Draai om je oren
Concertverslag



home  
    
    
 

Echt leuk: Renske Taminiau en het Matangi Quartet

Dit jaar vierden Merel, Zlata en ik mijn verjaardag in Vredenburg Leeuwenbergh, met een sprookjesachtige Sunday Afternoon Jazz door Renske Taminiau en het Matangi Quartet.

door Martine Mussies, oktober 2012
foto's: Marco Borggreve, Martine Mussies & Joke Schot

Van laatstgenoemde zijn mijn hartsvriendinnen en ik al jaren fan. Eigenlijk sinds Merel en ik weg moesten hollen na ons eigen concert op het Dordtse cellofestival, om ze te horen in Chiel Meijerings – toen nog spiksplinternieuwe – Bats From Hell. We vielen voor hun technische gemak, hun gloedvolle spel en hun lef om nieuw repertoire aan te pakken. Dus nee, wij gingen niet naar "Renske met een strijkje", zoals de vriendelijke meneer voor ons in het publiek zei. Wij gingen naar het überhippe Matangi "met een band". Maar ergens halverwege het concert veranderde dat...

Natuurlijk had ik van tevoren al een beetje gegoogeld. Op YouTube'jes hoorde ik Renske's prachtige warme troostrijke stem, die in de verte doet denken aan die van eigenzinnige zangeressen als Joan As Policewoman, Feist en Cat Power. Lieve liedjes met hier en daar een in mijn oren disharmonische jazzbegeleiding eronder. En altijd persoonlijk. Neem bijvoorbeeld 'I Told You So', dat Taminiau schreef voor haar man. Hij zat in een baan waarin hij niet gelukkig was. Zij zong dat hij iets moest kiezen waarin hij zijn passie kan volgen. Hij luisterde en werkt nu ergens anders. Mij pakte ze met het prachtige 'NY Sirens', dat ze samen zingt met Leah Siegel, de New Yorkse zangeres die ze ontmoette tijdens een uitwisselingsproject. Een vrouw met grootse dromen, die niet in hokjes passen.

Jazz is en blijft een fusiemuziek en heeft dat ook nodig om te overleven. De stroming is ongedefinieerd breed, de demarcatielijnen fluïde. En die houding trekt Renske door in haar hele kunstenaarschap; ze schrijft haar eigen teksten, bespeelt verschillende instrumenten, maakt zelf het artwork voor in haar cd-boekjes en ga zo maar door. En zondag zou ik zien of ze in het echt net zo leuk is. De band in gekleurde t-shirts, het kwartet in pak en Renske in een superschattig folkloristisch jurkje. Een bij elkaar geraapt zooitje? Alles behalve. Twee jaar geleden hadden Matangi en Renske al met veel succes samen opgetreden in het Concertgebouw, waar ze zomaar cd's van uitdeelden. Maar zondag klonk het toch weer anders: minder zwaar, met name door de tempi en de nieuwe, lekker frisse arrangementen. Te jazzy voor pop, te poppy voor jazz. En met een vleugje singer/songwriter er doorheen. Onbeschaamd romantisch, zonder te zoetsappig te worden. Renske-de-zangeres is een sterke vrouw, neemt band en kwartet moeiteloos mee en zingt persoonlijk en open. Diep en oprecht.

Het Matangi Quartet opent en klinkt grappig genoeg ook solo al niet meer als een klassiek strijkkwartet. Wolliger, minder scherp. Wat blijft is hun fantastische samenspel. Loepzuiver binnen de meest vreemde samenklanken, perfect in balans en exact op- en afbouwend in dynamiek. Dan komt Renske het podium op en zet de band in, het nummer 'Stay'. "Everything has its time..." – en bijna halverwege glijdt het kwartet er als vanzelf onder. Het arrangement is leuk en verrassend, bijvoorbeeld door de gevoelige backing vocals (door de jongens van haar band). Een ander leuk detail is dat als primarius Maria-Paula Majoor staccato speelt de rest aan het pizz'en slaat. Daarom is het extra jammer dat het kwartet niet altijd even goed te horen was. Het tweede nummer zong Renske op haar eigen bruiloft, in een andere kerk, als eerbetoon aan haar schoonmoeder. De eerste zin van 'To You We Sing' is "I know we haven't spoken yet" en gaandeweg kom je er als luisteraar achter dat Renske de moeder van haar man alleen kende uit de verhalen van anderen. De saxofoon en strijkers smelten mooi ineen en stuwen en ondersteunen Renske's heldere stem wanneer zij haar overleden schoonmoeder alsnog vraagt of ze zij goed vindt."I'll do whatever I can to put his mind at ease. I promise I'll be his best companion. In good times or in better." Kippenvel. De sfeervolle saxsolo boven het lieve strijkersbedje is een hoopvol einde.

Het derde nummer heet 'Paris' en is een knipoog naar het Franse chanson. Het Matangi begeleidde het met net zoveel flair als ze doen in de 'echte' chansons met gambist Ralph Rousseau. Saxofonist Floris van der Vlugt geeft een prachtige klarinetsolo weg en Renske heeft ook in het Frans een prettige dictie. Het chanson lijkt een buitenbeentje, maar past eigenlijk wonderwel tussen de andere gevoelige lyrics en dromerige melodieën. Als vierde nummer brengen Renske, haar band en het strijkkwartet de titelsong van de cd: 'Move Me'. Het begint met een klankschaal en belletjes, voordat de sax weer inzet en de boel in beweging zet. Een leuke, actief wandelende baspartij met een octaaf daarboven een lyrische cello zetten de onderkant stevig neer. De zang is direct, de tekst is pakkend. Moraal van het verhaal? Je wilt zoveel, en alles tegelijkertijd, dat je uiteindelijk maar helemaal niets doet. Akelig herkenbaar. Met deze tweede cd wilde Renske zichzelf een schop onder de kont geven. Ook staat 'Move Me' voor beweging en verandering, iets wat in elk liedje terugkomt.

In 'Love', dat Renske voor haar nu vijf maanden oude dochtertje schreef, wordt het Matangi ineens weer het klassieke kwartet dat ze eigenlijk zijn. Het liedje is lieflijk met een vleugje weemoed, en eindigt alsof je kijkt naar een hartverwarmende scene in een oude film. Het zesde nummer begint met een mooie solo op de basklarinet boven de pizzicato strijkers en ontroert vooral door de knappe samenzang in de repeterende frase "You belong to... you belong to... you belong to me". Mooi zuiver gezongen en vooral oprecht. Die authenticiteit of levendigheid vond ik zelf één van de sterkste punten van het optreden. Alles komt dichtbij in de momenten dat Renske haar publiek toespreekt of even aarzelt over een tekst. Het laatste nummer voor de pauze is 'Luna', een betoverend muzikaal sprookje waarin de spanning geweldig opgebouwd wordt, waarna het toch heel ingetogen eindigt. Renske schildert met haar handen de lyrics in de lucht. Knap gitaarwerk en weer die lieflijke belletjes uit de synthesizer. Als iedereen voluit meespeelt krijgt het mini-orkest een maxi-klank en stroomt de liefde voor Renske's nichtje, het dochtertje van haar tweelingzus Caat, aan wie ze dit liedje opdraagt.

Ook na de pauze opent het Matangi Quartet een set vol zachte ballads met spannende wendingen. In lang uitgesponnen frases, met dynamiek en vibrato perfect op elkaar afgestemd. Na een korte drumsolo zet de band weer in – 'Lyrical Love' – en krijgen de strijkers het pulserende ritme voor hun kiezen. Romantiek, humor en eigenzinnigheid wisselen elkaar af en de strijkers volgen, soms haast percussief, dan weer in lyrische lange lijnen. Tweede nummer na de pauze is 'Falling', uit de film 'Lotus' en geschreven in samenwerking met Perquisite. Het arrangement is prachtig, met glansrollen voor altviool en cello. In 'Modern Chain Gang' krijgt de saxofoon een solo en het kwartet tremolo's; "we wish those golden chains were gone". Maar Renske's charmante zang kan meer dan deze herfstige melancholie alleen. Ik werd überblij van de uitbundige lentevrolijkheid in 'Drop Of Rain', waarbij ook het publiek mee mocht zingen. Renske: "Jaaaa, jullie wilden het niet, maar nu zijn jullie blij dat je het gedaan hebt, toch?". 'Never Wanna Go' was toepasselijk als laatste nummer. De tweede blijmaker met alweer zo'n schitterend virtuoze saxofoonsolo.

En dat was het dan. Maar niet heus. Renske vroeg heel bescheiden of ze nog een liedje zingen zou en nam daarvoor zelf plaats achter de toetsen. Met lyrics als "silence tells my story" zette ze de toon voor een intieme kamermuziekklank. Het strijkkwartet speelde sfeervol mee, bijna als de vioolsolo in Lehars 'Lüstige Witwe', maar met af en toe een dissonant in de dubbelgrepen van de tweede violist. Fijn om ze weer even puur te horen; ze spelen te mooi om ondergesneeuwd te raken. Hun tonen zijn strak, het vibrato bescheiden en langzaam dooft het liedje met een duet van de tweede viool en de alt. De tweede toegift was weer voor iedereen en begon met het opgewekte koekoek-motiefje in strijkers en sax, "go out into the green"... yep, dit is de 'Springsong' die ze twee jaar geleden al met z'n allen in het Concertgebouw speelden. Leuker dan leuk. Spatgelijk en stuwend. Want verder moeten we. Bewuster en met aandacht. Echter.