Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Bob Hagen:
"Het gaat me absoluut niet om het financiële gewin."

Bob Hagen, die een opmerkelijk initiatief heeft genomen met het programmeren van jazz-dubbelconcerten in de Nederlandse schouwburgen, parkeert zijn wagen naast de showroom van de garage voor een doorsmeerbeurt. Afspraak voor een interview in de showroom met een man die bezeten is van de jazz en daar ook nog geld voor over heeft.

door Jacques Los, oktober 2004

Bog Hagen (foto: Rodney Kersten)"Op de HBS in Arnhem zat ik in een schoolbandje. Eerst speelde ik gitaar en bas en van lieverlee ben ik op trompet overgegaan, toen mijn hart brak voor Chet Baker. Inmiddels was ik 18, toen ben ik semiprofessioneel gaan spelen, met onder anderen Wiebe Haanstra, Ferdi Michels en Karel Dekker. Wij speelden vooral in Arnhem en omgeving, maar ook wel eens in Amsterdam. We hadden zelfs een jaarcontract om op de zaterdagavond in De Corner te spelen in Apeldoorn. Het was vooral mainstream en bebopmuziek dat we deden."

"Mijn vader, die zwaar suikerpatiënt was, verzocht me op een gegeven moment zeer dringend zijn zaak, een warenhuis in hoofdzakelijk huishoudelijk artikelen, over te nemen. Ik heb dat toen gedaan in de veronderstelling dat ik de muziek er wel bij kon blijven doen. Maar dat ging niet. Ik dacht altijd dat de muziek bij mij voorop zou staan, maar het was met geen mogelijkheid te combineren. Ik besloot met het spelen op min of meer professionele basis te stoppen. Wel ben ik me met muziek blijven bezighouden, maar dan als hobby. Op de vrijdagavond repeteerden we bij mij in de kelder met een clubje. Het zakenleven viel me niet tegen. Ik heb altijd met plezier gewerkt en de zaak flink uitgebouwd. We hadden uiteindelijk een aantal grote filialen in de grote winkelcentra in Arnhem. We waren een regionaal bekend bedrijf."

"Nadat ik de zaak verkocht had, heb ik nog tot midden jaren '90 op het reclamebureau van mijn zoon gewerkt. Ik dacht toen: ik wil wat doen voor de jazz. Ik had daar wat geld voor gereserveerd. Het zou me ook veel voldoening geven. Dat heeft ook te maken met het feit dat ik vroeger niet door kon gaan in de muziek. Ik ben begonnen een eigen label op poten te zetten, Jazz 'N Pulz, en heb jonge getalenteerde musici onder mijn hoede genomen en cd's van ze uitgebracht. Fay Claassen was daarbij, Jorg Kaaij, en ook Deborah Brown, The Millenium Jazz Orchestra en Ted Rosenthal."

"Na een buitenlandse reis kreeg ik op Schiphol een zeer ernstig ongeluk. Dat betekende dat ik meer dan een jaar uit de running ben geweest. Aanvankelijk was de situatie uiterst kritiek. Ettelijke maanden heb ik in het ziekenhuis gelegen plus nadien een langdurige revalidatie. Mijn mobiliteit is door dat alles reuze beperkt. Ik heb toen wel de tijd gehad een plan te bedenken om jazzconcerten in de schouwburgen te laten plaats vinden. Ik las namelijk in de Cultuurnota dat het met de speelmogelijkheden op de jazzpodia almaar minder werd."

"Toen ik weer enigszins op de been was, ben ik begonnen met enkele schouwburgen te polsen. De eerste was Hein Spanjaard van schouwburg Odeon in Zwolle. Ik had gehoord dat hij - als één van de weinigen - belangstelling had voor jazz. Hij was dan ook gelijk enthousiast. Het plan dat ik had uitgewerkt ging erom mensen, die niet zo gauw naar jazzkroegen en jazzpodia gaan maar toch wel interesse hebben in jazz, een enigszins makkelijk en gevarieerd jazzprogramma te bieden in de theaters. Ik heb zo'n tiental dubbelconcerten samengesteld. Een instrumentale groep voor de pauze en een vocaal programma na de pauze. Dus zo gevarieerd mogelijk."

"Daarna heb ik het plan op de e-mail gezet en naar al de theaters gestuurd. Ik kreeg onmiddellijk al een paar positieve reacties. Men vroeg zich echter wel af of het zou werken. Het bureau Intomart heeft dat voor me uitgezocht en de conclusie was dat er behoorlijke publieke belangstelling zou bestaan voor de formule van dubbelconcerten in de theaters. Voor mezelf had ik al gesteld dat ik het zou doorzetten als 25 theaters mee zouden doen. Ik ben ook naar het Fonds voor de Podiumkunst gegaan en heb gevraagd of ze me financieel wilden steunen. Dat was nodig want om het allemaal goed op te zetten moest er een flinke publiciteitscampagne van start gaan. Ik wilde een goede marketingaanpak. Daar heb ik eveneens een plan voor gemaakt. Ook heb ik nog een paar andere fondsen meegekregen. Uiteindelijk vinden er dit seizoen in 40 theaters dubbelconcerten plaats. Van het begin af aan had ik al een lijst gemaakt van groepen die geschikt waren mee te doen. Dat kostte me geen moeite. Ik weet precies wat er gaande is in de Nederlandse jazzwereld. Zo ongeveer drie keer per week bezoek ik door het hele land jazzconcerten en ik schaf veel cd's aan."

"We zijn dus net gestart met een twaalftal concerten. De theaters zijn behoorlijk enthousiast en evenzo de musici. Nou moet ik wel zeggen dat sommige groepen of musici wat moeite hebben zich te presenteren in de theaterambiance. Dat is nu eenmaal anders dan in de meestal wat ongedwongen sfeer van een jazzclub. Het is natuurlijk noodzakelijk dat ze een goede podiumperformance hebben, er enigszins representatief uitzien en geen tientallen chorussen soloruimte nemen. Wij moeten daar alert op zijn en indien nodig corrigeren. Van de 40 theaters zijn er ongeveer 15 die nog nooit jazz geprogrammeerd hebben. Er zijn er nu al wel een paar die volgend seizoen afhaken. Dat zijn theaters in kleinere plaatsen. Ze hebben het dus wel geprobeerd en dat vind ik lovenswaardig. Het ligt ook wel in de lijn van de verwachtingen dat in plaatsjes als Hardenberg of Veldhoven een niet al te groot jazzpubliek is."

Bob Hagen (foto: Rodney Kersten)"Voor het volgend seizoen ben ik al klaar met de programmering. Ik heb getracht het nog aantrekkelijker te maken. In ieder geval komt het Jazz Orchestra of the Concertgebouw in het programma. Van het huidige programma doe ik een aantal groepen in reprise, zoals dat heet in de theaterwereld. Dat betekent dat ik eerdaags weer naar de theaters ga met een aantal oude bekende groepen en zo ongeveer een tiental nieuwe. Sinds de presentatie van deze dubbelconcerten heb ik al 140 aanmeldingen gekregen van alle mogelijke jazzformaties - en zeker niet de minste - die graag mee willen doen in dit circuit. Omdat ik het artistieke peil zeer hoog wil houden valt er echter een groot aantal af, zeker de helft. Uit de rest is een keuze gemaakt. Tot op heden heb ik steeds zelf de beslissingen genomen, maar nu heb ik vier mensen gevraagd me te adviseren en met suggesties te komen. De theaters zelf hebben me destijds geadviseerd thematisch te programmeren, zoals bijvoorbeeld Jarmo Hoogendijk en Michael Varenkamp die met het programma 'Tribute to Miles' komen. Dat advies heb ik ter harte genomen. Het publiek is niet altijd goed op de hoogte betreffende de namen van de jongere jazzmusici. Van Miles Davis hebben ze natuurlijk wel gehoord en dat kan een stimulans zijn het concert te bezoeken."

"Ik vind het ook belangrijk jongere musici en groepen te programmeren. Ze zijn namelijk zeer goed en verdienen gewoon een groter publiek. Niet één van de groepen van dit seizoen wordt van rijkswege gesubsidieerd. De theaters financieren dus de musici. De musici ontvangen een zeer redelijk honorarium, daar heb ik me stevig voor ingezet. Dat kan dus wel betekenen dat theaters met een kleine zaal zo'n dubbelconcert niet kunnen programmeren. Ik heb dan ook voor het komend seizoen een drietal programma's samengesteld met trio's en kwartetten. Op die manier hoop ik het aantal deelnemende theaters uit te breiden."

"In Nederland zijn 150 schouwburgen en concertzalen. Van die 150 zalen zijn er 60 die nooit muziek programmeren. Er doen nu 40 mee aan dit project. Er blijven dus nog genoeg theaters over waar het wellicht nog mogelijk is enkele jazz-dubbelconcerten neer te zetten. Dus er is nog genoeg werk aan de winkel. Het is me trouwens ook opgevallen dat niet alle theaters de publiciteit optimaal aanpakken. Ik heb ervoor gezorgd dat ze zowel tekstmateriaal als foto's kregen aangeleverd. Het blijkt dat lang niet altijd duidelijk is in de theaterfolders dat het om dubbelconcerten gaat. Vaak is er slechts van één groep een foto afgedrukt, in plaats van twee. Dat is toch jammer. Mensen lezen niet altijd zorgvuldig en merken dan niet dat het om een dubbelconcert gaat. De toeloop bij theaters die daar wel adequaat aandacht aan hebben besteed is significant groter. Publiciteit is van enorm belang."

"Het is jammer dat Jarmo Hoogendijk, in twee groepen aanwezig, problemen met zijn lip heeft en nu in Canada is om geopereerd te worden. Het is vrij ernstig. Ik hoop maar dat het goed gaat en hij straks weer kan spelen. Hij wordt in het 'Davis tribute' deze maand vervangen door Eric Vloeimans en later Ack van Rooyen, en in de latingroep Bye-Ya door Rob van der Wouw, een nieuw talent dat uit de pop voortkomt en onder meer met Candy Dulfer gespeeld heeft."

"Ik wil nog kwijt dat ik bij dit project goede mensen om mij heen heb. Ik wilde er graag mensen uit de cultuur, media en politiek bijhalen en de mensen die ik in gedachten had - Martijn Sanders, Joop van Zijl en Hans Dijkstal - waren bereid zitting te nemen in het 'Comité van Aanbeveling'. Ik ben er zeer blij mee, want het zijn voor mij steunpilaren, evenals mijn naaste assistent op veel gebieden: Ronald Keizer. Het is goed om op deze mensen te kunnen terugvallen. Ik overweeg ook de theaters een programma uitsluitend gericht op de schooljeugd aan te bieden. Het begint toch bij de jeugd en het is goed dat diezelfde jeugd op enigerlei wijze kennis neemt van de jazzmuziek. Uiteindelijk is het mijn bedoeling zowel een jeugdig als groot publiek te interesseren voor de jazzmuziek en zoveel mogelijk speelmogelijkheden voor de musici te realiseren. Ik ben bereid daar heel veel aan te doen. Het gaat me ook absoluut niet om het financiële gewin. Integendeel, ik moet geld meebrengen."

Foto's: Rodney Kersten