Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Loet van der Lee:
"Mijn grote favoriet is Freddie Hubbard. Voor mij is hij de beste van de wereld."

Loet van der Lee praat geanimeerd over de techniek van het trompet spelen, zijn Big Band, zijn organisatiedrift, zijn projecten en zijn nieuwe parttime baan bij de stichting SWING.

door Jacques Los, januari 2007

"In Noord-Holland, waar ik vandaan kom, heb je harmonies en fanfares. Ik kom uit een groot gezin. Mijn moeder heeft in haar eentje vijf kinderen groot gebracht. Zij was nogal creatief. Zij vond muziek en ook andere kunstvormen erg belangrijk. We mochten allemaal muziek leren spelen. Er was echter niet zo veel geld. Dat betekende dat we naar de fanfare gingen, want daar kreeg je een leeninstrument tot je beschikking. Als één na laatste van de vijf ging ik – op mijn negende – naar 'De Vriendschap' in Schoorl. Daar kreeg ik een trompet aangereikt. Wat anderen wel deden, na enige tijd wisselen van instrument, deed ik niet. De trompet sprak mij meteen aan. Thuis werd veel samen muziek gemaakt. Uiteindelijk ben ik de enige die professioneel in de muziek is doorgegaan."

"Al heel vroeg kwam ik in aanraking met de jazz. Zonder al te veel voorbeelden – we hadden een handjevol platen – begonnen we toch al wat jazz te spelen. Omdat ik nogal makkelijk dingen regel en organiseer, had ik op mijn vijftiende een bandje en regelmatig caféschnabbels. We speelden voor een paar centen en een portie saté. Dat was geweldig. We heetten de PPHouse band. Het repertoire bestond uit standards, terwijl we nauwelijks kennis van zaken hadden. Ik had het 'Real Book' gekocht. Daar kozen we nummers uit als 'Georgia On My Mind'. En alles tot groot genoegen van het publiek en vooral onszelf. In dat bandje zat mijn ene broer op piano en de ander op trombone."

"Toen ik op het conservatorium in Hilversum kwam, heb ik qua jazzkennis een inhaalslag gemaakt. Ik zat in een bandje met Michiel Borstlap. Ik kocht lege cassettebandjes en Michiel nam dan lp's en cd's voor me op. We luisterden bijvoorbeeld naar de complete Savoy-recordings van Charlie Parker. Ik vond het heel belangrijk een goed geluid te hebben. Nog belangrijker eigenlijk dan virtuositeit. Hoewel, ik heb natuurlijk behoorlijk gebikkeld op moeilijke, technische etudes en zo. In die zin is Willem van Vliet – een klassiek trompettist – een belangrijk docent voor mij geweest. Hij heeft me de techniek van ademhalen bijgebracht. Hij werkte vanuit een soort Zenmeditatie. Alles wordt gestuurd vanuit het centrum van je lichaam. Tot in den treure heeft hij het belang van een dergelijke techniek benadrukt. Hij wist dat zeer voortreffelijk over te brengen. Zeer fysiek en aandachtig bezig zijn met je eigen klank en klankcentrum en de daaruit voortkomende boventonen. Je geluid vullen met je eigen lucht vanuit je eigen persoon, zodat je op die manier de toon of het geluid tot leven brengt. Dus letterlijk 'leven in blazen'. Het tot leven brengen van je eigen geluid. Als je dat eenmaal voor elkaar hebt, is het musiceren op een trompet bij wijze van spreken eenvoudig geworden. Dat is wat je moet bewerkstelligen. Pas als het spelen eenvoudig is, kan je gaan studeren en verdiepen."

"Gedurende zo'n anderhalf jaar heb ik les gehad van Cees Smal. Ik vond hem eveneens een zeer goed docent. Jammer dat hij toen ernstig ziek is geworden. Hij gaf zeer planmatig en degelijk les. Dat beviel me erg goed. Ik had dat ook nodig. Ik moest er hard voor werken. Het kwam mij niet allemaal aanwaaien. Na die periode kreeg ik met verscheidene andere docenten te maken, onder anderen Ruud Breuls en Bert Joris. Die laatste is ook belangrijk voor me geweest. Aan het eind van mijn studie heb ik – op mijn verzoek – nog theorieles gehad van Rob Madna. Hij heeft me geleerd te communiceren in de muziek. Hoe je muzikaal een verhaal moet vertellen. Hij heeft me inzicht gegeven in de muziekpraktijk. Hij kon goed uitleggen hoe je kon fraseren en een solo opbouwen. Zijn houding heeft me ook erg getroffen. Hij studeerde zelf nog erg veel en vond het zeer belangrijk zijn kennis aan zijn leerlingen over te dragen. Voor hem was de studie van de muziek en dat doorgeven aan studenten belangrijker dan zich te manifesteren op de muziekpodia."

"In mijn conservatoriumperiode verkeerde ik in goed gezelschap. Mensen als Yuri Honing, Benjamin Herman, Michiel Borstlap, Bart Suèr, Allard Buwalda, Jesse van Ruller, Joris Teepe en Jan Menu zaten toen op de opleiding. Over en weer formeerden we allerlei bandjes. Het veelvuldig musiceren met zulke goede getalenteerde musici om je heen komt je vorming en muzikale niveau alleen maar ten goede."

"Tijdens mijn studie ben ik in Amsterdam gaan wonen. Daar nam ik regelmatig deel aan alle mogelijke sessies. Vaak waren dat sessies die op avant-garde jazz gericht waren. Ik had de instelling 'uitpakken en spelen'. Ik vond het leuk al die verschillende dingen te doen. In de 'Boventoon' heb ik ook nog enkele jaren gezeten. Ik ben iemand die nooit een stijl heeft gekozen. Ik heb altijd opengestaan voor alle diverse richtingen, maar de jazztraditie zal ik niet verloochenen."

"Na mijn studie heb ik wel eens lesgegeven, bijvoorbeeld op de muziekschool in Amsterdam, maar dat vond ik niet zo interessant. Daarentegen vond ik het wel leuk om voor een big band te staan of workshops te leiden. Toch ben ik vooral uitvoerend musicus. Ik heb tot nu toe met muziek maken mijn geld kunnen verdienen. Ik heb altijd genoeg werk gehad. Ik zat in de Contraband, de Cubop City Big Band, het Gerardo Rosales Latin Jazz Ensemble, het Amsterdam Jazz Quintet, de Say No More Brassband en Jeff Jaralamon Bebop Express, en heb veel invalwerk gedaan bij het Millennium Jazz Orchestra en het Concertgebouw Jazz Orchestra. Ik ben de leider van de Holland Big Band (in januari 2007 wordt een cd opgenomen) en van mijn eigen kwartet. Zes cd's zijn inmiddels van dat kwartet uitgebracht."

"Onlangs is de nieuwste uitgekomen, 'Playsome' met Robert Jan Vermeulen, Johan Plomp en Joost Kesselaar. Hij is verschenen op mijn eigen platenlabel Jazzshop Records. Ook de cd van de Holland Big Band wordt op dit onlangs opgerichte label uitgebracht. Je kunt wel zeggen dat ik een allrounder ben. Dat bevalt me wel. Zo'n Wynton Marsalis is een voorbeeld voor me. Zijn manier van muzikant zijn vind ik bewonderenswaardig. Hij is erg veelzijdig. Hij kan schrijven, arrangeren en organiseren, speelt prachtig klassiek en is artistiek directeur jazzprogramma van het Lincoln Centre."

"Die veelzijdigheid spreek me aan. Ik probeer dat zelf ook. Je bedenkt een muziekfragmentje, je werkt het uit, je arrangeert, zoekt de muzikanten er bij, maakt een cd en, later, de presentatie in het Bimhuis en een zo uitgebreid mogelijke tournee. Zo had ik ooit het project 'Holland In Jazz'. Ik wilde een ode brengen aan Nederland. Aan de schoonheid van Nederland. Ik heb toen twaalf componisten gevraagd om een compositie te schrijven, geïnspireerd op de provincie en de omgeving waarin ze woonden. Mijn inspiratie is bijvoorbeeld de duinen, het strand, de zee en de bollenvelden. Die inspiratie, waartoe ook jeugdindrukken behoren, heb ik gepoogd te vangen en om te zetten in muziek."

"Alle componisten hebben een ode aan hun eigen leefomgeving gecreëerd. Ik realiseerde me dat alleen de muziek voor het luisterende publiek te abstract zou zijn. Daarom heb ik getracht mijn idee te verduidelijken met behulp van foto's. Ik heb een fotograaf gevonden die, enthousiast over het idee, in alle provincies foto's heeft gemaakt. Van iedere provincie is één foto uitgezocht en vergroot. Tijdens de concerten hingen die op en rondom de podia. Het was een reizende muziektentoonstelling. Al met al is het niet alleen een arbeidsintensief, maar ook een succesvol project geweest. Op het North Sea hebben we gestaan en op de belangrijkste Nederlandse podia. Bovendien is er van 'Holland in Jazz' een cd met de foto's in het begeleidende boekje uitgebracht. Die cd is inmiddels uitverkocht."

"De Stichting SWING heeft me geholpen met het uitbrengen van die muziek voor amateurmusici. Daaraan gekoppeld is een workshop door de componist van een bepaalde provincie. Omdat ik dat contact had met de SWING, is me gevraagd om coördinator te worden. Per 1 november ben ik voor het eerst van mijn leven in vaste dienst voor een behoorlijk aantal uren per week. Het zijn flexibele uren. Ik kan blijven spelen en toeren en kan veel thuis werken. Het is een bestuurlijke functie. Het gaat om beleidsmatige werkzaamheden. Het is een logische stap in mijn loopbaan."

"De SWING houdt zich bezig met improvisatiemuziek op landelijk niveau. Daar gaat mijn hart naar uit. Ik wil dat verder uitbreiden en op een hoger niveau brengen. Het is een organisatie waarin meer dan twintig docenten workshops geven. Nationaal en internationaal vinden er ook uitwisselingen en projecten plaats. De core business is scholen, bedrijven en culturele instellingen. Zij nemen workshops af, bijvoorbeeld djembé, rap, saxofoon of impro. Daarnaast maken we leermiddelen en organiseren we bigbandmeetings. In het docentenbestand zitten musici als Esmee Olthuis, Joost Buis en Peter Guidi."

"De workshops zijn met name voor het bedrijfsleven en scholen interessant, want het gaat om het blootleggen van de ziel, het spelen van muziek, zingen, expressie en improvisatie. Leg het maar eens voor aan de Vodofone-telefoonverkoper in Zaandam-Centrum. Je confronteert iemand met iets waardoor hij zich zelf totaal moet laten zien en horen. Bij jezelf te raden gaan en iets uit je binnenste halen. In het bedrijfsleven en op scholen is grote vraag naar dergelijke workshops."

"Omdat het met de cd-branche niet zo goed gaat, heb ik zelf Jazzshop Records en een internetdistributiekanaal Online Jazzshop opgericht. Je kunt nu voor relatief weinig geld jazz cd's downloaden. Al die activiteiten doe ik om weer andere dingen te genereren, zoals lezingen, interviews afgeven, gastsolist zijn, gastdocent zijn en artikelen schrijven voor magazines. Mijn bezigheden bij de SWING staan mijn eigen activiteiten niet in de weg. Dit jaar heb ik voor het vierde achtereenvolgende jaar een serie 'Super Sundays Live' in Toomler in Amsterdam georganiseerd. Dat is een serie bigbandconcerten met de Holland Big Band en de New Generation Big Band, met iedere maand om en om een bigbandconcert. Ik organiseer grote gala's met mijn Holland Big Band, onder andere het kerstgala 2005, 2006 en 2007 in Huis ter Duin in Noordwijk. Wij werken momenteel aan een tournee voor de Holland Big Band met een programma van uitsluitend composities van mijn hand, in arrangementen van verschillende prominente arrangeurs."

"De Holland Big Band is een professionele big band. Dat betekent dat het vooral financiëel niet meevalt de band bij elkaar te houden. Er moet geld verdiend worden. Daarom ben ik er voorstander van om voor bedrijven te spelen. Dat is dan wel wat commerciëler, maar het levert geld op, zodat ik bijvoorbeeld ook de jazzdingen in Toomler kan doen. Ik ben er trots op dat ik de big band kan verkopen voor de prijs die er voor staat. Alleen bij eigen georganiseerde concerten halen we die prijs niet, maar dan spelen we wel uitsluitend het eigen jazzrepertoire. In het verleden heb ik leuke themaconcerten gedaan en daarmee ook een goede muziekbibliotheek opgebouwd. Ik laat telkens stukken schrijven en arrangeren voor geld. Er is veel beweging: componeren van nieuwe stukken, arrangeren, repeteren, concerten doen. Mijn motto is: ik speel, dus ik besta."

"Over de avant-garde jazz (zoals het Art Ensemble Of Chicago) kan ik zeggen dat er een einde is aan het constant maar verkondigen dat alles van voorgaande muzikale waarde losgelaten moet worden. De representanten van de avant-garde jazz waren erg impro gericht. Enorm gericht op het moment, op de situatie, op de sfeer. Ik heb vaak met veel genoegen naar het Art Ensemble Of Chicago geluisterd en er veel van geleerd. Ik heb me op een gegeven moment afgevraagd wat die mensen bezielt om hun leven lang op deze manier muziek te maken. Je hoort bij hen en andere groten in de avant-garde wel de gedrevenheid, het pure, de originaliteit, het unieke en hun persoonlijkheid."

"Op dit moment is er een fusie gaande in de jazz met verschillende stromingen wereldwijd. Een fusie van verschillende muziekstijlen. Een voorbeeld hiervan is het concert van het Jazz Orchestra Of the Concertgebouw met als gasten de trombonisten Bart van Lier en Wolter Wierbos. Twee – muzikaal gezien – absolute tegenpolen. Toch was er geen crash. Ze konden prima met elkaar musiceren. Daardoor werd het erg interessant. Ik zie dan ook dat de avant-garde geïntegreerd wordt, weliswaar in afgezwakte vorm, in de huidige moderne jazz. Nog zo'n voorbeeld: Han Bennink, die ik één van de grootsten in Nederland vind, in het kwartet van Benjamin Herman, 'The Itch'. En Benjamin Herman zelf, die de invloeden van Bennink en andere illustere Nederlandse improvisatoren tot zich heeft genomen, en heeft geïntegreerd in de bebop. Dat is mijns inziens de jazz van nu en de toekomst. Ook de invloeden van muziek uit andere werelddelen zullen zeer waarschijnlijk de jazz beïnvloeden."

"Wat die beïnvloeding of fusie betreft, wil ik graag refereren aan de New Cool Collective Big Band. Destijds speelde deze band twee keer per maand in de Meander in Amsterdam. Het zat altijd stampvol met jonge mensen. En wat deed Benjamin? We speelden de 'Boogaloo'. Muziek van Eddie Harris uit de jaren vijftig. Er was een dj bij, Graham B., die er wat hippe jungle tussen door draaide. Vervolgens werd de boogaloo een beetje happy jazz. Het werd gemengd met wat hippe grooves en er werd keihard jazz overheen gespeeld. De solos waren virtuoze jazzsolo's van Benjamin en andere bandleden. De tent stond op zijn kop. Iedereen vond het geweldig. Die mix van stijlen en de integratie van een dj is uiteindelijk ook jazz."

"Ik ben een beetje opgehouden te ageren tegen bepaalde mengvormen of vervuiling bij jazzfestivals. Denk maar aan North Sea. De programmering heeft zeker voor 40% niets met jazz te maken, maar het zijn wel met grote namen uit de pop, soul en wereldmuziek. Ik begrijp heel goed dat het de bedoeling is een groot publiek te trekken. Ik ben nu zo ver dat ik dat accepteer. Ik ga er namelijk van uit dat men bij North Sea toch nog steeds probeert zo veel mogelijk jazz te laten horen."

"In Spanje heb ik met de Amerikaanse drummer Jeff Jeralamon gespeeld en nog wat Spaanse jongens uit de buurt van Valencia. We maakten een tournee door dat land. Fantastisch, het echte jazzleven. Na het optreden gingen we stappen en kwamen in flamencotenten terecht. Daar werd op de bar gitaar gespeeld, de mensen klapten op het ritme, dat was feest en dat was jazz. Ik kocht daar toen platen van Paco di Lucia, Paco Pena en andere muzikanten uit Spanje. Geweldige muzikanten, onder wie voortreffelijke saxofonisten. Er zit wel degelijk jazz in de flamenco. Het ligt er maar aan hoe het gespeeld wordt. Paul van Kemenade doet dat met Afrikaanse musici. In de Cubop City Big Band heb je hetzelfde: salsamuziek, geïntegreerd in de jazz of vice versa. Lucas van Merwijk, de leider van die band, is één van de beste drummers die je kunt treffen op het gebied van jazz en wereldmuziek."

"Mijn grote favoriet is Freddie Hubbard. Voor mij is hij de beste van de wereld. Hij heeft een tijd lang een geweldige power gehad en blies recht voor z'n raap. Hij heeft zich helemaal over de kop gespeeld en gewerkt en gedrogeerd. Zijn manier van spelen, zijn approach, zijn sound, zijn zeggingskracht... het is geweldig. Andere favorieten, die niet mogen ontbreken, zijn Miles Davis, Chet Baker, Dizzy Gillespie, Wynton Marsalis en Louis Armstrong. Ja, zo zijn er nog wel wat."

"Nu muzikant zijn is anders dan vroeger. Toen zat je jarenlang in dezelfde groep of big band. Je had als het ware een vaste baan. Je had één geweldige tenorsolo en daar toerde je vervolgens twaalf jaar mee. Dat is niet meer. Het is nu vooral produceren, improviseren, schrijven en goed in een sectie kunnen spelen, en dan nog in verschillende stijlen. Zo langzamerhand ben ik bigbandliefhebber geworden. De power van zo'n grote formatie vind ik fantastisch. Je hebt ook veel mogelijkheden met een grote bezetting. De orkestratie kan enorm interessant zijn. Je kunt aan de sound werken. Een verrassende sound creëren, denk maar aan arrangeurs als Jim McNeely, Bill Holman en Pete Rugolo. Het geluid van de klassieke bigband kan enorm verrijkt worden. Stan Kenton heeft ook geëxperimenteerd met geluid en wereldmuziek, bijvoorbeeld in de 'Cuban Fire Suite'. En Duke Ellington is één van de grootsten. Toen ik in New York was, ben ik onmiddellijk naar de Village Vanguard gegaan om naar de big band van Mel Lewis te luisteren."

"Onlangs heb ik een Buddy Rich-special gedaan. Met de Holland Big Band hebben we achttien stukken uit zijn repertoire gespeeld. Zanger Ronald Douglas hebben we erbij gehaald; Rich had tenslotte Mel Tormé als zanger. Drummer Anton Burger zat achter het drumstel. Hij is een Rich-adept, het is zijn grote held. Hij kent alles van Buddy Rich. Helaas wordt zo'n special eenmalig uitgevoerd. Het kost veel energie om een en ander te organiseren. Het betekent wel dat daardoor mijn muziekbibliotheek wordt uitgebreid. Ik zal zeker een paar stukken van de achttien in het vaste repertoire houden."

"Wat ik alleen maar wil – naast de werkzaamheden bij de SWING – is zoveel mogelijk mijn eigen dingen doen. Dat wil zeggen: componeren, arrangeren en met mijn eigen formaties zo veel mogelijk spelen. Daarnaast het uitbrengen van cd's op mijn eigen platenlabel en de verkoop van cd's op de Online Jazzshop."

Relevante links:

  • De website van Loet van der Lee.
  • De website van Jazzshop Records.
  • De website van Online Jazzshop.