusion - nauwelijks minder vrij, overigens. Eigenlijk had hij het gevoel dat hij links en rechts werd ingehaald: "Wat doet iedereen toch met DJ's en wat gebeurt er toch allemaal. Ik kon dat niet goed pakken, wat mijn ding daarin zou zijn. Ik ben naar een gitaarzaak gegaan voor zo'n apparaatje - dat ging dan meteen kapot. Ik wist het ook allemaal niet, ik ben niet zo handig met elektrische dingen, ik kan niet eens een stopcontact aanleggen. Dus wat dat betreft. Maar ik wilde altijd wel. Een harmonizer of zo, zoals Nils Petter Molvaer, da's geweldig, dat zou eigenlijk ook bij mij passen, om mijn spectrum uit te breiden."

"Met Jeroen van Vliet kreeg ik een voorstelling met het dansgezelschap Connie Janssen, en Jeroen wilde heel graag Fender Rhodes spelen. Toen kwam diezelfde week een vriend - puur toeval, geloof ik dus nooit in, het moet altijd zo zijn - een vriend naar me toe en die zei: 'Hé joh, er is een prachtige machine uit en dat is eigenlijk best iets voor jou. Dat is gewoon een voetpedaalding waarmee je allerlei dingen kunt instellen. Nou, die heb ik toen meteen maar gekocht en bij Connie Janssen ben ik ermee gaan experimenteren."

"Ik maak er een vrij subtiel gebruik van. Maar goed, hoe ga je ermee om, met muziek die ook iets meer groove-gericht is. En dat ik het dan toch nog ben. Wat is dat dan? Geen idee. Dus dan kom je weer bij Miles Davis uit. Maar eigenlijk heb je daar niemand bij nodig. Daarom ben ik achter die piano gekropen en maar gaan schrijven. Wat jij denkt dat jij hoort, of wat er naar boven komt. Toen hebben wij drie dagen achter elkaar in Frankrijk gerepeteerd, met dat apparaat, met alle nieuwe dingen die ik geschreven had. En ineens (vingerknip) viel het kwartje. Toen kon ik groen licht geven voor de opname."

www.ericvloeimans.com