Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

Eric van der Westen:
"Jazz is geen stijl, maar een gevoel."

Het begon met een gitaar. Uiteindelijk is het de contrabas geworden. Muziek maken begon met repeteren op een zolderkamertje. Het is uitgegroeid tot een levensdoel. Een interview met een wereldmuzikant, componist en Brabander in hart en nieren.

door Donata van de Ven, oktober 2009
foto's: Cees van de Ven

Eric van der Westen werd op 29 augustus 1963 in het Zeeuwse Zierikzee geboren. Hij kwam op tweejarige leeftijd met zijn ouders en zijn drie broers naar Tilburg. Naar zijn eigen zeggen was zijn familie volkomen onmuzikaal. Zijn interesse in muziek ontstond toen hij op negenjarige leeftijd op de radio het nummer 'Smoke On The Water' van Deep Purple hoorde. Hiervan was hij dusdanig onder de indruk dat het hem niet meer losliet.

Tijdens mijn gesprek met Eric wordt al snel duidelijk dat je deze man niet alleen muzikant mag noemen. Zijn vriendelijke enigszins rebelse blik verraadt, dat hij iemand is die stevig in het leven staat en daar ook een uitgesproken mening over heeft. Maar wel met een verhaal, zijn eigen verhaal dat hij vormgeeft in zijn projecten.

Ondanks het feit dat muziek maken het liefste is wat hij doet, is hij wars van de burgerlijke 'hokjesmentaliteit' en mag de commercie nooit ten koste gaan van zijn creativiteit. "Ik kreeg ooit een aanbod om voor veel geld ergens vast te komen spelen. Ik zou het wel willen hoor, maar dat trek ik echt niet. Dan loop ik in no-time met een fles Jack Daniels in mijn binnenzak. Mensen komen vaak op een creatief dood spoor als ze succes hebben. Iemand die zijn trucje tot in de puntjes beheerst, kan na verloop van tijd niets anders meer dan dat trucje. Dat risico bestaat, als je niet blijft vernieuwen."

Eric doorliep de havo op zijn 'boerenfluitjes'. Hij begon met de studie Psychologie, maar omdat school en studeren hem totaal niet boeiden, hield hij dat niet lang vol. Hij wilde muziek maken en belandde op het Conservatorium. In Tilburg werd hij door de toenmalige directrice tijdens een open dag niet met open armen ontvangen. "Zij zag me aankomen met mijn lange haar en lange leren jas en zei: Daar heb je er weer zo een die zo nodig moet gitaarspelen!" Uiteindelijk kwam hij terecht op het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Speelde hij toen nog elektrische basgitaar, hier stapte hij over op de contrabas en kwam hij voor het eerst in contact met jazz.

Voor hij naar het Conservatorium van Amsterdam ging, kreeg hij les van Steve Clover, die hij nog steeds een heel warm hart toedraagt. "Steve was erg sterk in het bijbrengen van de liefde voor de muziek. Hij begreep ook hoe moeilijk het was om vanuit het Wandelbos in Tilburg naar die grote stad te komen en jazz te willen spelen. Hij leerde me verantwoordelijkheid te nemen voor wat ik wilde doen, en daar ook naar te handelen. Als je iets doet, moet je het ook goed doen!"

Waarom de contrabas? "De bas is de kern van het ensemble, hij bepaalt alle harmonie. De lage klanken vond ik altijd al heel erg gaaf, maar ook dat je stem geleidelijk overloopt in het geluid van de bas. Als bassist zit je altijd in de kern van de muziek, tenminste zoals ik speel, en je zorgt ervoor dat anderen beter gaan klinken. Je versterkt als het ware het totale geluid van de groep. Toch voel ik me geen begeleider. Ik voel me meer dirigent. De mensen willen graag horen hoe emotioneel je kunt zijn op dat instrument, omdat ze dat zelf ambiëren. Maar dat is voor mij vanzelfsprekend, dat is een onderdeel van wie ik ben. Ik probeer lyrisch te spelen zonder dat het té mooi is. Dan zit er geen kracht meer in."

"In donkere tijden, toen ik vaak niet eens een plek had om te wonen, was mijn bas alles wat ik had. Toch was ik daar volkomen gelukkig mee. Die bas, overigens een vreselijk zwaar instrument om te bespelen, voegt iets mystieks toe. Dat kan iemand anders niet zo goed begrijpen. Ik haat het ding af en toe, maar ik kan absoluut niet zonder." De bas waarop Eric altijd speelt, is een Père Pillement uit 1830. Hij kocht hem in België bij Luthier Philippe Van Geffel, die hem weggehaald had bij het Brugse symfonieorkest.

Eric heeft tien jaar (1991-2001) op het conservatorium in Tilburg lesgegeven. Hij doceerde bas en ensemblespel. "Ik heb het altijd met plezier gedaan. Een van de redenen waarom ik besloot ermee te stoppen, was dat er geen kwalitatieve progressie zat in die opleiding. De leerlingen werden niet goed klaargestoomd voor het vak en de mentaliteit was veel te relaxed. Daardoor was het niveau ook niet zo hoog. Leerlingen die echt goed waren hielden het na een jaar al voor gezien. Toen ik destijds, direct na mijn afstuderen aan het Sweelinck Conservatorium, gevraagd werd les te komen geven, vond ik dat ik daar eigenlijk nog niet capabel genoeg voor was, omdat ik zelf nog te veel in ontwikkeling was."

Inmiddels heeft hij een behoorlijke staat van dienst in de jazz en de experimentele muziek bereikt en speelt hij alleen nog met topmuzikanten. "Die keuze heb ik jaren geleden al gemaakt; als ik muziek wil maken, moet ik dat met ziel en zaligheid kunnen doen en dat doe ik alleen met de mensen met wie ik het geweldig vind om samen te spelen. In principe kan ik met elke muzikant spelen die ballen heeft, of dat nou klassiek, punk of jazz is." Vooral dat experimentele is heel erg belangrijk voor Eric, omdat daarin zijn muzikale identiteit het best tot uiting komt en hij het verhaal kwijt kan dat hij wil vertellen. Zijn bands Quadrant Extended en E-Quad zijn hier goede voorbeelden van.

"Op het moment dat je jezelf als kunstvorm profileert - nee, het is geen entertainment, maar creatief - en jazz pretendeert dat te zijn, dan moet je ook vernieuwend durven te zijn. Jazz is geen stijl, maar een gevoel, het beweegt zich op het randje van alle andere muzieksoorten. Als jazz gewoon lekkere muziek moet zijn, dan krijgt het dezelfde lading als Fransje Bauer, maar dan voor intellectuelen. De jazzwereld zit vol van mensen die hartstikke veel van de muziek houden, maar tegelijkertijd ook vol met mensen die denken er alles van te weten en denken er een claim op te kunnen leggen. Dat gaat vaak ten koste van het experiment en de creativiteit, en dus van het idee of verhaal. Maar je ontkomt er niet aan om de klassiekers te bestuderen. Want welk verhaal je ook wilt vertellen; je zult eerst de woorden moeten leren."

Het Amsterdam Jazz Trio, waarin Eric samenspeelt met gitarist Ed Verhoeff en trompettist Angelo Verploegen, is een voorbeeld van hoe mooi jazz kan zijn. Toch zit daar volgens Eric meer experiment in dan je zou vermoeden, alleen al om het feit dat er veel ruimte gelaten wordt, met heel veel aandacht voor klank en melodie.

"Niet alle vormen van experimentele jazz worden altijd door het publiek gewaardeerd of begrepen. Er zijn muzikanten die soms de plank volledig misslaan. Toch moeten zij door de jazzgemeenschap wel op handen gedragen worden, want zij zoeken het randje op. Ik kan hele complexe muziek schrijven waarvan mensen zich soms afvragen 'wat gebeurt daar nou?' Mijn bedoeling is dan om de luisteraar niet van me af te stoten, maar juist om hem te laten denken 'zo heb ik er nog nooit naar geluisterd!' Ik wil mensen niet choqueren, ik wil de mensen bewust maken van het feit dat er zoveel meer muziek is dan die waar ze gewend zijn om naar te luisteren."

Zoals gezegd voelt Eric zich Brabander in hart en nieren. "Ik ben politiek erg begaan met wat er op dit moment speelt in Tilburg, ook op cultureel gebied. Tilburg moet zich gaan gedragen als een stad naar de hoeveelheid inwoners, en dat doet het niet. Het neemt zijn verantwoordelijkheid niet. We zijn de zesde stad van het land! We moeten een klimaat scheppen waarin culturele uitingen en voorzieningen voor culturele uitingen, bijvoorbeeld van beeldende kunst, cinema en muziek (die redelijk vertegenwoordigd is), tot stand kunnen komen. Het is hartstikke belangrijk dat mensen zien dat er nog meer is dan industriegebied. Daar moet je beleid op inzetten en dat beleid, dat gaat me aan het hart! Tilburg is een stad net als Eindhoven, waar nog heel veel kan. Geweldig wat ze in Den Bosch met de Verkadefabriek hebben gedaan, maar de binnenstad is zo dood als een pier. Wel gezellig al die terrasjes, maar er gebeurt niets! Hier in Tilburg ligt een groot gapend gat. Hier is zó veel mogelijk; alle ingrediënten zijn aanwezig."

"Ik ben een groot voorstander van het Theater voor 'Adje', ook al is het variétéachtig. Ik vind dat je niet genoeg theaters kunt hebben zoals De NWE Vorst, waar mensen naartoe kunnen gaan. Het zorgt ervoor dat er iets gebeurt."

"Het heeft veel geld gekost om de oude binnenstad te slopen, wat achteraf niet nodig is geweest, want dan hadden we er nog een mooi plein bij gehad ook, daar hoor je niemand meer over. We zijn al vier inrichtingen van de Heuvel verder en de laatste gaat ook weer op de schop. Cultuur wordt afgeschilderd als een geldverslindende machine. Bijna iedereen vergeet, dat voor een onderneming die zich wil vestigen in een stad als Tilburg, op het kruispunt van België, de Randstad en het Ruhrgebied, die cultuur dus de uitstraling is."

"Tilburg moest zich schamen dat er geen écht goede restaurants zijn. Die zijn maar mondjesmaat vertegenwoordigd. Als er zaken gedaan moeten worden, gebeurt dat dus overal, behalve in onze stad. We moeten er juist voor zorgen dat mensen karrenvrachten met geld hier komen uitgeven!"

"Ik vind het begrip 'stadsdichter' geweldig en ook dat bepaalde kunstenaars het zo goed doen. En dat is niet dankzij, maar meestal ondanks de situatie die hier in Tilburg bestaat, want er zijn weinig voorzieningen voor professionele kunstenaars. Dan is het toch ook makkelijker om naar Amsterdam te verhuizen, omdat je daar iedereen tegen het lijf loopt? We moeten cultuur absoluut niet elitair maken, maar we moeten ernaartoe dat cultuuruitingen gedragen worden door de gemeenschap."

Ook Zuid-Afrika heeft een speciaal plekje in Erics hart. "Zuid-Afrika is altijd in mijn focus geweest. Dat begon al vroeg, op de basisschool, waar we Zuid-Afrikaanse liedjes zongen. Toen al vond ik het superspannend om te denken dat er aan de andere kant van de wereld een land was waar ze een soort Nederlands spraken. Door de jaren heen heb ik echt geprobeerd om te luisteren naar wat de bevolking te vertellen had. Wat hún verhaal was. En daar is uiteindelijk mijn interesse in wereldmuziek uit voortgekomen. Het feit dat we niet de goede beslissingen nemen, bijvoorbeeld in zaken als ontwikkelingshulp, komt omdat we niet goed luisteren en omdat er geen respect is. Op dat punt ben ik de maatschappij volkomen kwijtgeraakt."

"Mijn politieke betrokkenheid na de Soweto Uprising in 1976 is alleen maar extremer geworden. Ik ben betrokken geweest bij de antiapartheidsbeweging. Samen met een aantal andere mensen zorgden we voor back-up hier in Nederland voor leden van het ANC die undercover waren in Zuid-Afrika. Als er iets misging daar, zorgden wij dat ze konden vluchten. Op die manier ben ik zelf ook in Afrika terechtgekomen. Dit heeft geleid tot mijn samenwerking met zanger-gitarist Louis Mhlanga. We hebben als duo in Nederland, België en Zuid-Afrika een tournee met akoestische liedjes gemaakt en hebben een groot publiek weten te bereiken."

Tot slot nog enkele opmerkelijke uitspraken...

"Geluk is voor mij: als ik in Ierland een hele grote vis uit de zee haal."

"Het belangrijkste compliment dat ik ooit gehad heb, is dat mijn muziek niet als jazz klinkt."

"De ultieme bevrediging op muzikaal gebied is de waardering van mijn collega's."

"Ik vind het geweldig als mensen naar me toekomen en zeggen dat ze het prachtig vonden, of heftig. Zolang ze maar niet zeggen dat ze het interessant vonden."

"Mijn grote voorbeelden zijn Picasso en Charles Mingus; zij hadden schijt aan de rest van de wereld, wisten te overleven door te doen wat ze wilden."

"Een negatieve eigenschap van mezelf vind ik, dat ik altijd faalangst heb en het nooit goed genoeg vind wat ik doe."

"Over twintig jaar hoop ik dat ik wat financiële rust heb gevonden, zodat ik niet elke maand hoef af te wachten of ik mijn hypotheek wel kan betalen. Dit geeft ook de meeste onrust en zou de enige reden zijn waarom ik zou overwegen een ander vak te kiezen."

"Ik hoef niet per se op een podium te staan. Zolang mensen maar naar mijn muziek blijven luisteren."

"Als je wilt weten hoe ik naar de wereld kijk, moet je kijken naar Zeitgeist - The Movie."

"We moeten onderhand eens ophouden met ons handje op te houden in Den Haag. We moeten als provincies en als gemeenten de handen in elkaar slaan en met lef dingen durven neer te zetten. Brabant moet zich op de kaart zetten als tegenwicht voor de Randstad."