Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jazz in 't zonnetje

Een festivalverslag in woord (Eddy Determeyer) en beeld (Joke Schot)
Jazz te Gast, zaterdag 6 juni 2015, Zuidhorn

"Dit is het eerste openluchtfestival waar ik niet tegenover een rij pishokjes sta te spelen," lacht Michael League. In het dagelijks leven is hij Amerikaan en basgitarist en toert hij over de wereld met zijn cultband Snarky Puppy. Hier in Zuidhorn werkt hij met internationale artiesten Alina Engibaryan, Shirma Rouse en het Noordpool Orkest. Maar hij heeft gelijk: vanaf het podium zie je vooral coniferen en beuken, fruitbomen en heesters die het domein van de aanpalende villa aan het zicht onttrekken.

Op de zonnige gazons van een zestal monumentale villa's van één à anderhalve eeuw oud voltrok zich het eerste Jazz te Gast-festival. Idyllisch is zwak uitgedrukt. Alleen al van de geurenpracht van al die verschillende bloemen geniet je – wanneer je tenminste niet, zoals ondergetekende, gehandicapt bent door de restanten van een oude miezerregenverstopping.

Sommige optredens waren echt geknipt voor de intimitiet en de grootsheid van de natuur. Het trio AVA bestaat uit baritonsaxofonist Guiseppe Doronzo, bassist Esat Ekincioglu en slagwerker Seyed Pouriya Jaberi. Het speelt een soort vrije volksmuziek uit een imaginair land, ergens op de as Italië-Turkije-Iran. Ik ken de individuele muzikanten als extravert en ongeremd, maar voor dit debuut zaten ze, figuurlijk gezien, klein en dicht bij elkaar. Zo ontstond een goede balans – voor mij had het gebodene ook volledig akoestisch gemogen. Het gesuizel van de bomen was een aangename omlijsting voor deze huppeldansmuziek. En ik wil wedden dat er tijdens de derde en laatste set een echte band stond, daar Onder de Beuk.

AVA werd geconcipieerd aan het Groninger Prins Claus Conservatorium; de studenten en een enkele leerkracht waren goed vertegenwoordigd hier. Slagwerkdocent Sebastian Demydszuk had sousafonist Arno Bakker en gitarist Jorrit Westerhof uitgenodigd voor een bij wijlen explosief exposé. Als ik zeg dat drummer en tubaspeler zich dienstbaar opstelden ten opzichte van de gitarist, dan bedoel ik eigenlijk dat iedereen zich uitsloofde er spannende muziek van te maken. Via een middelgroot arsenaal aan pedalen en knopjes haalde Westerhof een even groot scala aan totaal verschillende gitaren uit zijn instrument. Ik kijk uit naar het eerste solo-recital van Jorrit Westerhof.

Ook Derrianne Dyett is studente aan het Prins Claus. Piano en steelpan. Dat instrument hebben we te lang geassocieerd met calypso's en strandvertier. Dyett haalt er echte harmonische jazz uit – een fascinerend nieuw gebied. Daarbij was charmant, dat haar Afrikaanse, Oost-Europese en Caribische kompanen van Nostalgium allen een nét even ander ritmegevoel inbrengen.

Achter villa Buiten Gewoon was een partytent geplaatst en onder die tent ontving Michael League zijn gasten. Zoals daar was de Russische zangeres Alina Engbaryan, die hem had verrast met haar voorstel de ballad 'I’ll Be Around' op het programma te zetten. Een liedje dat hij niet kende, zei League er eerlijk bij. Het had hem er niet van weerhouden een bloedmooie bridge voor het begeleidende strijkkwartet te vervaardigen. Weemoed, verlangen, romantiek en een sprankje hoop – in die volgorde. Wanneer Engbaryan nu ook oplet bij linke modulaties niet uit de bocht te gaan, hebben we morgen ook mooi weer.

Uit de bocht, daar zou collega Shirma Rouse maling aan hebben. Liefst nog een beetje verder! Dat lef brengt haar een heel eind – maar ze heeft ook de kenmerken van een ongeleid projectiel. Uit haar 'Grandma'-lofzang, op de Bill Withers-Gregory Porter toer, zou meer te halen zijn. Niet alle tekstvariaties sneden hout. Pas in 'Bye, Bye Blackbird' hoorde ik haar stem in al haar onmiskenbare grandeur. Wat meer focus, mama, terwijl die spontaniteit er natuurlijk gewoon in moet blijven.

Dr. Brass, dat klonk als een op het nippertje bekeerd carnavalsbandje, vond ik eigenlijk nog een van de aardigste acts van dit zonnefestijn. Hun achtergrond is zo te horen meer pop dan New Orleans, mar wa gif da nou, junkske. De simpele arrangementjes worden strak en met verve gespeeld, solo's hebben eveneens structuur en spektakel. Het gebodene krijgt extra impact door de choreografieën en clownerieën.

Pièce de résistance was het optreden van het Noordpool Orkest, Reinout Douma's antwoord op het Metropole Orkest. Ook de noorderlingen bestrijken professioneel een breed terrein, kunnen cabaret en klassiek aan en swingen als dat zo uitkomt iedereen de tent uit. Dat laatste bleek wel uit 'Let The Good Times Roll', in Quincy Jones' bewerking voor Ray Charles, en uit Dave Hollands 'Upswing'. Wat een lekkere smekkige trombonegroep! De strijkers schitterden in 'Eglesia' van hoornist Morris Kliphuis, naar aanleiding van een epifane ervaring van die laatste in een kerk in Porto. Ook het strakke tremolo achter een bassolo van Michael League ('Goodbye Pork Pie Hat') getuigde van vakmanschap en verbeten, doch vastberaden repeteren.

Alleen, tja, als het koper eenmaal goed losbarst en de ritmesectie zich roert als een timmerwerkplaats van vóór de Arbowet, ja, dan beleven de violienen een benauwd minuutje. Misschien moet dat dan maar geaccepteerd worden. Gelijk pianist Misha Mengelberg altijd het onderspit dolf tegen slagbeest Han Bennink. En er altijd als winnaar uit tevoorschijn trad.

Klik hier voor een fotoverslag van Jazz te Gast door Joke Schot.