Draai om je oren Artikel | Interview |
home |
||
|
Teus Nobel, de mens centraal Onlangs bracht Teus Nobel het album 'Human First' uit. In juli staat hij met zijn Liberty Group op North Sea Jazz. Reden genoeg om weer eens met hem aan tafel te gaan. Ik tref hem in een koffiebranderij in zijn woonplaats Oisterwijk, waar hij al druk aan het werk is.
Druk, druk, druk, zo kun je zijn leven wel noemen. Als vader van twee jonge kinderen, zelfstandig ondernemer, muzikale alleskunner en met een onstilbare honger naar vernieuwing en een stevige portie geldingsdrang is er zelden rust. Dit thema is gelijk het eerste onderwerp van gesprek. Hij vergelijkt het met de huiskat die steeds aan 'de verkeerde kant' van de deur zit. Met miauwen en krabben geeft hij aan naar een andere ruimte te willen. Als hij eenmaal in die andere ruimte is wil hij er vrij snel weer uit. Nobel voelt ook zoiets. Hij is nogal perfectionistisch en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat levert vaak het gevoel op van spijbelen in een van zijn rollen. Als hij aan het werk is voelt hij zich tekortschieten als vader en echtgenoot. Maar wanneer hij op gaat in die rol voelt hij dat hij nog van alles voor zijn werk moet doen. Als voorbeeld vertelt hij dat het gezin net een vakantie geboekt had toen de uitnodiging kwam om in die periode op North Sea Jazz te spelen. Het affiche van NSJ laat zien welke keuze gemaakt is. Op mijn vraag waar hij zijn rust vind komt spontaan het antwoord: in de auto. "Als ik na een concert in mijn eentje terugrijd voel ik de rust. Meestal luister ik een podcast over iets totaal anders, sport of zo." Het nummer 'Human First' is geschreven als een compositieopdracht namens de Vereniging van Nederlandse Jazzpodia en Jazzfestivals en is een reflectie op de identiteitscrisis waarin Nobel tijdens de coronacrisis terechtkwam. Bovendien overleed net voor de pandemie zijn vader en werd zijn zoon Bix geboren. Op het album staat verder nog het tweeluik dat pianist Alexander van Popta schreef. Het is geïnspireerd op de fotografie van het Noorderlicht door de Finse fotograaf Riku Karjalainen. Het totale album levert een muzikaal avontuur op van ruim drie kwartier. De themathiek van 'Human First' loopt als een rode draad door ons gesprek heen. Door corona merkte Nobel dat de identiteit die je aan je beroep ontleent uiteindelijk heel broos en kwetsbaar is. En door de genoemde persoonlijke omstandigheden werd sterk benadrukt hoe belangrijk en elementair menselijke relaties zijn. Dit bracht hem bij een uitspraak van Herbie Hancock, die zei: 'I am human first, musician second.'
Wat meteen opvalt is dat Van Popta op Fender Rhodes speelt en de elektrische gitaar van Teis Semey te horen is. Ook horen we de sax van Jasper Blom. Het levert een 'Bitches Brew'-achtig geluid op. Halverwege speelt Van Popta een gevoelige akoestische solo op de vleugel en krijgt het stuk een ander, meer ingetogen karakter. Zeker als daar een melodieuze solo op bas van Vierdag op volgt. Semey en Blom leveren ieder een mooie bijdrage. De solo van Blom is briljant. Waarna Semey op elektrische gitaar zijn variaties op het thema mag uitwerken en Nobel fijntjes de lijnen weer aan elkaar haakt en extatisch naar het einde van de compositie toewerkt. De ritmesectie, bestaande uit Tuur Moens op drums en Jeroen Vierdag op bas, is als altijd degelijk en sterk in de basis. Helaas heb ik de live-uitvoeringen in Paradox, Bimhuis en LantarenVenster niet kunnen zien, maar dat moet fantastisch zijn geweest. Nobel vond het heerlijk om tijdens de opnames met "twee dwarsdenkers" als Semey en Blom te werken. Het heeft een fantastisch resultaat opgeleverd dat alom lovend is ontvangen. Iets wat Edison-winnaar ('Saudade') Nobel vaker overkomt. We staan even stil bij de veelzijdigheid van Nobel. Het blijkt een bewuste keuze te zijn om zich te verdiepen in allerlei stijlen, zoals die van Woody Shaw of Jobim. Het levert altijd verfijning en verdieping van zijn speelstijl op, die in de freejazz meer vrijheid geeft. Nobel werkt aan een plaat met jazzstandards en is ook bezig zich te verdiepen in het werk van Chet Baker. Het is binnenkort veertig jaar geleden dat Bakers plaat 'Someday My Prince Will Come' verscheen. En twintig jaar geleden dat Nobel die plaat ging uitpluizen.
Alle titels van de albums hebben echt betekenis. In die zin kan 'Human First' ook als een boodschap aan zichzelf worden gezien. De mens voorop, als reminder voor een ambitieus persoon. En we ontdekken nog iets. Nobel kon vroeger knap chagrijnig zijn als er iets tijdens een concert niet gegaan was zoals hij wilde. Nu kan hij dat steeds makkelijker van zich af zetten, omdat hij steeds beter in staat is het gewoon te laten gebeuren. Live spelen moet ook een beetje een worsteling zijn, zoeken en de weg vinden. Dat maakt het spannend. Uiteindelijk wil het publiek een mens zien en geen machine. |