Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jazz Middelheim 2019 Dag 3 & 4

Ook Jazz Middelheim heeft te maken met een vergrijzend publiek, iets dat volgens mij mede in de hand wordt gewerkt door het programmeren van vergrijzende musici, maar dat terzijde. Om het tij te keren is vorig jaar besloten om de zaterdag een ander karakter te geven. Dat gebeurt op twee manieren.

Een festivalverslag door Ben Taffijn, met foto's van Cees van de Ven.
Zaterdag 17 & zondag 18 augustus 2019, Park Den Brandt, Antwerpen.

Op de eerste plaats door het aanpassen van de programmering. Dit jaar door twee jonge musici te vragen als curator: drummer Lander Gyselinck en pianist Fulco Ottervanger, die samen in Beraadgeslagen zitten. Het leverde een serie concerten op van wisselende kwaliteit die zouden moeten staan voor vernieuwing, iets waar nog wel wat op af te dingen valt. Een tweede ingreep heeft met een bijzondere gedachtegang te maken, die we overigens niet alleen bij Jazz Middelheim aantreffen, en die als volgt luidt: jongeren gaan naar popfestivals, op popfestivals zijn geen zitplaatsen, Jazz Middelheim moet meer jongeren trekken en dus: alle stoelen eruit. Een vreemde redenering, die geen rekening houdt met het feit dat het festival ook nog een zeer grote groep mensen aantrekt voor wie de gehele dag staan niet echt een optie is. En als dan ook nog eens door een paar hevige stortbuien de stoelen die in het park staan onbruikbaar worden, is het feest helemaal compleet. Naast muziek klonk zaterdag dan ook vooral gemopper.

Een ander gevolg van deze maatregel was dat de Club Stage vrijwel onbereikbaar was. Doordat het podium dezelfde hoogte heeft als de zaal en musici over het algemeen gaan zitten, kon niemand vanaf rij twee meer wat zien. Daarbij werd de Club Stage nu ook veel meer bezocht omdat niemand na een concert in de grote tent reden had om daar te blijven. Maar ik moet de organisatie gelijk geven, er waren meer jongeren. Maar of dat nu komt door het weghalen van die stoelen? Ik weiger het te geloven.

Muzikaal was dit overigens de minst sterke dag. De Beren Gieren mochten aftrappen en deden dat, eenmalig vanwege het tienjarig bestaan, met een sterk afwijkende set. Ottervanger speelde clavinet en synthesizer, Lieven van Pée basgitaar en alleen Simon Segers hanteerde zijn gewone drumstel. Ottervanger grossierde in menig psychedelisch klankmoment en creëerde met Van Pée wolken van klank die ons in transcendente sferen bracht, waren het niet dat Segers die ook regelmatig aan flarden sloeg. Het is weer eens wat anders en zeker voor herhaling vatbaar, al blijft de oorspronkelijke bezetting nog altijd de beste. Maar verder die dag? Ja, STUFF., de band van Gyselinck zorgt altijd voor gepast vuurwerk. En het optreden van Nubya Garcia moet genoemd worden, al was het maar om dat ze overal de hemel in wordt geprezen, te beginnen in haar eigen land, Engeland. Ze zette een mooie, stevig swingende set neer en toonde aan dat de contemporaine jazz in Engeland een smeltkroes vormt van jazz, latin, Afrikaans en dance. Maar om dit nu echt vernieuwend te noemen gaat ver. En Garcia's kwaliteiten als saxofoniste mogen er zeker zijn, maar voegen ook niet bijster veel toe aan wat we al kennen.

De enige die eigenlijk echt opviel was Ambrose Akinmusire met zijn 'Mae Mae'-project, dat pas voor de tweede keer klinkt, maar daarin kijkt Akinmusire eerder terug naar de geschiedenis van de jazz dan vooruit. De basis voor dit project, dat twee jaar geleden voor het eerst klonk tijdens het Berlin Jazz Festival en dat nog niet op cd is uitgebracht, ligt bij geluidsopnamen van Mattie Mae Thomas, een vrouwelijke gevangene in Mississippi. De opnames dateren uit 1939, maar werden pas in de jaren 80 vrijgegeven. Tevens brengt Akinmusire met dit project een hommage aan zijn eigen moeder, die eveneens Mae heette en opgroeide vlak bij de plek waar Thomas gevangen zat. Met een fantastische line-up, bestaande uit pianist Gerald Clayton, bassist Joe Sanders, gitarist Marvin Sewell, drummer Kendrick Scott en zanger Dean Bowman, brengt de trompettist een prachtige en meeslepende hommage aan deze dame. De mooiste momenten zijn die waarin Bowman de dialoog aangaat met de opnames van Thomas, alsof ze daar samen op het podium staan. Verder valt Sewell wederom op, hij stond vrijdagavond ook met Lloyd op het podium. Die man heeft de blues en als hij dat mag inzetten - en gelukkig mocht hij dat in beide concerten - dan loopt er een huivering langs je ruggengraat en denk je maar één ding: ik moet thuis toch eens wat vaker blues draaien!

Akinmusire, hij is dit jaar tenslotte artist in residence, trad ook twee keer aan op de zondag, een over het algemeen sterke dag. We hoorden hem eerst in het jaarlijkse coachingsproject waarbij de artist in residence een aantal conservatoriumstudenten mee op sleeptouw neemt, culminerend in een felbegeerd optreden op het hoofdpodium. Het kwintet Evergreen + was dit jaar de gelukkige, nu dus een sextet. Ze zitten qua muziek wat aan de veilige kant, deze musici, wat overigens niets zegt over de kwaliteit, want die is op een prima niveau. Vooral gitarist Roeland Celis weet te verrassen met soms onverwachts pittige gitaarsolo's. Ze spelen eigen werk en dat van Akinmusire, maar kwalitatief zit daar niet eens zo heel veel verschil tussen, hooguit zijn die van de trompettist net even iets complexer.

Maar echt schitteren doet Akinmusire helemaal aan het eind van de avond met zijn Quartet op de Club Stage, met wederom Sanders en Scott, aangevuld met toetsenist Sam Harris, die we ook hoorde bij Origami Harvest. Een knetterende show. Sanders en Scott creëren hier een woeste, wild stromende rivier, waar Akinmusire en Harris iedere keer weer onbevreesd in durven springen. De eerste met lange slierten alle kanten op schietende noten, de tweede met woeste uitspattingen, zijn piano bijna gebruikend als drumstel. Een waardig slotakkoord van vier prachtige concerten.

Maar op de zondag klonk nog veel meer moois. Zo stond een deel van de dag in het teken van de cross-over tussen jazz en Aziatische muziek. Het Ragini Trio, met saxofonist Nathan Daems, bassist Marco Bardoscia en drummer Lander Gyselinck, zette meteen de standaard aan het begin van de middag. Het trio ontstond in 2013 en de uitbreiding, met zangeres Sawani Mudgal en toetsenist Bojan Z, volgde toen Kunstencentrum KAAP hen in november 2017 uitnodigde voor een residentie. Dat leidde tot een cd, 'Peace, The New Jazz', waarvan de muziek hier op dit festival klinkt. Soms verstild, op andere momenten ritmisch op die aanstekelijke Indiase manier. Daems weet uitstekend raad met de ingewikkelde Indiase structuren en vormt menig zeer spannend duo met Mudgal. Prachtig zoals de klanken hier samenvallen. Maar vlak zeker ook de tandem Bardocia-Gyselinck niet uit, die eveneens prima raad weet met de polyritmische structuren en Bojan Z, die hier als extra smaakmaker fungeert.

Saxofonist en fluitist Manuel Hermia heeft zich eveneens bekwaamd in de combinatie jazz met oosterse muziek. Horen we in de zeer aantrekkelijke trioset met bassist Joachim Florent en drummer Sylvain Darrifourcq nog vooral free jazz vermengt met rock, met het Orchestra Nazionale Della Luna duiken we in de oosterse klanken. Buiten Hermia valt hier met name Kari Ikonen op, die gevarieerde klanklandschappen uit zijn Moog-synthesizer tovert en middels het prepareren van zijn piano Arabische klanken produceert. Tot slot presenteert Hermia 'Bahdja', dat zich vooral focust op de muziek uit het Midden-Oosten. Hermia horen we hier op bansuri, een Indiase fluit, maar de grote verrassing is de Algerijn Kheireddine Mkachiche op viool, die op de plaatselijke wijze wordt bespeeld: rechtopstaand op schoot. Hij produceert er prachtige, ingetogen en zeer melodische klanken mee.

Twee acts op het hoofdpodium moeten nog worden genoemd. Het nieuwe trio van Joe Lavano, Marilyn Crispell en Carmen Castaldi, het Tapestry Trio, maakte live minstens zoveel indruk als op het gelijknamige album, dat hier onlangs uitgebreid aan bod kwam. Lovano blijft verrassen met zijn complexe, levendige melodieën, iets dat zeker ook geldt voor Crispell. Castaldi was hier meer aanwezig dan op schijf en met een veel te zwaar versterkte basdrum. Jammer en volstrekt onnodig.

De tweede act die nog niet aan bod kwam was de afsluiter op het hoofdpodium: een door Kenny Werner geleide hommage aan de man die meer dan welke artiest dan ook zijn stempel op Jazz Middelheim heeft gedrukt: Toots Thielemans. En het mag gezegd, het was een meer dan waardige hommage. Allereerst door mondharmonicaspeler Grégoire Maret, die een geheel eigen draai aan de muziek wist te geven en met veel passie en overtuigingskracht de stukken speelde. Verder hoorden we - en dat deel was toch verreweg het interessantst - gitarist Philip Catherine, bassist Toine Thys en drummer Dré Pallemaerts. Met veel inlevingsvermogen en gevoel voor nuance brachten zij de muziek. Deze drie Belgische musici, Werner prees terecht hun kwaliteiten, hebben veel met Thielemans gewerkt. Dat ze hem nog steeds missen hoor je in iedere noot. Iets dat overigens zeker ook voor Werner geldt. Zijn puntige en ritmische spel paste hier perfect en hij maakte er minstens zo veel indruk mee als tijdens zijn concert op de vrijdag.

Cees van de Ven maakte fotografische verslagen van alle concerten tijdens Jazz Middelheim 2019. Klik hier voor het verslag van de derde dag. En bekijk hier de foto's van dag vier.