Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Anton Goudsmit:
"Zo'n jazzopleiding is natuurlijk een beetje rare opleiding."

door Jacques Los, maart 2004

Anton Goudsmit"Ik ben via de moeder van een vriend in contact gekomen met de muziek van Jimi Hendrix. Die moeder was nog zo'n ouwe hippie. Ze draaide ook The Band, maar dat vond ik niks. Maar Jimi Hendrix... wow! Ik was een jaar of 10 en wilde toen natuurlijk ook gitaar spelen. In die tijd maakte ik eveneens kennis met de muziek van Elvis Presley. Ik kreeg een pick-upje en een plaat van Elvis. Vooral zo'n nummer als 'Jailhouse Rock' vond ik geweldig. Op de middelbare school - ik speelde al een beetje gitaar - leerde ik jongens kennen die luisterden naar de Average White Band en Jan Akkerman. Via die muziek kwam ik terecht bij Weather Report. Dat vond ik helemaal te gek. Het duurde nadien niet zo lang of ik werd geconfronteerd met Miles Davis, in het bijzonder zijn elektrische periode. De stap naar de bopmuziek is dan niet meer zo groot. Vooral de 'Kind Of Blue'-plaat van Davis heeft veel indruk op me gemaakt. Miles Davis was dus mijn eerste grote jazzliefde. Hoewel ik me sindsdien meer op de 'echte' jazz heb gericht, ben ik toch nog steeds een liefhebber van mijn vroegere idolen Hendrix en Weather Report."

"Toen ik een jaar of 14 was begon ik met een vriendje die basgitaar speelde te jammen. Ik had al een tijdje gitaarles van Erik Borgers en soms van Maarten van der Grinten. Wat later begonnen we met een drummer een jazz-achtig bandje. Ik was toen al continu bezig met improviseren. Uren achter elkaar. Met mijn gitaarleraar had ik ook al heel veel jazz gespeeld. Na de middelbare school ging ik naar Amsterdam om daar rechten te gaan studeren. Ik kwam toen met alle mogelijke maffe types in aanraking. Dat resulteerde in experimenteel gebruik van interessante verruimende middelen, zullen we maar zeggen. De rechtenstudie vond ik allang niet meer zo leuk en ik dacht dat ik eigenlijk wat anders moest gaan doen. En dan in het bijzonder iets waar ik echt zin in had. Zo ben ik dus op het conservatorium gekomen. Omdat ik een tijd geen les meer had gehad werd ik aangenomen op de vooropleiding. Ik heb me letterlijk te pletter gestudeerd en tegelijkertijd solfège gedaan op de musicologie-opleiding."

"Tijdens dat eerste jaar heeft het jazzvirus daadwerkelijk toegeslagen. Ik studeerde gitaarsoli van Wes Montgommery en Jim Hall en begon erg veel samen te spelen met andere conservatoriumstudenten, o.a. Barend Middelhoff en Eric Vloeimans. Dat waren al professionele bandjes en ik had het er erg druk mee. Vooral met Vloeimans had ik veel optredens, zeker zo'n 50 tot 60 per jaar. Dat bandje van Eric bestond toen uit drummer Pieter Bast en bassist Arnold Dooyeweerd. Na een aantal jaren bloedde het echter dood. We probeerden namelijk ook in Duitsland op te treden. Dat lukte niet en toen ging de animo er een beetje af. Met Barend Middelhoff heb ik zeker nog wel een jaar of 6 tot 7 gespeeld. Barend kon de band lang handhaven omdat hij een behoorlijk zakelijk inzicht heeft. Om een voorbeeld te geven: hij vertrok op een gegeven moment naar Parijs, waar mijn vrouw en ik waren voor een korte vakantie. We troffen in al de jazzclubs op de deuren en wanden posters en flyers van hem aan. Barend is altijd energiek bezig met promotieactiviteiten. Momenteel zit hij in Bologna. Hij heeft, vind ik, een echt 'romantisch' jazzleven. Zo'n leven als de Amerikaanse jazzmusici in Europa: trekken van stad naar stad en overal spelen. Helaas heb ik geen contact meer met hem. Nadat het bandje van Eric Vloeimans ophield te bestaan heb ik met veel mensen gespeeld. Overal. Ook in cafés, bijvoorbeeld Alto in Amsterdam. Met mensen als Sven Schuster, Ad Hasebos en Corrie van Binsbergen. Alsmaar jazz."

Anton Goudsmit

"Ik heb nooit commercieel gespeeld. Ik kon dat ook niet. Zo'n jazzopleiding is natuurlijk een beetje rare opleiding. Je bent alleen maar met improviseren bezig. Muziek lezen komt nauwelijks aan de orde. Nu, in de New Cool Collective Big Band, begin ik pas het lezen aardig onder de knie te krijgen. Laatst heb ik nog met Jasper Bloms Red Yellow and Blue gespeeld. De muziekpartijen zijn zeer ingewikkeld en uitgebreid. Dus je staat met lappen papier voor je. Stevig lezen dus, maar het gaat me redelijk goed af. Je moet goed opletten waar je bent in die partijen. Dan kan je je er wel doorheen slaan. We hebben daar een paar dagen voor gereperteerd. Het is een project van Jasper, waarbij zijn trio iedere keer met meerdere musici wordt uitgebreid. Hiervoor wordt dan speciale muziek geschreven. In dit geval ging het om variaties op melodietjes, waarin verschuivingen en veranderingen plaatsvinden. Helaas werd het project slechts één keer uitgevoerd."

"In 1994 ging op initiatief van Benjamin Herman de New Cool Collective aan de gang. Ik kwam gelijk in de band. We speelden dansbare jazz, latin jazz, easy tune en triphopbeats in de hippe Amsterdamse tenten en op de 'jongere' podia, zoals de Gasfabriek en Paradiso. We zijn begonnen met de kleine formatie. Later, in 1999, werd de big band opgericht. We hadden daarvoor op het North Sea Jazz Festival gespeeld met een grote bezetting. Dat sloeg ontzettend aan. Tijdens een solo van mij in een funky nummer begonnen de mensen te swingen. Kort daarop speelden we een week lang met de kleine formatie in München op basis van recette. De eerste avond was qua publieke belangstelling niet bijster succesvol, de tweede dag was het al bijna vol en daarna was het iedere avond uitverkocht. Het succes was zo enorm dat we daarna direct de studio in zijn gegaan en het idee werd geopperd naast het combo een vaste big band op te richten. We hadden uit München wat geld overgehouden en we waren het succes op North Sea nog niet vergeten. Ikzelf was er trouwens niet zo voor. Ik ben niet erg voor een big band; het kost je geld en soloruimte. Maar goed, nu die er eenmaal is is het ook kicken in zo'n superband. Eerdaags gaan we een week in een huisje zitten in Groningen om te werken aan nieuw repertoire voor de New Cool Collective. Daarna gaan we het uitproberen in Londen. Daar spelen we overigens regelmatig."

"Momenteel heb ik het behoorlijk naar mijn zin in het trio Fugimundi met Eric Vloeimans en cellist Ernst Reyseger. Ik word erg door Ernst beïnvloed; door zijn enthousiasme, zijn spel, zijn muziekkennis en zijn podiumpresentatie. Die man is één brok muziek. Onlangs zag ik een video van een optreden met mijn huidige trio in Paradox. Nou, dat zag er niet uit. Mijn presentatie leek nergens op. Dankzij Ernst is dat nu wel behoorlijk verbeterd. Naast dat trio heb ik ook een eigen kwartet met drummer Martijn Vink, Arnold Dooyeweerd en saxofonist Efraïm Trujillo. Naar aanleiding van een compositieopdracht verleden jaar heb ik een zestal optredens gekregen en voor de rest waait het zo aan. Ik ben geen verkoper, geen beller; ik heb daar grote moeite mee. Dat hele promotiegedoe kan je er eigenlijk niet bij hebben als muzikant. De muziek heeft daar alleen maar onder te lijden. Veel musici hebben voor de zakelijke dingen iemand die dat voor ze regelt."

"Gelukkig heb ik veel te doen. Ik geef een dag les in Groningen en met de New Cool Collective, Fugimundi en mijn eigen bandjes heb ik veel te spelen. Daarnaast zijn er nog wel eens incidentele dingen. Over een paar weken doe ik bijvoorbeeld met Oene van Geel een projectje op het SJU Jazzpodium in Utrecht. Ik vind het heerlijk voor een goed luisterend publiek te spelen. Dat het stil is en ik lekker subtiel kan soleren. Dat je jezelf goed kunt horen en er daardoor ook een goede interactie binnen de groep ontstaat. Dat is natuurlijk anders met de New Cool Collective. Die band speelt voor een zo groot mogelijk publiek. Het liefst een dansend publiek. Het is wel jazzmuziek, maar zeer dansbaar. Onze doelgroep is een jong, hip danspubliek. De muziek die we spelen is harmonisch gezien niet zo ingewikkeld. Het gaat vooral om het ritme. Gelukkig zitten er zowel in de kleine formatie als in de big band zeer goede solisten, zodat het muzikaal toch nog interessant is. Vaak werken we, vooral met de big band, met gastsolisten. Dat is commercieel noodzakelijk. We hebben gewerkt en ook platen gemaakt met George Baker, Georgie Fame, Trijntje Oosterhuis, Lilian Viera, Eboman en Piet Noordijk. We hebben ook contact gehad met Fred Wesley, de trombonist bij Maceo Parker, maar helaas: hij heeft het gastoptreden gecanceld. Ik zou het erg interessant vinden met de kleine New Cool Collective een tourtje te maken langs de serieuze en gezellige jazzpodia en dan zo goed als akoestisch te spelen. Met Fugimundi doen we niet anders en dat is geweldig. Ik zou het liefst alleen maar akoestisch willen spelen."

Anton Goudsmit"Ik heb ook veel affiniteit met de impro-jazz. Het lijkt me bijvoorbeeld leuk in het ICP Orkest te spelen. Ik heb ooit met trombonist Wolter Wierbos een cd gemaakt die nota bene in Down Beat 4 sterren heeft gekregen. In Amerika kennen ze Wolter vrij goed. Hij is daar één van Nederlands bekendste muzikanten. Ooit heb ik een duo-optreden gedaan met Han Bennink. Dat was knettergek. Op een gegeven moment heb ik stuk voor stuk de snaren laten springen. Dat was het einde van het concert. Een belangrijk man uit die scene is voor mij Arnold Dooyeweerd. Een soort goeroe. Hij doet nu al een jaar of twintig het workshoporkest in het Bimhuis. Ik ben blij dat hij in mijn kwartet speelt."

"Weet je, vroeger heb ik nauwelijks platen gekocht. Ik was altijd zo druk met spelen. Het kwam er gewoon niet van. Ik had alleen maar een klein gettoblastertje. Mijn grote voorbeelden en invloeden kwamen van de mensen om me heen. Nu ben ik serieus bezig cd's aan te schaffen. Ik vind vooral het Impulse!-label erg bijzonder. Waar ik niet zo wild van ben zijn de platen van ECM. Ik vind ze veelal te esoterisch. Het is muziek voor eenzame studentes. Ik noem het ook wel Fjordenjazz. Nog steeds luister ik heel veel naar Miles Davis, vooral de periode waarin hij met Wayne Shorter en Herbie Hancock speelt. Laat ik ook niet Chet Baker vergeten. Hermeto Pascoal vind ik ook zeer bijzonder. Mijn systeem is dat ik op de piano een rij cd's heb staan die ik blindelings kan pakken. Dus stuk voor stuk cd's die ik verschrikkelijk goed vind. Naast de piano heb ik een kast waarin de rest van mijn collectie staat. Ook goed natuurlijk. Tenslotte staat op de zolder een grote collectie cd's van Hollandse bandjes."

"Van de nieuwe generatie jazzmusici zijn pianist Brad Mehldau en gitarist Kurt Rosenwinkel de meest spraakmakende. Ik weet dat veel jonge gitaristen beïnvloed zijn door Rosenwinkel. Hij heeft wat mij betreft maar één goede plaat gemaakt, 'New Steps'. Verder ben ik er niet zo kapot van. Er is trouwens ook een goede nieuwe tenorsaxofonist, Mark Turner. Ik heb hem laatst op een video in z'n eentje een intro zien doen... echt waanzinnig! Ik vind het belangrijk voor leerlingen op een conservatorium dat ze de mogelijkheid creëren veel met elkaar te spelen, zodat ze praktijkervaring opdoen en een generatie vormen. Destijds had je mensen als Yuri Honing, Michiel Borstlap en Benjamin Herman, die in Hilversum een generatie vormden, en in mijn geval in Amsterdam had je Barend Middelhoff, Miquel Martinez en Efraïm Trujillo. Dat is een goede zaak. Je creëert op die manier nieuwe groepen voor de jazzpodia. Vooral in Amsterdam heb je goede mogelijkheden om in cafeetjes te spelen en het gevoel te hebben muzikant te zijn."

Foto's: Cees van de Ven