Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Toch per ongeluk in Zwitserland
ZomerJazzFietsTour & Proloog, vrijdag 28 en zaterdag 29 augustus 2015, diverse locaties, Groningen

Die 'routes' die Marcel Roelofs, programmeur van de ZomerJazzFietsTour, voor je heeft uitgestippeld, daar heb ik niet zoveel mee. De Zwitserse, Centrale, Noordelijke, Westelijke en Oostelijke route – ik kies gewoon lekker telkens het eerstvolgende interessant lijkende optreden dat qua tijd en afstand het best aansluit.

Een festivalverslag in woord (Eddy Determeyer) en beeld (Ken Vos & Willem Schwertmann)

Doch onbewust was ik deze keer kennelijk op het Zwitserse parcours terechtgekomen: het alphoornconcert van Jean-Jacques Pedretti's Windbone, het WHO Trio van de tegenwoordig in Luzern woonachtige slagwerker Gerry Hemingway en indien de tweede set van gitarist Urs Röllin op tijd was begonnen had ik ook die gehoord. Bovendien traden Bubbles + Bangs van vocaal performer Erika Stucky en het kwartet Kuhn Fu van drummer Christian Kühn daags tevoren al tijdens de Proloog aan. Alle voorwaarden waren dus aanwezig om ter gelegenheid van de 29ste ZomerJazzFietsTour zo zat als 'n Zwitsertje te worden.

Hoe dan ook, twee hoogtepunten van de Tour heb ik in ieder geval binnen. Kuhn Fu speelde op podium Op Zuid van het Noorderzon-festival een set zinderende improrock. Daarbij imponeerde basklarinettist Ziv Taubenfeld door zijn instrument ook tijdens de grootst mogelijke teringherrie fier overeind en hoorbaar te houden. Kühn mocht zich dan als een pad tijdens een springprocessie over het podium verplaatsen (Echternach heet niet voor niets ook wel 'Klein Zwitserland'), Taubenfeld bleef de ruggengraat van de groep. Anders gesteld: de ogenschijnlijk losse melodische lijnen van gitaar en klarinet vormen de grid van Kuhn Fu. Overigens werd er natuurlijk ook regelmatig gas teruggenomen en dan transformeerde het internationale combo zich tot een lieflijk murmelend bergbeekje.

Hoogtepunt nummer twee was het optreden van Hemingways WHO Trio – dat dus niets met The Who van doen heeft. De opstelling piano-bas-drums was het enige traditionele aan dit intense hofje. Een democratische drieschaar op het eerste gehoor – maar dan zul je altijd zien dat de pianist het initiatief naar zich toetrekt. Of de drummer, die per slot de leider is. Of de bassist, die zijn instrument onaards liet zingen met op de snaren geplaatste knijpertjes. Er waren dus drie individuen aan het woord. De groep begint vanuit het zo-goed-als-niets. Een paar bescheiden tonen, waarbij de musici ingespannen luisteren naar de minste of geringste anomalie die het kristallisatiepunt zou kunnen vormen voor verdere ontwikkeling. Clusters verdichten zich tot een heidens ritueel, waarbij het bloed van zeg maar gerust alle Milkakoeien van de flanken van de Alpen stroomt. Wat het trio niet belet een nummer verderop lekker losjes een potje hedendaagse swing te spelen. Maar niet te lang, uiteraard.

Pianist Michel Wintsch verdient aparte vermelding. Hij speelt gespatieerd en ook in de opgewoelde geluidswolken plaatst hij geïsoleerde accenten, als bakens in een onrustige Bodensee. Hij laat het binnenste van de vleugel een woordje meespreken en vervormt zijn noten door twee toetsen een fractie na elkaar aan te slaan. Maar ook is Wintsch een onvervalste romanticus, die instant-melodietjes laat opborrelen.

Na het Platformtheater-optreden van het trio Michel Godard-Steven Kamperman-Oene van Geel, dat een ongevaarlijk soort kamerjazz op basis van imaginaire boerendansjes produceerde, kondigde Erika Stucky haar komst naar Groningen aan. Vanuit een ver dal, ergens in de buurt van de toiletten, golfden haar grommende vocalen aan tot een "Gro-Gro-Groningen!" en zo voegde de diva zich belletjesrinkelend bij haar begeleiders. Al grossiert de Oberwallerin in gekte, je hoort verdomd goed dat er een prima traditionele jazzzangeres met een onnadrukkelijke geile toon in haar huist. Maar zowel haar zang als haar popcabaret lijken van een gletsjer geroetsjt en gebutst. "Sniff on me/And I sniff on you", "Let me swim in your smile", mij spreken haar teksten wel aan. 'All I Really Want To Do', met een jodelend loopstationkoortje, sloot deze incarnatie van Hans Arps Cabaret Voltaire af.

Zoals Stucky uit een stil groen dal was opgedoken, zo traden Jean-Jacques Pederetti en Simon Blaser - oftewel Windbone - op schelpen blazend vanuit de achterzijde van de voormalige ziekenzaal van de St. Bernardus Abdij naderbij. (De vloer daar is het enige authentieke overblijfsel overigens van het ooit 6000 hectare grote klooster in het huidige Aduard.) Wacht even, schelpen uit Zwitserland? Goed, we moeten terug naar het Krijt, maar Helvetica heeft wel degelijk onder water gestaan.

Simon Blaser verving de aangekondigde Robert Morgenthaler, die een paar dagen eerder last van een lip had gekregen. Was daarom het geluid dat de heren uit de schelpen haalden zo weemoedig? Dat valt te betwijfelen: de rest van het optreden, op trombones en op de vijf meter lange hoorns, was een speelse verkenning van de akoestiek van de ruimte. Voor 'normale' muziek is die, gezien de lange nagalmtijd, niet zo geschikt, maar de alphoorns vulden de ruimte met massieve, statische geluidsblokken. Ach, hadden we maar vast die handige app waarmee we geluidsgoven kunnen visualiseren. Volgend jaar, vrienden en vriendinnen. Wat in dit verband verder opviel was hoe de hoorn van Pedretti op zijn standaardje begon te dansen wanneer de blazer een ritmisch motiefje speelde. Heel curieus.

Door al dat Zwitserse gedoe – grueziwohl! – miste ik wel mooi de Japanse route. Want er sijpelden al snel zéér enthousiaste verhalen uit Oldenhove door, waar cellist en performer Tristan Honsinger zijn House Of Wasps uit Nippon had losgelaten.

Klik hier voor een fotoverslag van de ZomerJazzFietsTour door Maarten Jan Rieder. Willem Schwertmann maakte foto's van de Proloog, die je hier kunt bekijken.