Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jazz Middelheim 2018 Dag 3

De derde dag van Jazz Middelheim bracht een krachtige drietrapsraket tot ontploffing in Park Den Brandt, met achtereenvolgens kwalitatief vuurwerk van de kwartetten van Ben Sluijs en Robin Verheyen en het trio van Fred Hersch, om te eindigen met een anticlimax, want zo mogen we het project 'Jazz Loves Disney' toch wel kwalificeren.

Een festivalverslag door Maarten van de Ven, met foto's van Cees van de Ven.
Zaterdag 11 augustus 2018, Park Den Brandt, Antwerpen.

De festivaldag begon wederom met Jazz Talks, gepresenteerd door Simon Rentner. In een gesprek met saxofonist en artist in residence Robin Verheyen en pianist Marc Copland had de Amerikaanse moderator het op een bepaald moment zo gezellig met Verheyen dat Copland er ogenschijnlijk nog slechts als toehoorder bij zat. Plaatsvervangende schaamte viel de toeschouwers ten deel. Toen hij een muziekfragment liet horen wist Verheyen met een subtiele ingreep - "Marc is such a great composer" - de aandacht van Rentner toch weer naar de pianist te leiden en hem zo alsnog bij het gesprek te betrekken.

Het programma op het hoofdpodium werd zaterdag geopend door het Ben Sluijs Quartet, dat voor het eerst te zien en te horen was op de kleinere Club Stage van Jazz Middelheim in de zomer van 2016. Nu presenteerde het kwartet zijn nieuwe album 'Particles' op het hoofdpodium en deed dat zeer overtuigend, met boeiende composities in een afwisselend programma. Naamgever Ben Sluijs speelt met veel gevoel en heeft een volkomen eigen sound, niet alleen op zijn altsaxofoon, maar zeker ook op dwarsfluit. Immer doordrenkt met een prachtige lyriek, soms welhaast meditatief van aard. Zijn spel voelt intiem aan, alsof hij direct communiceert met de luisteraar. Met zijn kompanen Bram De Looze (piano), Lennart Heyndels (bas) en Dré Pallemaerts (drums) heeft Sluijs een ideale setting gecreëerd.

De Looze is een empathische pianist, die geen noot teveel speelt, maar met spaarzame aanslagen heel veel weet te zeggen. De ritmesectie combineert de ervaring en finesse van Pallemaerts met het talent van Heyndels. Neem nu 'Air Castles', dat de sfeer uitademt van een Blue Note-sessie. De mooie toonzetting van het piano-intro, met noten die neerdalen als kletterende druppels in een heldere beek', zuigt je direct de compositie in. Het zet een peinzende, melancholische cadans in gang. Klein en intimistisch, om vervolgens een subtiel ritme toe te laten. De mooie melodische saxlijnen worden door Sluijs warm en met veel lucht aangeblazen. Naast mooie ballads zoals 'Ice Crystal' voelt het kwartet zich ook thuis in swingende uptempo-stukken, zoals het zeer energetische 'Cell Mates', dat met de snelle riffs op sax klonk alsof er ieder moment een gevangenisopstand kon uitbreken. De arpeggio's van De Looze pookten het vuur nog wat extra op, zeker in combinatie met hothouse Pallemaerts.

Daarna was het de beurt aan Robin Verheyen met zijn Amerikaanse kwartet. In het eerdergenoemde vraaggesprek met Rentner gaf de saxofonist al aan dat hij volledig vertrouwt op de mensen met wie hij samenspeelt. Daarom kregen pianist Marc Copland, bassist Drew Grass en drummer Billy Hart de vrijheid om de composities naar eigen inzicht bij te sturen en in te kleuren. De band dook al meteen de diepte in met de losse ritmiek van Harts mallets, voordat het aantrekkelijke thema ruimte gaf voor een subtiele swing, geaccentueerd door de voor Hart zo typerende cymbalen. Verheyen liet zijn sopraansax mooi prangend en prikkelend klinken. Het had het allemaal: swing, passie en clever samenspel.

De Amerikaanse invloeden zijn het hele concert duidelijk hoorbaar. Zo is er altijd een soort zwaar gegrondveste basis, zelfs in de rustigere passages. De band manifesteert zich als een hechte unit met een ultra tight geluid. Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor Grass, die met zijn stevige baswerk het ankerpunt vormt voor de meaty en complexe composities. Verheyen weet op elk gewenst moment zijn spel extra aan te zetten en te intensiveren, om zo de boel op scherp te zetten. Uit een bepaalde passage kan er dan opeens weer een nieuwe melodische of ritmische loot groeien. Maar het kwartet verstaat ook de kunst om gas terug te nemen en met mooi, klein gehouden spel de muziek een droomachtige sfeer mee te geven.

Het slotnummer 'Jabali's Way', een feature voor Billy Hart (de titel verwijst naar zijn bijnaam in de band van Miles Davis), toonde de kracht van dit kwartet in vol ornaat. Het lekker uptempo, heavy drumstuk kreeg een mooie tempoversnelling met een in dubbel tempo spelende Drew. Verheyen produceerde overtones op zijn tenorsax. Door zijn focus en totale controle over de sax kregen die uithalen extra glans. Coplands solo met vraag-en-antwoordspel tussen zijn linker- en rechterhand maakte het helemaal af.

Fred Hersch heeft al een bewogen leven achter de rug. De Amerikaanse pianist is een van de weinige jazzmuzikanten die openlijk uitkwam voor zijn homoseksualiteit. In het vrije New York van de jaren zeventig/tachtig raakte hij besmet met het hiv-virus. In 2008 werd hij ernstig ziek; hij lag twee maanden in coma, waarbij hij zijn spierfuncties grotendeels kwijtraakte. Maar hij herstelde en kwam ijzersterk terug. In meer dan drie decennia bouwde Hersch aan een indrukwekkend oeuvre in verschillende settings. Misschien komt zijn spel nog wel het beste tot zijn recht in de triobezetting, waarmee hij Jazz Middelheim aandeed. En zeker met invoelende en responsieve muzikanten als John Hébert (bas) en Eric McPherson (drums), die een even subtiele als dynamische template bieden voor Hersch' pianistische exposés.

Hoe goed het Fred Hersch Trio op elkaar is ingespeeld, hoor je op het eerder dit jaar verschenen album 'Live In Europe', de weergave van een fascinerend concert dat het trio in november 2017 gaf in het Brusselse Flagey. Ook het optreden op Middelheim zal nog lang nazingen in de hoofden van allen aanwezig. Het begon al mooi, met een moment van concentratie en stilte - Hersch met de ogen gesloten, voordat hij inzette met gloedvol en emotierijk spel. De pianist verstaat de kunst om binnen een compositie veel variatie aan te brengen in tempo en sfeer, als een soort expositie van kleine miniatuurtjes. Daarbij grossiert hij in aantrekkelijke melodielijnen, vaak in een majeure toonzetting. Hij beschikt over een mooie toucher en zijn spel is communicatief sterk, net zoals dat van Monk, een van zijn inspiratiebronnen. Aan diens zo langzamerhand uitgekauwde 'Round Midnight' wist Hersch in een sterke interpretatie toch een eigen draai te geven. Ook 'For No One' van The Beatles bleek in zijn handen prima materiaal om op te variëren en te improviseren. Het nummer werd voorzien van een uiterst relaxte groove, mede dankzij het sterke brusheswerk van McPherson, en landde in schoonheid.

Klik hier voor een fotografisch verslag van de derde dag van Jazz Middelheim 2018 door Cees van de Ven.