Draai om je oren
Jazz en meer - Column



home  
    
    
 

Cocqolumn #10
Een oude jazzvriendschap

door René de Cocq, november 2007

Een projectleider ergens in het Wageningse voedingsonderzoek. Een Friese pianist-organist die jazz, soul en hiphop combineert. Een stukadoor uit Randwijk. Ik noem er maar een paar, allemaal mensen die Hans de Wild heten, je komt ze tegen als je die naam intikt op Google. Ik ken er ook een, nou ja, kende: de mijne is een jaar of tien geleden overleden. Een jazzgekke fotograaf was hij, mijn Hans de Wild. Ik heb ergens in een plakboek fotootjes die hij achter de schermen heeft genomen in het Concertgebouw, en waarop zijn vrouw Nel staat, samen met sterren als Nat King Cole en Sarah Vaughan.

Ik leerde Hans kennen toen ik in Amsterdam, als Telegrafist der 3e Klasse, mijn opleiding kreeg op de Verbindingsschool van de Koninklijke Marine. We schrijven het jaar 1960. Die school stond op een eilandje tegenover de Prins Hendrikkade, ongeveer waar nu het techniekmuseum Nemo is gevestigd, in dat wonderlijke gebouw dat een beetje lijkt op een schuin uit het water oprijzende oceaanstomer, maar dat doet er verder niet toe.

In mijn vrije tijd was ik programmeur van de Utrechtse Jazz Liga, wij organiseerden wekelijks optredens van amateurmuzikanten in een werfkelder, en jaarlijkse jazzconcoursen. Hans de Wild, had ik gelezen, coördineerde de publicatie van concertgegevens van Nederlandse jazzclubs voor het blad Rhythme, in die dagen het enige Nederlandse tijdschrift dat iets aan jazz deed. Op een avond trok ik de stoute schoenen aan, wandelde van de Verbindingsschool naar het Oosterpark, waar Hans en Nel in een bovenhuis woonden, en meldde me bij hem aan als Utrechtse jazzorganisator, goed voor regelmatige levering van agendagegevens. Hans heette me hartelijk welkom, Nel zette koffie, en vanaf dat moment was een leuke vriendschap in de maak.

Hans was niet alleen een jazzgekke fotograaf en medewerker van Rhythme, hij had ook een marineverleden, dat verbroederde dubbelop. Maar nog mooier: hij speelde ook bas, had ooit in Frankrijk gewerkt met Joseph Reinhardt (broer van, jawel). De bas stond in een hoekje van de tussenkamer, een alkoofachtige ruimte zoals die veel voorkwamen in dat type Amsterdamse huizen, en als Hans een plaatje draaide (wel eens van Claude Williamson gehoord?) speelde hij vrolijk mee. Ik vond dat prachtig, en mocht het ook wel eens zelf proberen. We hebben ons nooit afgevraagd of de buren niet stapelgek werken van mijn valse gebeuk op die bas.

We gingen samen naar optredens (in het Concertgebouw, in de Sheherazade, naar Amstelveen, waar Louis van Dijk ergens orgel speelde in een kerkje), we wisselden namen en titels uit, ik keek toe hoe hij jazzfoto's afdrukte in zijn donkere kamer (een met dikke gordijnen afgeschut stukje rommelhok), en ik logeerde er wel eens een weekendje. Hans en Nel de Wild waren een soort alternatief voor thuis (mijn eigen thuissituatie was wat onoverzichtelijk, om het netjes te zeggen), ergens tussen pleegouders en oudere broer-en-zus in.

De vriendschap heeft een aantal jaren bestaan. Ik voerde later ook mijn verloofde mee naar Amsterdam, we logeerden er samen (er stond een eenpersoons opklapbed in een zijkamer), en toen we in het huwelijk traden was Hans mijn getuige. Nel en hij kwam per trein naar Arnhem, een uur te laat, maar nog net op tijd voor de plechtigheid. We gingen nog wel op bezoek bij ze, en ze zijn ook een paar keer bij ons geweest in onze onderhuuretage.

Maar op een gegeven ogenblik ging het mis toen het generatieverschil zich opeens pijnlijk manifesteerde. De hippies hadden bezit genomen van de Dam, ze bivakkeerden vooral rond het oorlogsmonument, en op een gegeven moment vond een groep Helderse marinejongens dat dat afgelopen moest zijn en sloegen ze de hippies er met geweld af. Ik vond dat onzin, ik was een beetje een hippie in mijn hart, en Hans juichte dat ingrijpen hartelijk toe. Een discussie daarover bleek niet mogelijk, en dat betekende een breuk. Jammer, aan één kant omdat we Nel niet meer zagen (een schat van een vrouw), aan de andere kant omdat zelfs de gedeelde liefde voor jazz niet bestand bleek tegen een politiek verschil van inzicht.

Ik denk nog wel eens aan Hans terug, en aan dat basspelen op die etage aan het Oosterpark. In het blad van het Nederlands Jazzarchief las ik dat Nel na zijn overlijden een donatie had gedaan van jazzfoto's en andere jazzspullen uit zijn nalatenschap. Dat archief lijkt me een goeie plek daarvoor, maar ergens in mijn jazzhart heeft Hans de Wild zelf ook nog wel een hoekje.

René de Cocq

René de Cocq (1941) organiseerde al jazzconcerten en jazz–concoursen op z'n achttiende voor de toenmalige Utrechtse Jazz Liga. Vanaf 1964 publiceerde hij met regelmaat over jazz (concerten, platen) in kranten en tijdschriften. Al vele jaren is hij jazzmedewerker van het audioblad HVT (Hifi Video Test). Behalve over jazz schrijft hij ook nog over oude muziek in het maandblad Luister.