Draai om je oren
Concertrecensie



home  
    
    
 

Ambitieuze start van het nieuwe JazzCase-seizoen
MixTuur, donderdag 15 september 2011, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

Een concertverslag in woord en beeld door Gerda Boel en Cees van de Ven.

Het nieuwe JazzCase-seizoen in Dommelhof Neerpelt is van start gegaan met een concert om U tegen te zeggen. In samenwerking met JazzLab Series vond de première plaats van het project MixTuur van accordeonist Tuur Florizoone. Een project dat in de introductie wordt omschreven als "het meest persoonlijke project van Florizoone, een project waar hij veel affiniteit mee heeft". Het is het verhaal van de 'métissen', de kinderen van de zonde, geboren uit geheime relaties tussen kolonialisten en lokale Afrikaanse vrouwen. Te wit om als Afrikaan door het leven te gaan, te zwart naar Europese normen, waardoor ze verstoten werden en een verborgen leven leiden.

MixTuur brengt een ode aan deze groep van mensen door ook op het podium een gelijkaardige mix aan te brengen bij de muzikanten. De composities werden door Florizoone geschreven in opdracht van de Gentse Feesten, naar aanleiding van de herdenking van vijftig jaar Congolese onafhankelijkheid. Het project is een mooi voorbeeld van hoe verschillende culturen perfect naast elkaar kunnen staan, elkaar aanvullen en verrijken.

De Afrikaanse ritmes worden meesterlijk vertolkt door de eeuwig glimlachende balafoonspeler Aly Keita, Wendlavim Zabsonre (een drummer uit Burkina Faso) en het Congolese koor Nabindibo, waarin ook de moeder van Marie Daulne van Zap Mama meezingt, aangevuld met topzangeres Tutu Puoane. Voor de Belgische inbreng laat Florizoone zich omringen door Marine Horbaczewski (cello) en Michel Massot (tuba), die we reeds kennen van de cd 'Cinema Novo'. Andere Belgische topmuzikanten in dit project zijn Chris Joris (percussie/likembe), Nicolas Thys (bas) en Laurent Blondiau (trompet). Met deze indrukwekkende bezetting lijkt kwaliteit op voorhand al gegarandeerd! De grote opkomst voor dit concert bewijst, dat dit ook bij het publiek niet onopgemerkt is gebleven.

Het concert begint met een intro van Massot, een muzikant die je niet alleen moet horen, maar vooral live aan het werk moet zien. Het bespelen van zijn tuba is altijd een stukje mimespel. De omhelzing met zijn instrument is zo innig, dat het publiek nooit kan nalaten te glimlachen. Een komische noot dus als start. Na het invallen van de volle bezetting en met de balafoon die weergalmt, is de toon van de avond gezet. Dommelhof wordt omgetoverd in een stukje Afrika. Een andere wereld breekt open.

Met het intro in 'Las Tres Brujas' zet Nicolas Thys' spel, vol lang doorklinkende lage bastonen, de speelse opening 'Once You Go Back You Never Come Back' om naar een ernstige ondertoon. De zachte, soms huilerige klaagzang van Tutu Puoane wordt daarbij blijvend ondersteund met korte herhalende tonen van Massot en vinnige intermezzo's van Blondiau. De tekst is dan wel onverstaanbaar, maar draagt sterk bij aan de spirit die hier opgeroepen wordt. Het is de weeklacht van mensen in verlatenheid. Die aangrijpende en doordringende sfeer wordt ook voortgezet in de volgende nummers. Je voelt en ervaart het geschreeuw van ontwortelde mensen en hemelschreiend gekrijs vanuit een diep verlangen om hun roots terug te vinden.

Het blijft genieten van de Afrikaanse sfeer met de klanken van de balafoon. Aly Keita, een meester op dit zelfgemaakte instrument, speelde deze zomer nog samen met Pierre Vaiana op het festival in Comblain-La-Tour. Daar speelde hij uitbundig en werd er een muzikaal feestje gegeven. Hier zien we een andere Keita. Ingetogen en opgaand in het totale groepsgeluid maakt hij ons deelgenoot van zijn groot muzikaal talent. Dat is trouwens ook de geest die de andere muzikanten typeert vanavond: perfect naast en met elkaar spelen, maar toch met passie en gedrevenheid. Schitterend hoe de zang van Puoane zich mengt en opgaat in de grote verscheidenheid van instrumenten, waarbij het accordeonspel van de leider het sublieme bindmiddel is. Af en toe komt de Afrikaanse klank ook vanuit Belgische hoek, bijvoorbeeld wanneer Chris Joris de likembe (handpiano) bovenhaalt. Nooit gedacht dat dit instrument, vaak door toeristen meegebracht naar België, plots als een volwaardig muziekinstrument dienst kan doen.

De sfeer wordt nog zwoeler bij de verschijning van drie trotse Afrikaanse gratiën, die via de achterzijde al zingend de zaal komen binnenwandelen en het podium decoreren. Fier als pauwen hebben zij zich getooid met kleurrijke stoffen en een goudkleurig gedrapeerd hoofddeksel. Sierlijkheid, zwierigheid en elegantie, het zijn allemaal synoniemen waarmee men deze dames kan typeren. Vanaf het podium straalt een Afrikaans tableau van kleuren, klanken en ritmes de zaal binnen. De sfeer wordt hartstochtelijk en innig.

Het instrumentale themanummer 'Queskia' van de gelijknamige cd van Tricycle (met Tuur Florizoone, Philippe Laloy en Vincent Noiret) eindigt met gezang van alle muzikanten. Maar met deze Afrikaanse dames krijgt deze compositie een ultieme extra dimensie bij het scanderen van de woorden 'queskia – queskia toi'. De zwaarte van de problematiek wordt eventjes feestelijk verlicht, om bij het volgende nummer 'Change' opnieuw geconfronteerd te worden met de harde realiteit. Met het ritme van drums en tamtam, en het zachte gezang van Puoane, keren we terug naar een sfeer van onderdrukking en treurnis. De métissen die in stilte en verlatenheid hun verdriet moesten verwerken, worden door alle instrumenten aangrijpend vormgegeven. Zelfs de trompet van Blondiau lijkt te schreien. "Muziek die treurt en jubelt tegelijk." Deze omschrijving van Didier Wynants kan ik alleen maar beamen.

De dapperheid om zich daartegen te verzetten krijgen we te horen in 'Je M’en Fous... Je Ments Pas Du Tout'. Moedig, hoe één van de zangeressen met trillende stem het woord neemt om steun te vragen voor een Brusselse organisatie ten aanzien van métissen. Met het nummer 'Kwa Heri' zetten de dames hun polyfoon zangverhaal verder. Geschraagd met de tamtamgeluiden van Joris en de trage, diepe klaagtonen van Puoane worden we opnieuw gedreven naar de top der wanhoop. De wanhoop en de machteloosheid die je voelt bij een onomkeerbaar afscheid. Met hier en daar een accentje van de trompet en de melancholie van de cello.

Dit alles zorgt meer dan eens voor kippenvel en ontroering vanavond. Samen met Tutu Puoane weet Tuur Florizoone een mooi beeld op te roepen van mensen die verloren lopen, ontworteld zijn en zoeken naar hun roots. Ellende die neergelegd wordt in een traag gezang, doorspekt van diepe, donkere tonen. Kreten om hulp die door niemand worden gehoord. En al dat gezang wordt kunstig aaneen geweven door lange uithalen op de accordeon. Florizoone is de leider die onopvallend alles in het oog houdt, aanstuurt en inspireert. Prominent, sympathiek en nooit dominant zet hij met zijn muzikale bijdragen in dit concert zijn signatuur onder de perfecte uitvoeringen van zijn composities.

Een staande ovatie was onvermijdelijk en bij de bisnummers barstte het feest los. Het koor Nabindibo doet beroep op de participatie van het publiek, dat vol enthousiasme de snel aangeleerde gebaren en woorden probeert na te bootsen en mee te zingen: le soleil, les outils, les machettes, les ingénieurs, à gauche, à droite et devant, etcera.

Jubelend en voldaan na deze unieke première, maar met in het hart ook een stukje zwarte geschiedenis, rijd ik naar huis. Het is aan te raden om het programma van JazzCase in de gaten te houden, want volgende maand is het de beurt aan de Chris Joris Experience. Jawel, dezelfde Joris als vanavond. Benieuwd in welke sferen we dan worden ondergedompeld!

Klik hier voor het fotoverslag door Cees van de Ven.

Klik hier voor meer informatie over het MixTuur-project en interviews op Cobra. En hier voor meer informatie over dit project op Kwadratuur.