Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

Wrakke piano verdween waar Ahmad Jamal verscheen

Weinig jazzpianisten waren zo invloedrijk als Ahmad Jamal. Van zijn platen verkocht hij miljoenen exemplaren, maar zijn typische stijl - spaarzaam, maar ook orkestraal - was zeker zo spectaculair.

door Eddy Determeyer, oktober 2010
foto's: Cees van de Ven

Een jazzplaat die goed verkoopt, dat kan nooit iets zijn. Zo oordeelden de critici in de jaren vijftig – en sommigen nog altijd. Dus toen er van 'Ahmad Jamal At The Pershing' in 1958 ineens honderdduizenden exemplaren over de toonbank gingen was de beer los. 108 Weken stond het album in de Hot Charts van het tijdschrift Billboard.

'Cocktailmuziek', fulmineerde het jazzblad DownBeat. Nu was het trio van de in 1930 in Pittsburgh geboren pianist inderdaad uitzonderlijk strak georganiseerd. Bill Evans zou niet veel later furore maken als degene die het pianotrio had geëmancipeerd, bij wie bas en drums een evenwaardige inbreng hadden als de piano. Maar reeds bij Jamal vormden de muzikanten – Israel Crosby, bas en Vernel Fournier, drums – een architectonisch geheel. Als een legpuzzel passen de instrumenten in elkaar. Wat je op die plaat en op haar opvolgers hoort, is een trio dat zó goed op elkaar is ingeslepen, dat het als een orkest klinkt. "Ik heb geen trio," benadrukt de leider. "Ik ben Ahmad Jamal plus degenen die op dat moment met mij spelen. Ik ben een orkest. I am an orchestra, I'm not a trio. I hate the word trio."

Het 'orkest' dat hij in de periode 1958-1961 leidde, was inderdaad een van de hechtste ensembles uit die tijd. Israel Crosby moet met Jimmy Blanton en Milt Hinton tot de grote vernieuwers van de bas gerekend worden. Als zestienjarig wonderkind soleerde hij in Chicago bij Jess Stacy, Gene Krupa en Albert Ammons. Een jaar later was hij de eerste bassist die de DownBeat Award won. Hij maakte honderden platen met jazz- en bluesartiesten, van Fletcher Henderson tot Buster Bennett, van Jimmy Yancey tot Bill Russo. Vernel Fournier begon eveneens op jeugdige leeftijd, bij het legendarische bebop-orkest van trompettist Dooky Chase, in New Orleans. Zijn roots kun je horen in het nummer 'Poinciana' op de hitplaat van het trio, waar hij een soort uitgebeende New Orleans-straatbeat speelt. Vaak nageaapt, nooit geëvenaard, laat staan overtroffen. "Het heeft me echt tijd gekost om Vernel Fournier en Israel te pakken te krijgen. Die waren constant aan het werk, hadden altijd andere verplichtingen," grijnst de pianist.

Met 11 jaar professioneel
Op het moment dat de opnamen in de Pershing Lounge werden gemaakt, was Jamal zelf met zijn 27 jaar een veteraan die ruim een half leven in het vak zat. Op de middelbare school zat hij, toen nog Freddy Jones, in de school-bigband van meester McVicker – die eerder ook Billy Strayhorn onder zijn hoede had gehad. Freddy schnabbelde er al professioneel bij – vanaf zijn elfde. Tijdens de pauzes loste hij zijn algebrasommen op. "Ik heb meer platen verzameld dan drie willekeurige ander mensen gedurende hun hele leven," verklaart Jamal zijn levenslange liefde voor de jazz, of de "klassieke Amerikaanse muziek", zoals hij het liever noemt.

"Van kinds af aan. 78 Toeren en van die grote 30-centimeter exemplaren, de Comets. Iedere muziekstudent zou die gratis moeten krijgen, die Comets van Art Tatum met Slam Stewart op bas en Tiny Grimes, gitaar. Verplichte kost voor elke muziekstudent die zich met Amerikaanse klassieke muziek bezighoudt. Héél, héél belangrijke platen. Lester Young met Nat King Cole, ook zo'n belangrijke plaat, 'Body And Soul'. Naar die Nat King Cole solo's luisterden we telkens weer opnieuw, over and over. Duke Ellington, van hetzelfde laken een pak. 'Johnny Come Lately', 'Raincheck' – wat vandaag de dag niet eens meer onderricht wordt!"

Op school kwam Freddy in aanraking met zowel Europese als Amerikaanse klassieke muziek. "De Pittsburgh Symphony is altijd een van de beste symfonie-orkesten ter wereld geweest. Dirigent Fritz Reiner was al beroemd voordat hij naar Chicago vertrok om daar met de Chicago Symphony te gaan werken. De Symphony was onderdeel van ons luisterprogramma. Het orkest kwam naar onze middelbare school om daar voor de complete schoolgemeenschap op te treden. In Pittsburgh speelden we alles. We speelden Franz Liszt en Duke Ellington door elkaar. Wat er voorhanden was, deden we. De meeste muzikanten uit Pittsburgh konden alles spelen. Uiteindelijk maakten ze dan wel een keuze. Earl Wild koos ervoor een leidende vertolker van Liszt te worden. Billy Strayhorn koos ervoor Duke Ellingtons partner te worden."

Big time job
De eerste big time job van de pianist was bij de bigband van trompettist George Hudson, die als de beste begeleidingsband van de grote sterren gold. "Jammer genoeg heeft hij daar nooit erkenning voor gekregen," zegt Jamal. "Wat mij betreft was het een van de beste orkesten ter wereld. We tourden met Dinah Washington, wat op zich al een trip was. En met een groep, The Ravens, die niemand zich meer herinnert, maar dat was de beste vocal group ter wereld."

Jamal heeft altijd een orkestraal concept voor ogen. "Ik heb altijd een orkest willen hebben." Het merkwaardige is, dat zijn oude opnamen op het eerste gehoor helemaal niet uitgesproken vol en orkestraal klinken. Eerder spaarzaam, en afwisselend sprankelend en streng. Het gebruik van de pedalen is geraffineerd en met tempowisselingen houdt de pianist de luisteraar bij de les. Doch als je even doorluistert, hoor je dat de instrumenten als het ware als secties worden ingezet. En die gaten in de flow vul je zelf wel op.

Met zijn aanpak ondervond Ahmad Jamal onder collega-muzikanten veel waardering. Met name Miles Davis stak de loftrompet over hem. In zijn autobiografie vertelt hij over zijn befaamde Modern Jazz Giants-sessie, van kerstavond 1954. "Het ruimtelijke van de muziek moest hoorbaar blijven. Ik begon toen net dat ruimteconcept dat de hele muziek moest kleuren te gebruiken, zowel in composities als in arrangementen. Dat had ik overgenomen van Ahmad Jamal." Davis placht zijn sidemen te verplichten naar optredens van Jamal te gaan luisteren. Tot de pianisten die een studie van Jamals stijl maakten, behoorden ook McCoy Tyner, Herbie Hancock en Keith Jarrett.

"Het meeste wat ik componeer is gestructureerd," legt Jamal uit. "Het meeste is uitgeschreven. De groep moet daarop studeren, they have to practice, ik heb bladmuziek en zo. Soms repeteer ik dingetjes aan de hand van uitgeschreven noten, soms gebeurt dat verbaal. Soms is het beter om dingen te realiseren door instructies te geven dan via papier. Ik heb altijd een voorkeur gehad voor het geschreven woord, liever dan dat ik iemand moet uitleggen dat hij die-en-die noot daar-en-daar moet spelen. Het hangt van de omstandigheden af." Ik merk op dat de bigbands destijds vaak gebruik maakten van head arrangements, of dat stukken ter plekke veranderd of uitgebreid werden. "Dat gaat volgens mij altijd zo," bevestigt de pianist.

"Of je nu Wolfgang Amadeus Mozart bent of Franz Liszt of Jamal of Duke Ellington. Sommige dingen schrijf je op en andere dingen niet. Maar alles gaat altijd zo. Alles begint als een head arrangement. Als Johann Sebastian Bach solfège (#) speelt, dat zijn allemaal head arrangements. En als we denken dat iets belangrijk is, pakken we een pen en maken er een historisch document van. Ik geloof in het geschreven woord; dat is een manier om iets te behouden. Het is gewoon onzin om aan te nemen dat dingen niet als head arrangement beginnen. Of je nu een fuga van Bach neemt of een compositie van Duke Ellington, alles begint in het hoofd. Count Basie, John Kirby, Nat Cole, maakt niet uit, they all start in the head."

Gisteren nog 15
In zijn latere muziek klinkt Ahmad Jamal niet meer zo spaarzaam als in zijn revolutionaire werk uit de jaren vijftig, al blijft zijn handschrift duidelijk hoorbaar. "Alles verandert voortdurend," zegt hij. "In het leven blijft niets hetzelfde. Zelfs je cellen veranderen, iedere seconde. Als die niet veranderen is er iets mis. Als de oceanen plotseling stil zouden vallen, Eddy, hadden we een ramp van ongekende omvang. Dat zou het einde van de wereld betekenen. Dus alles moet in beweging blijven. You must keep moving, whether you're in music, whether you're a doctor or whatever, you must keep moving."

"Als je geluk hebt, blijft je muziek in beweging. Als je dat niet hebt, keer je terug: constant blijft het nooit. Je gaat óf vooruit, óf achteruit. Dat gaat nooit met horten en stoten. De enige die een komeetachtige carrière maakt is een komeet. Alles speelt zich volgens mij procesmatig af, is evolutionair. Maar de dingen gaan wel veel sneller dan we denken. Neem leeftijd: op een dag word je wakker en ben je zestig, terwijl je gisteren nog vijftien was. Het lijkt een langzaam proces, maar dat is het niet. Het leven gaat zeer, zeer snel. Dus ook graduele veranderingen gaan snel. Maar wat kun je ertegen doen? Je krijgt een keer een kans en dat is het dan."

Daar komt bij dat Jamal niet echt het pad volgde dat de meeste jazzmuzikanten afleggen. "Ik heb een ander leven geleid, een andere carrière gehad. Een andere benadering van leven was het. Andere regels. Ik wilde niet teveel toeren. Langer dan zes weken heb ik dat nooit gedaan, daarna keerde ik weer terug naar huis. Ik ben betrokken geweest bij ondernemingen, ik heb een restaurant gerund en een platenmaatschappij en andere dingen. Ik heb heel wat ondernemingen gehad en optreden heb ik nooit zo zien zitten. Ook nu niet. I never had wanted to be out here, and I don't want to be out here now. Ik zit liever thuis. Maar aan de andere kant kan ik die wonderbaarlijke gave niet ontkennen die ik van de Schepper heb gekregen. Maar vaak zijn de omstandigheden niet bevorderlijk voor je optredens. Ik wil graag onder de best denkbare omstandigheden werken. Met een goed instrument, om te beginnen."

Leven te kort
"Wat mijn luistergewoontes betreft ben ik heel kieskeurig. Ik probeer wel naar alles te luisteren, maar er is tegenwoordig niet veel meer wat ik aantrekkelijk vind. Ik luister alleen nog naar heel bepaalde dingen. Milt Jacksons album 'How Do You Keep The Music Playing'. Shirley Horn, die een van de grote verhalenvertellers was. Speciale mensen. Johnny Mandel, wat mij betreft een van de grote orkestrators. Ik luister dus niet meer zoveel."

"Tegenwoordig heb ik de tijd en de middelen om mijn eigen dingen te ontwikkelen. Waar ik in het verleden niet aan toe kwam, vanwege de strijd om je carrière op gang te brengen en op gang te houden. Het is heel moeilijk om alles in je leven te bereiken wat je je ten doel hebt gesteld. Ik denk niet dat er iemand is, die alles wat hij in zijn hoofd had ook werkelijk realiseert. Daar is het leven te kort voor. Dus de weinige tijd die mij resteert wil ik graag aan mijn eigen muziek besteden. Nu wil ik naar mezelf luisteren." De pianist buigt naar voren en benadrukt: "I'd like to listen to me. Ik heb meer dan genoeg naar andere dingen geluisterd, maar nu wil ik naar A.J. luisteren, naar Ahmad Jamal."

"Er zijn heel veel dingen die nog altijd hier zitten (wijst naar zijn hoofd), waarvoor ik sinds mijn tiende geen tijd heb gehad om die te ontwikkelen. Geen tijd gehad om alles uit te schrijven, onvoldoende tijd gehad voor de piano. Dus, om op je punt terug te komen, vanaf nu wil ik het liefst naar mezelf luisteren. Ik ga tijd maken om te componeren. Ik ga me terugtrekken. Het optreden beperken tot drie, vier, vijf maanden per jaar, hoop ik, en in de herfst van mijn leven - wat er nog resteert - proberen te componeren. Als het lukt, prima, als het niet gaat, maak ik me daar ook geen zorgen over."

"Ik ga mezelf niet dwingen dingen te componeren. Wij zijn ontvangende kanalen, ik ga niet zitten wachten op iets wat er niet is. Want ik geloof niet in flauwekul. Iedere maand gaan er duizend liedjes door mijn hoofd – die ga ik niet allemaal opschrijven! Dat deden Mozart en Duke ook niet. We schrijven alleen de dingen op die we belangrijk vinden. 'Lush Life' is belangrijk, een persoon van zestien schreef 'Lush Life'. Ik weet dat Billy Strayhorn heel wat dingen in zijn hoofd had die hij nooit heeft uitgeschreven. Bij mij gaat er ook veel door mijn hoofd en als ik denk dat iets de moeite waard is, ga ik ervoor zitten en schrijf het op."

16 Kamers
Achteraf vindt hij het stom dat er geen eigen composities op zijn hitplaten stonden. Hij heeft veel geld verdiend voor zijn label (Chess/Argo), maar zelf is hij er in financieel opzicht niet veel wijzer van geworden. Dat wil zeggen, de impact van de Pershing-albums vertaalde zich uiteraard wel in hogere gages en meer werk. Hij kocht een huis met zestien kamers en begon een alcoholvrije club, de Alhambra, aan South Michigan Avenue. Dat het significante opnamen betrof, daar is hij niet bescheiden over. "Het was een historisch moment. Zo zijn er maar weinig momenten geweest in de geschiedenis van het platen maken. Bij voorbeeld John Birks Gillespie's meest succesvolle cover was mijn 'Woody ’n You', er is geen populairdere versie van 'Woody ’n You' dan de mijne."

Mosaic Records bracht onlangs het complete werk dat Jamal voor Argo opnam uit op een luxe box met negen cd's. Hier en daar mogen die opnamen een tikje maniëristisch klinken, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de momenten dat de muziek echt loskomt en je met de uitvoerenden hemelwaarts zweeft. Je weet zelf wel dat het maar zelden is, dat je bij het beluisteren van een opname gaat zweten en schreeuwen en naar de fles grijpt. Welnu, hier gebeurt dat dus. Wat luisterden die muzikanten goed naar elkaar! Wat mij betreft net als de Art Tatum-, Nat Cole- en Duke Ellington-opnamen verplichte stof. Misschien, zo filosofeert Jamal, heeft hij bijgedragen aan het geluk van talloos veel pianisten.

"Het merendeel van de piano's in de nachtclubs in de Verenigde Staten, daar ben ik verantwoordelijk voor. Die gasten speelden niet op goede instrumenten – tot ik langskwam met een hitplaat en de hefboomwerking daarvan. Als mensen graag wilden dat ik voor hen werkte, moesten ze de beste instrumenten aanschaffen, anders ging het feest niet door. Dus veel spelers hebben daar baat bij gehad. Ik heb niet alleen maar slechte dingen gedaan in mijn leven, ook wat goede! Ze hebben het aan mij te danken dat die gasten niet nog altijd op van die wrakken zitten te spelen."

Uiteraard kan ook Jamal meepraten over de rammelkasten waarmee hij geconfronteerd werd. Zoals, ironisch genoeg, de piano in de Pershing zelf, "een Steinway uit 1890 met een scheur in de klankkast, waar Miller Brown, de eigenaar, 375 dollar voor had betaald, omdat hij wist dat ik op een Steinway wilde spelen. Dus toen kocht hij een exemplaar met van die mooie gebeeldhouwde poten – en dat ding klonk als een instrument dat net gebouwd was, in 1957, in plaats van 1890!"

"Ik ben van mening dat onze werktuigen niet inferieur mogen zijn. We dragen bij aan een belangrijke kunstvorm. De Verenigde Staten hebben slechts twee vormen van kunst voortgebracht. De kunst van Amerikaanse indianen – die nog altijd miskend wordt – en wat jazz wordt genoemd. Plus film, misschien. Maar om ons te bepalen tot de Amerikaanse indianen en wat jazz wordt genoemd: we hebben zeker vorderingen gemaakt vergeleken met vroeger, maar het gaat nog niet ver genoeg. Ik kan MTV aanzetten en alle rotzooi ter wereld zien. Het zou mogelijk moeten zijn om je televisie aan te zetten en filmclips van Billie Holiday te zien, van Lester Young, van Vladimir Horowitz voor mijn part, van Duke Ellington, Count Basie. Dat kan nergens ter wereld. Als je het mij vraagt is dat misdadig!"

Dit artikel verscheen eerder in Jazz Magazine.

(#) Solfège: de stelselmatige training van het muzikale gehoor door middel van een muzikale zangoefening, waarbij de melodie gezongen wordt zonder de tekst en met gebruikmaking van alleen de namen van de noten.