Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Dino Saluzzi
Met de bandoneon op zoek naar de ontvankelijke, creatieve mens

In het wereldje van de bandoneonisten gaat Dino Saluzzi volstrekt zijn eigen weg. In plaats van de tango te regenereren is hij voortdurend bezig met de ontwikkeling van de muziek. Niet tango is zijn doel, maar de ontwikkeling van de bandoneon in de muziek - niet om de ontwikkeling zelf, maar als middel om te communiceren. De volksmuziek van Salta (in het noorden van Argentinië) is zijn bakermat, de tango een geïntegreerd deel van zijn ziel, de confrontatie van zijn cultuur met muzikanten van een andere achtergrond zijn stijl. Hij is niet uit op een confrontatie, maar hij wil juist zien welke synthese voortkomt uit die confrontatie. Het is een lange weg van dat jongetje van zeven die een bandoneon kreeg naar de artiest die uiteindelijk in Europa de vrijheid vindt om die muziek te spelen en ook díe muziek te ontwikkelen die strookt met zijn artistieke ideeën.

door Hugo de Vries

Campo Santo/Buenos Aires
Dino Saluzzi (1935) groeide op in Campo Santo, een geïsoleerd dorpje in de buurt van Salta in het noorden van Argentinië. In dat dorp zonder elektriciteit en zonder radio drong de buitenwereld nauwelijks door. Er was alleen zijn vader die bandoneon speelde en bandolim (een loot uit de familie van de mandolines) en zijn oom Jose met zijn gitaar.

Saluzzi: "Het was de eerste muzikale informatie die ik kreeg. Misschien daarom wel gaf mijn vader mij op mijn zevende een bandoneon. De invloed van Campo Santo waar ik tot mijn tiende woonde is blijvend, de grootsheid van de natuur, de muziek van de Indianen en ook de bladmuziek die ons vanuit het verre Buenos Aires werd opgestuurd. Met het bandoneon spelen leerde ik ook noten lezen. Dat bestuderen van partituren opende de deur van de muziek voor mij. Ik leerde de tango kennen en ook beter mijn eigen volksmuziek begrijpen".

In de zestiger jaren belandt Dino in Buenos Aires. Hij speelt dan niet alleen tango maar experimenteert ook al met jazzmuzikanten, zoals Gato Barbieri (te horen op diens lp 'Chapter One: Latin America'). Van experimenteren is men niet gediend in Argentinië en het brengt geen brood op de plank. Piazzolla is dan al gedesillusioneerd vertrokken naar Europa. Ook Dino Saluzzi wordt met eenzelfde afweerreactie geconfronteerd. Buenos Aires dicteert dat een bandoneonist alleen werk zal hebben als hij traditionele tango speelt. In 1977 wordt hij arrangeur en bandeonist in het orkest van Enrique Marion Francini. Later zal hij met het ensemble van Mariano Mores de wereld doortrekken. Toch blijft hij ook zijn oude liefde trouw; in het begin van de zeventiger jaren maakt hij een aantal cassettes met volksmuziek; de zamba's, de chacarera's en de ballecito's zijn niet van de lucht. Daarnaast maakt hij zoveel mogelijk 'musica creativa'.

Hij duikt in jazz, folk, klassieke muziek en speelt in allerlei formaties. In 1982 komt hij voor het eerst naar Europa met een voor een bandoneonist ongebruikelijke formatie van bandoneon, bas, gitaar en percussie. Zijn optreden op het Berlin Jazz Fest zorgt voor zijn Europese doorbraak. De samenstelling van de groep doet misschien een wat popachtige aanpak verwachten, maar dat is absoluut onjuist; ook het optreden op een Jazz Fest maakt de muziek niet tot jazz. De soms compacte, soms uitgesponnen nummers, gebaseerd op thema's uit de Argentijnse volksmuziek, laten Dino op zijn best horen. Het is muziek die duidelijk maakt wat voor een potentie de volksmuziek van Argentinië heeft als een creatieve muzikant als Dino Saluzzi zich erover ontfermt. Hij ontwikkelt een volstrekt eigen stijl, die zich niet laat etiketteren. Sinds die tournee is Saluzzi met regelmaat in Europa te vinden en heeft hij met succes hier een carrière weten op te bouwen. Inmiddels zijn er vijf cd's bij ECM verschenen. Verder twee van het trio Saluzzi-Mariano-Dauner en nog een van het trio Saluzzi-Friedman-Cox.

Vera Brandes/Keulen/Interview
Het interview met Saluzzi kwam op een nogal vermakelijke manier tot stand. Ik volg Dino al jaren (vanaf dat ik de tv-registratie van het Berlin Jazz Fest had gezien) en ik had ook al eerder geprobeerd een gesprek te organiseren. Iemand die ik gevraagd had daarbij behulpzaam te zijn, had nogal afwerend gereageerd. "Hij is zo commercieel, zo lastig, zo wispelturig." In oktober 1995 was ik in Düsseldorf voor een optreden van het Saluzzi-Friedman-Cox trio. In de pauze werd ik aangesproken door een dame, die met mij een praatje over de muziek maakte. Toen wij na een kwartiertje kennis maakten, bleek zij Vera Brandes te zijn. Ik kende haar naam, omdat zij de oprichtster is van het label Verabra, dat bekend staat om zijn eigenzinnige koers. Dit label heeft onder andere een aantal van de beste cd's van Piazzolla uitgebracht en bleek ook verantwoordelijk voor de recent uitgebrachte cd van het Saluzzi-Friedman-Cox trio.

In de loop van het gesprek kwam aan de orde of zij een interview voor mij kon organiseren. "Geen enkel probleem, als ik hem zoiets vraag heeft hij mij dat nog nooit geweigerd." Het organiseren van het interview een paar dagen later in Keulen bleek toch niet van een leien dakje te gaan. Of Dino was niet op zijn hotelkamer, of hij was bezig met repetities met Maria Joao, of de WDR Bigband, of ik kon niet. Op de valreep had Vera mij en Dino tegelijk aan de lijn. Vera: "Dino, ik ga vanavond met een goede vriend eten, vind je het gezellig om ook langs te komen? Misschien kan hij dan later nog een interview doen?" Met Dino's tegenwerping, dat hij zich geremd voelde omdat hij niet wist of hij zich in het Engels wel voldoende genuanceerd kon uidrukken, werd korte metten gemaakt. Vera: "Hij spreekt perfect Spaans". En daarna tot mij:"Drie leugentjes om bestwil binnen een minuut, maar het is in orde." Toen ik later Vera vroeg waarom zij mij eigenlijk had aangesproken terwijl zij niets van mijn bandoneon/Saluzzi fixatie afwist, kreeg ik als antwoord (met een lichtelijk triomfantelijke ondertoon): "Darum bin ich ins Geschäft."

Dino bleek in het gesprek net zo naar woorden zoekend te zijn in het Engels als in het Spaans. Hij was toegewijd en geconcentreerd om dit gesprek zinvol te maken. Hij is er weliswaar van overtuigd dat hij zijn eigen weg moet gaan, maar evenzeer dat die weg vol twijfels en teleurstellingen zal zijn. Commercie of gekte van de dag zijn niet aan de orde geweest, wel een bijna metafysisch gefilosofeer over het belang van muziek en kunst in het algemeen...

De gewaardeerde collegae
"De muziek uit mijn geboortestreek is nog niet helemaal verdrongen door de popmuziek. Er zijn nog volop groepen met zang, harp, bandoneon, viool enzovoorts. Het is de muziek die ik vroeger zelf gemaakt heb. Of ik er nu bekend ben betwijfel ik. Ik ben in Europa wel de bekendste muzikant uit Salta, maar of ik in Salta bekend ben is de vraag. Er zit nog wel groot talent daar, zoals bij voorbeeld Cuchi Lequizamon (piano). In het verleden heb ik verschillende composities van hem opgenomen en onlangs heb ik een stuk geschreven voor bandoneon en strijkkwartet dat door hem is beïnvloed. Hij heeft een volstrekt eigen stijl en leunt toch dicht tegen de volksmuziek aan. Een aantal van zijn composities zijn deel geworden van de volksmuziek. Het is een erg interessante componist. Het is triest, maar hij is erg ziek en speelt en schrijft niet meer."

Bij muzikanten maak ik een groot onderscheid tussen mensen die muziek uitvoeren en collegae die muziek creëren. Er zijn talloze goede bandoneonspelers, maar ik prefereer Leopoldo Federico als speler. Wat hij doet is esthetisch erg aangenaam voor mij. Piazzolla is van een andere orde, een bescheiden mens ondanks zijn enorme kracht, zijn mateloos creatief vermogen. Het was een eenzaam en moeilijk mens, hij heeft een moeilijk leven gehad. Zijn soort nonconformisme resulteert niet in een makkelijk leven. Piazzolla heeft voor de gevaarlijke weg gekozen. De meesten kiezen voor de veilige weg, maar de veilige weg leidt niet tot kunst. Er bestaat geen kunst zonder risico's. Piazzolla was er zó zeker van dat hij zijn eigen weg moest vinden dat hij de risico's genomen heeft. Velen spelen nu in zijn stijl, soms als een pose, soms onbewust, soms uit pretentie. Dat zijn de mensen die kunst gebruiken om te verduisteren, dat is een vergissing. Ik heb daar veel angst voor, ik wil niet verduisteren, ik wil een relatie aangaan. Er zijn niet twee gelijke mensen, twee gelijke gedachten en ook geen twee Piazzolla's. Er is geen opvolger van Piazzolla, zoals er geen opvolger was van Beethoven en dat is maar goed ook."

Dino en het koper
Nogal wat van het werk van Dino met koperblazers vind ik nogal matig, vooral de samenwerking met diverse bigbands en bijvoorbeeld Enrico Rava. Ik bevind me daarbij in goed gezelschap, want Piazzolla heeft daar het volgende van gezegd: "Dino Saluzzi heeft een eigen stijl. Hij is geboren in Salta en dat is zijn muziek. Hij is een van de beste bandeonisten, een van de weinigen die mijn manier van schrijven kan volgen. Maar hij moet het doen met de muziek van Salta, daar heeft hij een speciale band mee. Hij moet geen jazz spelen met zijn instrument. Bandoneon is niet synoniem met jazz. Het is als tango spelen op een trombone: het heeft er niets mee te maken."

Zoals te verwachten heeft Dino hier een diametraal verschillende mening over. Saluzzi: "Ik houd ervan om met blazers te spelen. Het is een ander soort oorlog om mijn cultuur te bereiken. Soms klinkt een bandoneon als een Engelse hoorn, soms als een klarinet, soms als hobo of een trompet. Of het geluid van die blazers past bij een bandoneon, hangt van de verbeelding en de concentratie van de luisteraar af. Palle Mikkelberg (trompet op 'Once Upon A Time Far Away In The South') speelt als een engel. We gingen de studio in zonder gerepeteerd te hebben en het was fantastisch."

De magische driehoek van Dino Saluzzi: het publiek, het instrument en de speler
Saluzzi: "Voor geslaagde muziek zijn drie bouwstenen noodzakelijk:"

Het publiek
"Goede muziek vraagt ook wat van het publiek, de luisteraar moet zich de ruimte scheppen om een muzikaal idee op te nemen. Het publiek moet goed geïnformeerd zijn, een opvoeding hebben gehad die het mogelijk maakt nieuwe uitdrukkingsvormen te ontdekken. Het is moeilijk, veronderstel ik, maar niet onmogelijk. Het bij een concert aanwezig zijn is een meer concrete manier om een andere cultuur te leren kennen. Ik ben er niet op uit om het publiek alleen mijn cultuur te laten kennen, maar cultuur als zodanig. Ethnocentriciteit brengt een soort eenzaamheid. Eerst lijkt het een weldaad voor een bepaalde groep, maar later blijkt het mensen in kampen te verdelen. Het is onze taak als kunstenaars mensen de weg te laten vinden naar cultuur. Dat moet na tweeduizend jaar christendom toch mogelijk zijn. Als het ons, kunstenaars, niet lukt mensen minder onverschillig te maken, dan is dat een dat een somber lot. Daarom ben ik ook bang voor te lange solo's. Het gaat om korte heldere berichten en ik wil ervaren dat het overkomt. Minder pretenties, meer directe communicatie. Ik wil activiteit en creativiteit van het publiek, niet met mij betrokken, maar met mensen betrokken. Wij moeten niet de schaduwzijden van het leven benadrukken, maar juist de ontvankelijkheid om te communiceren tot stand brengen."

Het instrument (mijn broer de bandoneon)
"Dit instrument is heel belangrijk voor mij. Ik speel er al mijn hele leven op. Van de drie bandoneons die ik heb gebruik ik altijd deze, het is mijn broer en ik houd van mijn broer. Mijn instrument is mijn halve leven, deel van de familie. We zijn een grote familie: twee dochters, mijn zoon, mijn vrouw, kleinkinderen en mijn instrument. Mijn familie is zelf ook muziek; een dochter speelt fluit, mijn zoon José gitaar, mijn broers zijn leraar muziek in Argentinië (fluit en bandoneon). Mijn instrument is oud. De nieuwe bandoneons klinken niet zo goed als de oude. Die oude instrumenten hebben een hard leven achter de rug, ze worden steeds ouder en moeten iedere keer gerepareerd worden. Ook mijn bandoneon moet na deze tour weer gestemd en opgekalefaterd worden. Om mijn instrument te sparen heb ik microfoons in mijn bandoneon gemonteerd, op die manier kan ik hoge en lage tonen goed laten horen en hoef ik toch niet zoveel van mijn instrument te vragen. Ik moet daarbij wel oppassen de natuurlijke tonaliteit van de bandoneon te respecteren, het is niet de bedoeling van de versterking om tegen veel harder klinkende instrumenten op te kunnen boksen. Het was de bedoeling tijdens deze toernee een cd op te nemen voor ECM (misschien met strijkkwartet), maar dat is uitgesteld omdat mijn instrument eerst gemaakt moet worden."

"Wel ga ik in Denemarken filmmuziek maken. De film wordt mij zonder geluid vertoond, daarbij moet ik dan muziek improviseren. Mijn spel wordt dan later weer als geluidsband aan de film geplakt. Zo'n directe improvisatie geeft soms goede resultaten; 'Kultrum' is ook zo tot stand gekomen. Het hangt erg van de situatie af, soms geeft een improvisatie het beste resultaat, meestal ga ik de studio in met geschreven composities. De rol van de bandoneon is ontzettend belangrijk voor mij. Er moet ontwikkeling zijn. Als er niets gebeurd, gaat vroeger of later de bandoneon verloren. Ik heb twee jaar in Stuttgart gewoond en les gegeven op muziekschoolniveau. Ik heb ervaren dat er mensen zijn die echt willen leren bandoneon te spelen. Ik zou graag een muziekschool oprichten waar alles over het instrument geleerd kan worden, tonaliteit, instrumentatie, harmonie, contrapunt, alles wat het instrument zo bijzonder maakt. Ik zou dat graag in Duitsland doen omdat de bandoneon een Duits instrument is met een Argentijnse traditie." (het instrument werd door Heinrich Band in 1854 uit de Duitse Konzertina ontwikkeld, red.)

De speler (Dino over Dino)
"Ik leef de helft van de tijd in Europa, de andere helft in Argentinië. In Argentinië word ik in een keurslijf gedwongen dat mij niet past. Als ik in Buenos Aires speel krijg ik het gevoel 'hier moet ik weg'. Argentinië is het land van mijn wortels, mijn cultuur, maar ook het land waar ik mij niet vrij voel, vrij om mijn muziek te maken. Ook het land waar ik soms letterlijk niet vrij was, zoals tijdens de militaire junta toen ik zonder opgaaf van reden drie maanden gevangen werd gezet. Hier in Europa voel ik me vrijer. Die tweespalt tussen Argentinië en Europa is een droef deel van mijn leven. Ik ben voor bandoneonisten een raar soort omdat ik geen continuïteit laat zien in de tango; wat ik speel is een nieuwe tango. Ik speel wel met jazzmusici, maar het is geen jazz wat ik speel. Het is nooit jazz, maar een andere tango, een nieuwe expressie. In Argentinië heb ik daarom een klap op mijn kop gekregen. Hier in Europa heb ik die vrijheid wel gekregen, in Argentinië was dat absoluut onmogelijk geweest. Tango is een geïntegreerd deel van mij, niet een gefixeerde vorm."

"Als ik voor een strijkkwartet schrijf, of voor bandoneon en symfonieorkest probeer ik zo vrij mogelijk te zijn in mijn artistieke expressie. Als ik aan het componeren ben komt er altijd wel een tango langszij. De tango is een deel van mij, daarom ben ik ook tango. Het is voor mij niet belangrijk of ik tango speel of volksmuziek. De essentie is de ontwikkeling van het instrument, van de muziek. Ik maak niet het in de tangowereld gebruikelijke onderscheid tussen tango en de rest. Ik kom weliswaar voort uit de volksmuziek, maar tango en volksmuziek zijn in wezen niet verschillend. Het zijn beiden uitingen van mijn cultuur, ze komen elkaar ergens tegen als complementerende expressies van dezelfde wortels. Ik stel dus niet de tango als urbane expressie tegenover de volksmuziek van het platteland. De harmonieën, ritmes en melodieën neigen naar elkaar. Ik ben niet alleen door muziek beïnvloed, maar door kunst in het algemeen, dus ook door literatuur, schilderkunst, beeldhouwkunst enzovoorts. Ik ben gelukkig als ik naar moderne of goede eigentijdse muziek luister, maar net zo goed ben ik gelukkig als ik naar oude muziek luister. Er bestaat geen oude tango of nieuwe tango, het gaat erom of je een geestelijke toestand van gelijkmatigheid (tereno de igualdad) kan bereiken om echt naar muziek te luisteren en dat kan alle soorten muziek zijn. Het gaat om de toegankelijkheid, niet alleen voor muziek, maar voor kunst in het algemeen."

Schoonheid is communicatie
"Schoonheid heeft geen nationaliteit. Het wordt niet met een persoon geboren en sterft niet met een mens. Schoonheid is een deel van de maatschappij. Zonder schoonheid geen communicatie. Schoonheid bindt ons allen en dat bindende effect is er ook in de muziek. Wij zijn gelukkig als we anderen gelukkig maken met onze muziek. Als we applaus krijgen, als we ervaren dat het publiek het mooi heeft gevonden, is onze missie geslaagd. Wij laten iets moois van onszelf zien en maken daarmee iets moois los bij het publiek. Daarom is optreden voor ons essentieel, het is de ultieme communicatie. Wat gebeurt er als iemand naar een cd van ons luistert? Niemand weet het. Komt de tonaliteit over? wat gebeurt er met de energie die wij proberen over te dragen? Wat gebeurt er? Dat is een groot en mooi mysterie. Soms gebeurt het dat ik tijdens een repetitie meer intensiteit en meer uitwisseling voel dan tijdens een optreden. In mijn visie kan dat niet, omdat voor geslaagde muziek publiek nodig is. Ook dat is een mooi en groot mysterie."

Communicatie versus egocentriciteit
"Ik probeer in mijn muziek zo vrij en open mogelijk te zijn, dat gebruik ik dan weer om met jazzmusici te spelen. Jazzmusici hebben de mogelijkheid om meer soorten muziek te begrijpen. We moeten met zijn allen erg oppassen dat we niet een taal van eenlingen ontwikkelen. In de bigbands waarin ik speel lijkt elke solo soms wel een competitie. Ik voel me dan in een gezelschap waarmee ik niet kan communiceren, omdat ik de taal niet spreek. Het gevaar loert dat we muziek gaan construeren om het construeren. Dan blijven we steken in het tonen van ons kunnen. Terwijl we onze vaardigheden aan het demonstreren zijn vergeten we dan dat muziek communicatie is. De taal is essentieel, ik wil andere muziek leren kennen in relatie tot mijn cultuur. Het gaat niet om een confrontatie, maar juist om een toenadering. Binnen Saluzzi-Friedman-Cox mis ik een deel van de jazztaal en zij een deel van mijn culturele taal. Dan gaat het erom er samen iets van te maken. Is er geen gemeenschappelijke taal, dan is er geen communicatie en dus geen goede muziek. We moeten samenspelen om zo een taal te ontwikkelen. Ik geloof dat we daarom een stapje terug moeten doen. We moeten een zeker bewustzijn herwinnen over onze plaats, de positie van de kunst in het algemeen en onze positie als muzikant in het bijzonder."

Toekomstmuziek
"We hebben teveel uit handen gegeven aan politici, die er een potje van hebben gemaakt. We moeten de beslissing om muziek slechts voor commercials, voor consumptie of voor propaganda te gebruiken niet aan anderen overlaten. We moeten af van die deprimerende sfeer. De mensen beginnen langzamerhand te begrijpen dat de overmaat prikkels afstompend werkt. We zullen veel selectiever moeten zijn in het toelaten van prikkels. Daarom moeten wij, kunstenaars, een initiatief nemen. Het is tijd onze verantwoordelijkheid te nemen. Het klinkt misschien als een reconstructie van de romantiek, maar het is een verstrekkende gedachte. Het is onze taak te laten zien wat goede muziek is en wat gemakkelijk maatwerk."