Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jazz Middelheim 2015 Dag 2

Een festivalverslag in woord (Jacques Los) en beeld (Cees van de Ven).
Vrijdag 14 augustus 2015, Park Den Brandt, Antwerpen.

De tweede dag van Jazz Middelheim ging net als voorgaande jaren van start met het coaching project. Studenten van het Antwerpse conservatorium werken daarin samen met een internationaal vermaard jazzmuzikant en presenteren het resultaat op het hoofdpodium van het festival. De coach ditmaal was de Amerikaanse tenorsaxofonist Chris Cheek en de (vergevorderde) studenten onder de naam Gizmo, zijn pianiste Cho Rong Kim, gitarist Geert Hendrickx, bassiste Anneleen Boehme en drummer Simon Raman. Saxofonist Cheek kon het welhaast niet beter treffen met deze uitermate competente studenten. Ook het merendeel van de composities hebben ze voor hun rekening genomen. Het leverde een boeiend concert op, geënt op subtiele, hedendaagse postbop-mainstream-jazz met navenant verrassende en melodieuze composities.

Het solowerk van het Gizmo-gezelschap was van grote kwaliteit. In het bijzonder soleerde de ferm bassende Boehme swingend, melodierijk en goed gearticuleerd. De ster van het project was onmiskenbaar saxofonist Chris Cheek. In de jaren 90 maakte Cheek furore in New York en sindsdien zijn er van hem platen verschenen met onder anderen Lee Konitz, Kurt Rosenwinkel, Charlie Haden en Mark Turner. Hij behoort tot de groep Coltrane–geïnspireerde saxofonisten zoals Chris Potter, Joshua Redman en Ravi Coltrane. Cheek soleerde zeer beheerst, technisch volmaakt en vooral met een bijzonder rond en warm geluid.

'Artist in residence' Jason Moran is momenteel een zeer aansprekende pianist. Twee jaar terug was hij ook al op Jazz Middelheim met het Charles Lloyd Quartet. Zijn eerste van de drie optredens op dit festival was met trompettist Ron Miles en gitariste Mary Halvorson, een bepaald niet alledaagse combinatie. Het trio speelde op basis van summiere, melodieuze lijnen een sublieme en smaakvolle improvisatieset. Intensief samenspel werd gecombineerd met adequaat passende, introverte solo's. Mede dankzij onder meer de elektronische effecten op de gitaar van Halvorson en – met mate – prepared piano, werd een ruimtelijke, filmische klankkleur gecreëerd. In samenhang met vlagen van free-jazz erupties werd door het trio een scala van indrukwekkende en fascinerende klanken en improvisaties geschapen.

Alvorens de Attica Blues Big Band van saxofonist Archie Shepp op het podium aantrad, klonk vanuit de coulissen Shepps magistrale, verbale verklaring betreffende Attica's geschiedenis en rassendiscriminatie in Amerika. Het in 1972 op Impulse verschenen 'Attica Blues'-album, van de zeer politiek geëngageerde Archie Shepp, refereerde aan de opstanden van de Attica-gevangenis naar aanleiding van de zinloze moord door de politie op Black Panther George Jackson. Hoewel Shepp nog niets van zijn engagement heeft verloren, hebben zijn instrumentale muzikale gaven wel wat ingeboet. Dat heeft vooral ook te maken met (met dank aan jazzkenner Cyriel Pluimakers) de operatie in de jaren 80 aan zijn onderlip, waarbij het nodige spierweefsel is weg genomen en waardoor hij vanaf die tijd sukkelt met zijn embouchure. Ook sukkelde hij, pontificaal in het front zittend met achter zich de Attica Blues Big Band en zangeressen Cécile McLorin Salvant en Marion Rampal, met zijn rietjes. Stoïcijns, terwijl de bigband achter hem voort- en doordenderde, was hij talrijke rietjes aan het uitpakken, likken en uitproberen. Toch was hij er, ieder moment dat hij moest soleren, net op tijd klaar mee. Dat was wel knap. Hoe dan ook: Shepp is een icoon van de free- en hedendaagse jazz. Al met al was het een zinderend concert vol r&b, soul, blues en groovy bigbandmuziek. Het hoofdzakelijk uit Franse musici bestaande orkest interpreteerde de muziek van de lp uit 1972 totaal eigentijdser en dynamischer. In dit hedendaagse, moderne geluid klonken vooral op de tenorsax Shepps fragmentarische improvisaties nogal pover en iel. Daarentegen waren zijn vocale blues-uitbarstingen een grote en zeer aangename verrassing. Met zangeressen Salvant en Rampal vertolkte hij - vanuit zijn tenen, zeer emotioneel en met een warm en diep stemgeluid - magistraal de soul, blues en funk van de Afro-Amerikaanse muziek.

In 1965 werd John Coltrane's legendarische plaat 'A Love Supreme', ook weer, op het Impulse-label uitgebracht. Twee hedendaagse prominente tenorsaxofonisten vieren de verjaardag van het 50 jaar geleden verschenen album. Chris Potter en Joe Lovano behoren tot de elite van de moderne saxofonisten en beiden genieten een enorme reputatie. Met hun project Sax Supreme zijn zij dan ook zeer zeker gerechtigd Coltrane's muziek naar hun hand te zetten. Daarbij worden ze gesteund door een zeer gedegen ritmesectie: pianist Lawrence Fields, bassist Cecil McBee en drummer Jonathan Blake.

Meteen bij de eerste inzet is al duidelijk dat we hier te maken krijgen met krachtig stomende jazz. Recht voor zijn raap dus. Gewoon ouderwets gaan. Twee tenoren die het thema spelen en dan losgaan. Soleren op het scherpst van de snede. Beide saxofonisten kunnen dat als geen ander. Potter feller van toon, sneller in de vingers en secuur in de flageoletten. Lovano met omfloerst en gruizelig geluid, melodieuzere lijnen en grommend in het hoge register. Dit houden ze vast tot aan het eind, bijna anderhalf uur lang. Niet alleen een muzikale maar ook lichamelijke prestatie. Natuurlijk komen ook de begeleiders aan bod met solo's: pianist Fields is bescheiden, Cecil McBee – die al decennia een prominente rol in de eigentijdse jazz speelt – soleert stuwend en gedegen en drummer Blake soleert machtig en krachtig. Kortom een overweldigende afsluiting van wederom een echte jazzdag.

Cees van de Ven maakte een fotografisch verslag van de tweede dag van Jazz Middelheim 2015, vrijdag 14 augustus. Klik hier om zijn foto's te bekijken.