Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

November Music: Colours of Improvisation
zaterdag 8 november 2014, diverse locaties, Den Bosch

door Ben Taffijn (tekst) & Cees van de Ven (foto's)

Het jazzprogramma tijdens de zaterdag van November Music begon met een optreden van het Marc Ribot Trio in W2. Ribot speelde hier stukken van de onlangs uitgebrachte cd 'Live At The Village Vanguard'. Voor dit trio heeft Ribot niet de eerste de beste musici gevraagd. Chad Taylor is een slagwerker die grote bekendheid heeft verworven met zijn Chicago Underground-formaties (samen met Rob Mazurek) en die zowel thuis is in de jazz als in de rock. Daarnaast werkt hij met Ribot samen in het Spiritual Unity-project. Maar de echte absolute ster van dit trio is de legendarische bassist Henry Grimes op bas. Grimes speelde nog met Albert Ayler, Thelonious Monk en Sonny Rollins in hun gloriedagen.

Het trio zette een boeiende set neer, waarin de diverse stijlen die deze musici beheersen samenkwamen. Natuurlijk de jazztraditie van Coltrane en Ayler, maar dan vermengt met blues en rock. Het ene moment uiterst beheerst en melodieus, dan weer dwars, mysterieus en ongrijpbaar. En wat een talent zie je hier in actie! Ribot die, vooral in zijn solo's, de meest bizarre klanken uit zijn gitaar perst. Soms met twee handen aan de snaren plukkend, waarbij het klinkt alsof er twee gitaristen aan het werk zijn, dan weer heel relaxed en bijna contemplatief. De muziek gaat van regelrechte free jazz via duffe melodietjes uit de muzak naar harmonieuze momenten, die je raken in je ziel. Taylor ondersteunt dit prachtig met rake slagen op zijn drumstel, maar heeft ook zijn heftige momenten, waarop hij laat horen dat hij niet alleen maar thuis is in de jazz. En tot slot Grimes: een meesterlijke, zeer ritmische bassist. Onverstoorbaar produceert hij zijn pompende sound die de zaal doet beven, afgewisseld met breekbare en intense momenten.

En dan de avond. Marc Ribot staat voor de tweede keer op het podium. Nu in de Verkadefabriek en samen met Zapp 4, een van de samenwerkingsprojecten tijdens November Music. Het is op papier een leuke combinatie. De Zapp'ers en Ribot zijn beiden actief in de jazz, maar hebben ook absoluut veel met rock en integreren dat op natuurlijke wijze in hun werk. Bovendien zijn beiden wars van conventies. Gelukkig werkt het niet alleen op papier, maar ook op het podium. Vooral in de wat meer uptempo stukken pakt de kruisbestuiving goed uit. De ritmische ondersteuning van Zapp 4, met een klassieke touch - het is tenslotte niet voor niets een strijkkwartet - en Ribot daaroverheen solerend. Soms meegaand in het ritme, maar vaak ook zijn eigen plan trekkend, onverstoorbaar de chaos opzoekend. Ze zijn duidelijk aan elkaar gewaagd. Je ziet met name de leden van Zapp 4 onderling soms met elkaar communiceren: wat gaan we nu doen? Maar het leidt nergens tot verslapping of onderlinge spanning.

Bij de tweede samenwerking die avond is dat wat minder het geval. The Bad Plus deelt het podium met gitarist Anton Goudsmit. Hier loopt de samenwerking wat stroever. The Bad Plus is natuurlijk een hecht trio, dat prima op elkaar is ingespeeld en niet gewend is om samen met Goudsmit op het podium te staan. Maar goed, dat geldt voor Zapp 4 en Ribot ook en eveneens voor het Franz von Chossy Quintet met Wu Wei die vrijdagavond een soortgelijke uitdaging aangingen. Een verschil is wel dat zowel Von Chossy als Zapp 4 ervoor gekozen hebben om voor dit project nieuw materiaal te schrijven, in ieder geval voor een deel. In het geval van The Bad Plus speelde Goudsmit de nummers die bij The Bad Plus op het repetoire staan. En dat leverde regelmatig concurrentie op met Ethan Iverson, de pianist: wie speelt nu deze solo? En dan niet in de zin van botsende ego's, maar meer in de zin van zoeken en elkaar aftasten. Maar dit concert had zeker ook heel boeiende momenten. Bijvoorbeeld in een nummer als 'Guilty', waarin Iverson rustig begon en met heel weinig noten een geweldige spanning opbouwde, die perfect past bij de titel van het nummer. Goudsmit kwam erbij en voelde perfect aan wat hier nodig was: bijna minimalistisch spel. Een en ander werd ondersteund door eigenzinnig spel van drummer David King en bassist Reid Anderson.

Het slotconcert op deze avond was voor het Tigran Hamasyan Trio, met naast Tigran op piano en elektronica bassist Sam Minaie en drummer Arthur Hnatek. Hamasyan is een creatief pianist met een fabelachtige techniek, die in zijn spel jazz moeiteloos verenigt met invloeden uit de rock en de pop, maar ook met de volksmuziek uit zijn land van oorsprong, Armenië. En daarbij kan hij ook nog heel aardig zingen. Internationaal geldt hij als een opkomend, niet te stuiten talent. Het was dan ook niet zomaar dat hij in 2013 bij Jazz Middelheim mocht aantreden als artist in residence. Het leverde daar bijzonder momenten op. Vooral aan het concert met Trilok Gurtu bewaar ik bijzondere herinneringen. De verwachtingen waren dus hooggespannen, maar werden helaas niet vervuld. Bij lange na niet. Allereerst was er sprake van een grote mate van disbalans in het geluidsniveau tussen de instrumenten. De drums klonken veel te hard ten opzichte van de bas en zeker ten opzichte van de piano. Vooral de microfoon bij de bassdrum stond zo afgesteld dat iedere klap met het voetpedaal klonk als een donderslag. Nu kan Tigran redelijk tekeer gaan op zijn piano, maar het lukte hem geen enkele keer om er bovenuit te komen. Sterker nog, de drums werkten desastreus uit op iedere uiting van subtiliteit.

Pas tegen het einde van het concert, als Hnatek een oude, gruizig klinkende drumcomputer gebruikt, die veel minder hard staat, klinkt er een overtuigend nummer. Maar dat komt ook omdat Tigran hier ingetogener speelt. Want ook dat is wel een punt: Tigran is technisch zeer begaafd, maar bijzonder subtiel en doorleefd is het allemaal niet. Die enorme notenstroom - hoe goed gedaan ook - gaat je dan tegenstaan. Een tip voor Tigran: in die Beschränkung zeigt sich den Meister.