Draai om je oren Jazz en meer - Interview |
home |
||
|
Joost Buis: "Ik heb het reuze naar mijn zin in de muziek." Joost Buis, wonderboy van Apeldoorn Improviseert, gelieerd aan Felicity Provan, Sun Ra-adept, is een van de weinige impro-trombonisten in Nederland, vindt Wolter Wierbos een geweldig collega en houdt van het basale trombonespel. door Jacques Los, augustus 2004
"Maar goed, mijn jazzcarrière is dus begonnen in het kwartet van Vera Vingerhoeds, met onder meer Wilbert de Joode op bas. We hebben met dat kwartet nog een 'ouderwetse' lp opgenomen en later, maar dan met de Lazy Bones, een cd. Het was niet echt een jongensdroom om jazzmuzikant te worden, maar ik ben er toch op vrij jonge leeftijd zo mee bezig geweest dat het als het ware vanzelfsprekend was dat ik in de muziek terecht ben gekomen... Ik was wel zo'n vier avonden in de week met muziek bezig: de muziekschool, theorieles, jeugdorkest PTT-fanfare en het grote PTT-orkest. Ook schreef ik toen al muziekstukjes. Thuis werd ik met al die muziekactiviteiten gelukkig niet ontmoedigd. Ik heb het ook reuze naar mijn zin in de muziek. De tournees vind ik altijd erg leuk. Het zijn voor mij de krenten in de pap. Het is ook heel afwisselend. Zo speel je weken achter mekaar en dan ben je weer een periode thuis. Het is vooral projectmatig, zoals onlangs nog met Corrie van Binsbergen en een schrijversproject en laatst nog Marc van Vugt Big Bizar Habit's tournee aangevuld. In de rustige perioden componeer en arrangeer ik veel en geef dan ook wel workshops en soms gastlessen op een muziekschool of conservatorium. Omdat ik me nogal met de muziek van Sun Ra heb bezig gehouden vragen ze me vaak om een workshop te doen over en met de muziek van Sun Ra. Ik vind dat altijd heel leuk om te doen, vooral om mensen aan het improviseren te krijgen." "Belangrijk voor mijn muzikale ontwikkeling en natuurlijk ook 'carrière' was het spelen in groepen als I.C.P. en - gedurende een half jaar - het Willem Breuker Kollektief. Daarnaast heb ik in Apeldoorn en omstreken mijn eigen band geleid: de Buis Band. Behalve dat het leuk was met die band te spelen zag ik het vooral als een leerproces. Ik heb namelijk erg veel muziek voor die band geschreven. We speelden dan ook hoofdzakelijk eigen composities. Ook saxofonist Peter Reijrink leverde de nodige stukken af. We deden via de Buis Band (een kwintetformatie) ook toen al aan projecten, als de Big Buis Band met een Ellington-programma en het Buis Complex, een grote formatie waar ook strijkers aan waren toegevoegd. Dat was al met al een geweldige leerschool wat betreft composities schrijven en arrangeren. Ik heb daar nog steeds profijt van. We hebben, zelfs met die grote formaties, aardig wat concerten gegeven. In ieder geval regelmatig in Gigant, maar ook - vooral buiten - op pleinen en in muziektenten. Ik vond het geweldig om hetgeen ik had bedacht aan zoveel mogelijk mensen te laten horen. Wat ik ook zeer bijzonder vond was het invallen voor Wolter Wierbos in het Gerry Hemingway Orkest, dat toen speelde op de Oktober Jazz Meeting. In dat orkest zaten 'grote' jongens als Mark Feldman en Mark Dresser. Een geweldige ervaring was dat." "Het spelen in de opera's van Guus Jansen behoort ook tot de hoogtepunten in mijn loopbaan. Daar kwam goed van pas dat ik vier jaar klassiek trombone had gestudeerd. Ik heb ook nog een tijdje in de New Cool Collective Big Band gespeeld. Vanaf de eerste repetitie zat ik erbij. We begonnen toen wekelijks in Meander te spelen. Eerst nog voor twintig man publiek. In het begin was het nog een beetje simpel en rommelig. Zoiets als 'Sun Ra goes boogaloo'. Het publiek was enorm enthousiast en al heel snel speelden we voor een afgeladen tent. De muziek werd al gauw strakker en commerciëler georganiseerd. Er kwamen gastsolisten en gedegen, strakke arrangementen. Toen dacht ik: dat is het niet meer zo voor mij. Maar die beginperiode vond ik geweldig en daar denk ik met plezier aan terug. Ongecompliceerd muziek maken waarop mensen lekker dansen. Dat was het toen. Dat was leuk. Het blijft natuurlijk een waanzinnige band, ook als je ziet wie er allemaal in spelen. Het is nog steeds steengoed, maar ik kies toch voor een wat vrijer en losser idioom. Ik hou erg van vrijere vormen in de muziek."
"Behalve in de groepen van Corrie van Binsbergen en Marc van Vugt, speel ik in Paul Pallesens Bite The Gnatze - een bijzonder leuke groep die inmiddels 3 cd's heeft gemaakt, doch slechts 3 keer per jaar optreedt -, in de groep van Robbie Verdurmen - met onder meer Alex Coke, Rutger van Otterloo en Arjan Gorter -, en in het Ab Baars Trio. Wat overigens erg fantastisch was, was de tour onlangs met Corrie van Binsbergen en de schrijvers Van Kooten, Campert en Tellegen. We hebben vreselijk veel gespeeld. Vooral op de laatste concerten was goed te horen hoe geweldig we ingespeeld waren. Misschien dat we ook nog een kleine tournee in België doen, want het schijnt dat Toon Tellegen daar zeer populair is. Als het goed is gaan we eerdaags met de band van Verdurmen naar China. Met het Breuker Kollektief is Robbie daar al zo'n 2 à 3 keer geweest en toen heeft hij daar wat genetwerkt. Via een Chinees promotiekantoortje in Beijing is een tournee geregeld, en nu moeten we maar zien of het wel doorgaat en waar we terechtkomen. De bedoeling is 10 dagen. Spannend! Ik ben wel vaker buiten Europa geweest. Met Felicity Provan naar Australië en met Breuker naar Amerika, Canada en Mexico in 1988. Dat waren zeer aangename ervaringen." "Naast Ellington en Sun Ra zijn Rollins, Monk en Herbie Nichols grote favorieten van mij. Ik heb weinig met de nieuwe generatie. Ik volg het wel en onderken dat het vakmanschap ervan afdruipt. Ik hou de ontwikkelingen ook wel bij. Van medemusici krijg ik veel informatie en we wisselen onderling ook veel gegevens uit. Wat trombonisten betreft heb ik grote bewondering voor Ellingtons trombonisten: Lawrence Brown, Juan Tizol en Tricky Sam Nanton. Ook de 'oude' trombonisten Trummy Young, Dicky Wells en Vick Dickenson vind ik geweldig. Met de bebop-trombonisten heb ik minder, alhoewel ik niet om de meester Jay Jay Johnson heen kan. Die vind ik zeer bijzonder. Hij heeft een breed geluid en speelt ook nog eens zeer virtuoos. Dat is op een trombone niet eenvoudig. Roswell Rudd, bij wie ik in Amerika wat lessen heb gevolgd, en die wars is van enig technisch vertoon op het instrument, was ook een groot bewonderaar van Johnson. Ik denk zelf dat de trombone niet het geschikte instrument is om virtuositeit te bewerkstelligen. Het is meer een instrument voor de uithalen en de muzikale klankkleur. Van de 'nieuwe' trombonisten is George Lewis een virtuoos op dat logge instrument. Interessant vind ik ook Nils Wogram. Van belang vind ik dat iemand een persoonlijkheid op zijn instrument is. De trombone is bij uitstek het instrument waarop dat gerealiseerd kan worden." |
|