Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Een déjà vu van wereldformaat in het World Forum
The Hague Jazz, 11 & 12 juni 2010, World Forum, Den Haag

Tekst: Eddy Determeyer
Foto's: Maarten Jan Rieder.

Een beetje spooky was het zeker. Je bent na zes jaar terug op het oude nest en daar stap je pardoes het North Sea Jazz Festival binnen. En dan niet het North Sea anno 2010, of 2004, maar dat van, pak 'm beet, 1980. De tijd dat het Haagse jazzfestival zich nog volop moest bewijzen ten opzichte van met name het Zwitserse Montreux. Toen je van Carmen McRae naar Dorothy Donegan kon wandelen, om onderweg opgehouden te worden door oerhonker Sam 'The Man' Taylor (die tegenviel, overigens). Toen organisator Paul Acket je met een "niet verder vertellen, hoor" een backstage-pasje toestopte, omdat hij wist dat je graag een interview wilde maken met zangeres Rose 'Chee Chee' Murphy. Toen je je tentje nog gewoon drie dagen kon opzetten op het grasveld tussen het Congresgebouw en het Bel Air Hotel. Toen het festival nog niet uit zijn voegen was gebarsten en in de greep was geraakt van een paar pelotons security-gasten die alle zichtlijnen vakkundig dichtspijkerden met schotten en dranghekken en de fotografen na drie minuten onverbiddelijk en desnoods met harde hand verwijderden. (Er staat me vaag iets bij van een North Sea dat omsingeld was door Duitse herders, maar dat kan ook best een nare nachtmerrie zijn geweest.) Toen de organisatie kortom nog lekker rafelig en jazzy was.

Hebben de mensen van het NSJF zich gerealiseerd hoezeer wat ik nu voor het gemak maar even het Congresgebouw zal noemen die muziek vijfentwintig jaar lang heeft geabsorbeerd? Het zal wel sentimenteel gelul zijn, maar de verrichtingen van pianist Randy Weston raakten me, staand in wat ik voor het gemak maar de Jan Steenzaal zal noemen, op nog geen vijf meter van de oude meester, directer dan in om het even welke met zwarte lappen gecreëerde ruimte in het Rotterdamse sportpaleis. Dat een meisje voor me tijdens een meanderende blues van een bezonken Weston geheel en al in beslag werd genomen door haar mobieltje zette me weer met beide benen in 2010. Weston (84) is, zoals bekend, een van de eerste Amerikaanse jazzmuzikanten die de Noord Afrikaanse muziek diepgaand onderzocht en implementeerde. Hij legt een voorkeur aan de dag voor de klanken van de souq en de straat, meer dan voor de ritmes van de danszaal. Daarbij speelt de contrabas van Alex Blake een belangrijke rol; ik ken geen bassist die zijn instrument zó fysiek bespeelt, het zozeer een verlengstuk maakt van zijn eigen persoon.

De oudjes deden het opperbest in het Haagje. Wat tenorist en componist Benny Golson (81) tegenwoordig aan lucht mist, compenseert hij met een verdiept en verrijkt laag. En het welkomstapplaus voor nummers als 'Are You Real' bewees dat het oeuvre van deze meester weliswaar vijftig jaar in een sandelhouten juwelenkistje opgeborgen was geweest, doch allerminst vergeten.

Een hoogtepunt van de eerste dag van The Hague was het optreden van het Wayne Shorter Quartet in wat ik voor het gemak maar de PWA zaal zal noemen. Shorter (76) mag beschouwd worden als de spirituele erfgenaam van John Coltrane. Ook het hele concept van zijn kwartet verwees daarnaar. Shorter, een van de meest prominente jazzcomponisten van de laatste halve eeuw, liet de vormgeving voor een belangrijk deel over aan drummer Brian Blade. Die laatste bracht structuur aan door ritmische verdichtingen en verdunningen en maakte er met name met zijn explosieve interjecties een compleet percussiefiësta van. Daarbij liet Shorter zijn muziek pendelen tussen de verstilling van een maanovergoten meer tot de oerkracht van een IJslandse gletsjervulkaan.

Het optreden van Wayne Shorter kwam optimaal tot zijn recht door de voortreffelijke zaalversterking. Iets wat je niet van elke locatie kon zeggen. Zo had trompettist Till Brönner, in wat ik voor het gemak maar het Paul Acket Paviljoen zal noemen, te kampen met een geluidsspectrum dat werd ontsierd door brede banden ruis en dreun. Dat weerhield hem er niet van, ons nog maar eens in te peperen dat we hier te maken hadden met een ouderwetse branieschopper – in de goede zin van het woord.

Was het dan allemaal ouwelullenmuziek daar in het, ahum, World Forum? Niet echt. Met name de tweede dag (die ik niet meemaakte) stond bol van de lichtgewicht instap-jazz: Gino Vannelli, Wicked Jazz Sounds, Gare Du Nord. Maar een verschil tussen Rotterdam en Den Haag is inderdaad dat je voor nieuwe, onbekende en wellicht ook opwindende bandjes in Ahoy' moet zijn, terwijl de nadruk in het World Forum meer ligt op de 'echte' jazz. Dat neemt niet weg dat we zanger Wouter Hamel (33), die de spits afbeet in The A-Train (lees: het Acket Paviljoen), eerder tot de 'echte' pop moeten rekenen. Het ritme is poppy, er wordt weinig tot niet geïmproviseerd en zonder de weelderige, wulpse arrangementen van Benny Sings blijft deze muziek toch wel erg kaaltjes. De hit 'Breezy' lijkt me emblematisch voor de aanpak van Hamel.

"Dus je vond het te jazzy?" vroeg een bezorgde dertiger zijn vriendin na afloop.

Klik hier voor een fotoverslag van The Hague Jazz 2010 door Maarten Jan Rieder.