Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Aron Raams:
"De gitaar van mij afpakken, is voor mij hetzelfde als mijn hand afhakken."

Een harde klank raakt je
een zachte veel dieper

één klank ontstaat pas
als klanken vermengen
samengaan

warme klanken tonen vinden elkaar

in een compositie
die klopt

(Youssi Raams, 2001)

door Donata van de Ven, april 2009

Wat mij betreft is wat in dit gedicht van de zus van Aron staat, precies waar het om draait. Harde klanken kunnen heel mooi zijn, en nuttig. Iedereen kan wel een muziekstuk bedenken wat hij het liefst keihard draait. Het maakt iets bij je los of doet je denken aan lang vervlogen tijden. Maar laten we eerlijk zijn: je kunt er ook niet omheen, je moét er wel naar luisteren. Het is veel moeilijker om een zachte klank zo te spelen dat je als muzikant de aandacht van de luisteraar vasthoudt en hem ermee kunt beroeren, ontroeren. Dat gebeurt niet zomaar. Dat begint bij de muzikant. Bij zijn gevoel, zijn passie. En zijn vermogen om dat om te zetten in een melodie. Muziek is iets heel subjectiefs. Wat wij mooi vinden, is heel persoonlijk. Daar zal het in deze muzikale ontmoeting ook niet over gaan. Maar wat is dat nou, dat gevoel, die passie? Waar komt dat vandaan?

Aron Raams komt uit een muzikaal nest. Daar werd ook de kiem gelegd voor zijn muzikaliteit. Op zijn zesde begon hij met gitaar spelen en zijn vader bracht hem de beginselen van de blues en rock 'n' roll bij. Met name de blues werd helemaal zijn ding. Ook de twee broers van Aron maken muziek en het is dan ook regelmatig een muzikaal vertoeven in huize Raams. Te Oosterhout, waar ook zijn moeder is begraven. Zij stierf in 2003 aan longkanker, vlak voor Arons eindexamen aan het conservatorium. Hij was toen 23 jaar en nam het besluit zijn examen toch door te laten gaan. Zelf zegt hij daarover: "Ik weet natuurlijk niet hoe het gelopen zou zijn als mijn moeder nog geleefd had, maar ondanks het verdriet ging het examen eigenlijk toch heel goed, ik was relaxter, en maakte me niet zo druk meer over van alles en nog wat. Het gaf me de kans om te relativeren. Meer van: hier sta ik nu en dit is wat ik momenteel in mijn vingers heb."

Al voor zijn studie aan het conservatorium in Tilburg begon zich bij Aron de interesse voor de jazz te ontwikkelen. In zijn fusionband Mr. Groove's Playground ontstond al een samensmelting tussen blues en jazz. Tijdens zijn studie werd de liefde voor de jazz alleen maar sterker. Hij stopte geleidelijk met de blues- en popbandjes, om zich volledig op de jazz te storten. Want alhoewel hij zich toch helemaal thuisvoelt in de blues, is jazz in zijn ogen toch breder. Op het conservatorium leerde hij, zoals hij zelf zegt, ook de "wetten van de jazz" kennen. Tja, en wat zijn nou de wetten van de jazz? Het blijkt eerder een soort statement te zijn, maar Aron verwoordt het met een uitspraak van een collega-muzikant: "Jazz is het op-en-neer wandelen op de chromatische ladder, en als je een mooie noot tegenkomt even blijven hangen." "Dit is uiteraard met een knipoog bedoeld, maar er zit absoluut een kern van waarheid in. Muzikanten zijn steeds meer op zoek naar een nieuwe, eigen sound en komen ook met eigen theorietjes en trucjes. Het voornaamste is dat het goed klinkt. Er was immers eerst muziek, toen kwamen de regeltjes pas; jazz is zo moeilijk als je het zelf maakt..."

In het algemeen kun je het zo stellen: de invloeden van de grootmeesters uit de jazz zijn nog steeds terug te vinden en ieder heeft zo zijn helden, maar de muzikale virtuoos geeft daar een geheel persoonlijk tintje aan en zoekt van daaruit zijn eigen weg. Er vormt zich een eigen stijl, die hij vervolgens uitbouwt tot iets geheel nieuws waaraan iedereen hem kan herkennen, en dat wordt dan weer bestudeerd door anderen. Dit hele proces maakt de muzikant uniek.

Als je naar de nummers van Aron luistert, hoor je direct dat hij al een eigen stijl heeft. Toch noemt hij zichzelf een chaoot van het eerste uur. "Vaak wil ik veel te veel doen. Langzaam kom ik nu achter de kunst van het weglaten, less is more! Vaak overdonder ik het publiek ook met te veel nootjes, te veel riedeltjes. Je raakt mensen meer met eenvoudigere melodielijnen." Een mooi voorbeeld hiervan is het nummer 'Unspoken', dat hij schreef tijdens het ziekteproces van zijn moeder. Toen ik de instrumentale versie hoorde tijdens een optreden, raakte het me meteen recht in het hart. De ingetogenheid en bijna serene uitstraling van Aron verried de bijzondere lading van dit nummer. Op zijn cd staat ook een vervolg op 'Unspoken', gezongen door Kaz Lux, die ook de tekst hiervoor schreef.

"Met wie je samenspeelt is heel belangrijk. Niet met iedereen kun je precies muzikaal uitdrukken wat je bedoelt, of kun je het verhaal vertellen wat je wilt vertellen. Dat is een kwestie van aanvoelen. Elkaar aanvullen en de ruimte geven op het juiste moment. Pas dan ontstaat er een eenheid en krijg ik echt een kick." Aron is (terecht) heel erg trots op de muzikanten die hem omringen op zijn eerste cd, Jeroen van Vliet (piano), Eric van der Westen (bas) en Thorsten Grau (drums). Deze cd is zoals hij zelf zegt het einde van een hoofdstuk en misschien wel het begin van een nieuw verhaal. Zijn eigen kwartet. Het is een droom, die nu gaat uitkomen. Omdat het hele jazzverhaal nog redelijk nieuw voor hem is, blijft hij hierin nog voorzichtig, een beetje onzeker bijna.

Hij werd eerder beschreven als een echte alleskunner. Dat klopt wel, want of het nou pop, funk, blues of jazz is: hij speelt het allemaal. "Wat ik wil, is een goede combinatie maken van blues en jazz. Pop is leuk, maar daarin is het totaalplaatje toch veel belangrijker dan wat je als individuele artiest werkelijk kunt. In de jazz is dat anders. Hiervoor komen mensen speciaal naar jou luisteren. Je bent ook heel erg benieuwd naar de reactie van het publiek en natuurlijk naar de kritiek. Jazz is toch een muziekstijl met veel meer mogelijkheden en dat is voor mij een enorme uitdaging. Daar ben ik ook wel aan toe. Ik besloot te stoppen met al het andere waar ik mee bezig was en me volledig op de jazz te storten, de uitdaging aan te gaan. Maar ik speel nog steeds graag funk. En blues natuurlijk, daarin kan ik echt uit mijn dak gaan. Dat is een beetje thuiskomen."

Gitaar spelen is voor mij iets heel vanzelfsprekends, net zoiets als de kleur van mijn ogen of van mijn haar. Ik zou ook niet weten wat ik anders zou moeten doen. Het is een eindeloze tocht, die voor mezelf interessant blijft en met me mee groeit. Het hoort bij me. Ik kan me bij wijze van spreken ook niet herinneren dat ik die gitaar niet in mijn handen had. Het is echt een onderdeel van me en dat verklaart die passie ook wel een beetje. Maar om die passie nou te omschrijven... De gitaar is alles voor mij. Als ik die niet meer heb, kun je me afschrijven. Dát van mij afpakken, is voor mij hetzelfde als mijn hand afhakken."

Het is even stil als hij een slok neemt van zijn glas wijn. Dan gaat hij verder... "Ik kan onderbuikkriebels krijgen van een lekkere simpele groove waarin bijna niets gebeurt. Je kunt het een beetje vergelijken met de eerste kriebels van verliefdheid. Iets anders is het als ik een sferisch stukje speel. Dan doe ik mijn ogen dicht en duik ik in mijn herinneringen, wat speelt er op dit moment, en dat probeer ik er dan uit te laten komen. Maar ook niet altijd. Dat is iedere keer verschillend. Het is heel erg afhankelijk van welke stijl ik speel, en met wie ik samenspeel. Ik luister graag naar de muzikanten waarmee ik op de planken sta en wacht tot ik opgeslurpt word door hun muziek. Dan begin ik te spelen en hang ik mezelf in hun klanken. Soms komt ook een beetje het ADHD-gevoel in me naar boven, bijvoorbeeld als ik de blues speel of fusion. Dan kan ik helemaal uit mijn dak gaan op één noot en wil ik gewoon herrie, energie maken. Ja dat zou je kunnen vergelijken met geiligheid. En de diepere, gevoelige muziek met verliefdheid of liefde."

Naast het hele podiumgebeuren geeft Aron met plezier les aan de H19 te Oosterhout (Centrum voor de Kunsten), drie dagen in de week. Een stukje zekerheid wat inkomen betreft natuurlijk, maar ook een welkome aanvulling op de uitdaging die het podium biedt. Als zijn leerlingen met het gevoel naar huis gaan dat ze lekker hebben gespeeld, is zijn doel bereikt. "Naast de onontbeerlijke theorie en techniek die je ze meegeeft, is het vooral belangrijk dat ze plezier hebben in het muziekmaken. Natuurlijk zijn er leerlingen die er qua talent of aanleg uitspringen. Dat maakt het leuk. Leerlingen die al een eigen stijl hebben, of bij wie je, als je je ogen sluit, bijna bijvoorbeeld Stevie Ray Vaughan zelf hoort spelen."

Het zal niemand verbazen dat deze bescheiden, optimistische man de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet. Hij hoeft niet zo nodig op de voorgrond te staan en is tevreden als hij een plek heeft tussen de muzikanten waar hij respect voor heeft. Hij doet gewoon waar hij goed in is, en wat hij het liefste doet: gitaar spelen. Zijn passie. En zoals iemand laatst tegen me zei: "muziek maken is passie", punt. Aron is een gitarist die de gave heeft om ons te raken met een melodie. Hij is net als jij en ik op zoek naar iets wat mooi is, wat ons gelukkig kan maken, al is het maar voor even...