Draai om je oren Festivalverslag |
home |
||
|
November Music: Colours of Improvisation door Ben Taffijn (tekst) & Cees van de Ven (foto's)
Het trio zette een boeiende set neer, waarin de diverse stijlen die deze musici beheersen samenkwamen. Natuurlijk de jazztraditie van Coltrane en Ayler, maar dan vermengt met blues en rock. Het ene moment uiterst beheerst en melodieus, dan weer dwars, mysterieus en ongrijpbaar. En wat een talent zie je hier in actie! Ribot die, vooral in zijn solo's, de meest bizarre klanken uit zijn gitaar perst. Soms met twee handen aan de snaren plukkend, waarbij het klinkt alsof er twee gitaristen aan het werk zijn, dan weer heel relaxed en bijna contemplatief. De muziek gaat van regelrechte free jazz via duffe melodietjes uit de muzak naar harmonieuze momenten, die je raken in je ziel. Taylor ondersteunt dit prachtig met rake slagen op zijn drumstel, maar heeft ook zijn heftige momenten, waarop hij laat horen dat hij niet alleen maar thuis is in de jazz. En tot slot Grimes: een meesterlijke, zeer ritmische bassist. Onverstoorbaar produceert hij zijn pompende sound die de zaal doet beven, afgewisseld met breekbare en intense momenten.
Bij de tweede samenwerking die avond is dat wat minder het geval. The Bad Plus deelt het podium met gitarist Anton Goudsmit. Hier loopt de samenwerking wat stroever. The Bad Plus is natuurlijk een hecht trio, dat prima op elkaar is ingespeeld en niet gewend is om samen met Goudsmit op het podium te staan. Maar goed, dat geldt voor Zapp 4 en Ribot ook en eveneens voor het Franz von Chossy Quintet met Wu Wei die vrijdagavond een soortgelijke uitdaging aangingen. Een verschil is wel dat zowel Von Chossy als Zapp 4 ervoor gekozen hebben om voor dit project nieuw materiaal te schrijven, in ieder geval voor een deel. In het geval van The Bad Plus speelde Goudsmit de nummers die bij The Bad Plus op het repetoire staan. En dat leverde regelmatig concurrentie op met Ethan Iverson, de pianist: wie speelt nu deze solo? En dan niet in de zin van botsende ego's, maar meer in de zin van zoeken en elkaar aftasten. Maar dit concert had zeker ook heel boeiende momenten. Bijvoorbeeld in een nummer als 'Guilty', waarin Iverson rustig begon en met heel weinig noten een geweldige spanning opbouwde, die perfect past bij de titel van het nummer. Goudsmit kwam erbij en voelde perfect aan wat hier nodig was: bijna minimalistisch spel. Een en ander werd ondersteund door eigenzinnig spel van drummer David King en bassist Reid Anderson.
Pas tegen het einde van het concert, als Hnatek een oude, gruizig klinkende drumcomputer gebruikt, die veel minder hard staat, klinkt er een overtuigend nummer. Maar dat komt ook omdat Tigran hier ingetogener speelt. Want ook dat is wel een punt: Tigran is technisch zeer begaafd, maar bijzonder subtiel en doorleefd is het allemaal niet. Die enorme notenstroom - hoe goed gedaan ook - gaat je dan tegenstaan. Een tip voor Tigran: in die Beschränkung zeigt sich den Meister. |
|