Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jazz Middelheim 2012 Dag 3

Het bruggetje over de kasteelgracht is al vertrouwd, de rij wachtenden nog langer dan gisteren en de temperaturen breken een record. De zaterdagavond van Jazz Middelheim kan beginnen. MixTuur bijt het spits af met een indrukwekkend muzikaal eerbetoon aan de Belgische bastaardkinderen, aanstormend zangtalent Zara McFarlane brengt een nachtclub tot leven en Paolo Conte voegt daar sterk regisseurswerk aan toe.

Een festivalverslag in woord (Heleen van Tilburg) en beeld (Cees van de Ven).
Zaterdag 18 augustus 2012, Park Den Brandt, Antwerpen.

MixTuur bij het spits af, een Belgisch-Afrikaanse band van accordeonist, pianist en componist Tuur Florizoone. Mixtuur laat het verhaal horen van de kinderen van blanke vaders en zwarte moeders in de Congo, meestal ondergebracht bij Belgische pleeggezinnen zonder iets van hun achtergrond te weten. De geschiedenis van de bastaardkinderen klinkt voor het eerst in 2010 bij de herdenking van 50 jaar onafhankelijk Congo. Vanavond heeft de Antwerpse kasteeltuin de eer.

Het verhaal begint. De trombone blaast een stevige bas. Het is tijd om stof te doen opwaaien, hier in België en in de open vlaktes in de voormalige kolonie. De andere instrumenten vallen in met stevige ritmes, stemmen klinken nu en dan scherp en monden uit in een kakofonie. Dan laat zangeres Tutu Puoane horen hoe de ziel van Afrika klinkt. Het verhaal trekt verder. Rustige klanken, berusting en klaagzang inéén. Het verhaal loopt zoals het loopt, maar daardoor is het niet minder pijnlijk. De kakofonie van klanken neemt toe en zwelt aan tot pompeuze hoogtes, gevolgd door het diepe, zware geluid van de strijkers. Het is alsof er in de nacht een klein vleugje hoop opstaat. De ochtend breekt aan. De xylofoon laat vrolijke klanken dansen in de ochtendzon. Drie Afrikaanse zangeressen zingen de longen uit hun lijf. Ook hun verhaal is nooit gehoord. Dan klinken clowneske, ridicule klanken. De kinderen zijn in België en worden nagewezen, bespot en gehoond. De klanken sterven weg, als laatste die van de trombone.

Zo passeren de emoties die aan dit verhaal verbonden zijn. Het is de kracht van Florizoone dat hij dit voor elkaar weet te krijgen zonder te vervallen in sensatie. De stoofpot van jazz, wereldmuziek, Afrikaanse polyfonie en eenvoudige Brusselse wijsheden is niet altijd gemakkelijk voor de oren, maar het is zeker een indrukwekkend eerbetoon.

Na MixTuur neemt aanstormend zangtalent Zara McFarlane het podium over voor. Deze Britse in de jazz geschoolde zangeres babbelt met het publiek, maakt grapjes met de band, en zingt vanuit haar tenen. Sfeervol en vakkundig komen de nummers van haar debuut-cd 'Until Tomorrow' voorbij. Haar warme stem klimt omhoog, is niet bang voor de diepte, nodigt nu eens uit tot wegdromen en swingt dan weer de pan uit. Dat laatste gebeurt in de standard 'Night And Day'. Zara's medemuzikanten versterken de sfeer van een kleine, intieme nachtclub. Ze krijgen veel ruimte voor solo's. Binker Golding laat dan de noten uit zijn saxofoon knallen. Pianist Peter Edwards raakt wat bekneld tussen alle levenslust. McFarlane brengt ook eigen composities ten gehore. Die zijn nog niet zo ingenieus als standards, maar de zeggingskracht is al groot. Bijvoorbeeld in het nummer waarin ze zingt over het tegengekomen van een oude geliefde met een nieuwe vrouw. Je hoort de pijn in haar stem. Het is muisstil in de tent. Wie herkent het niet: oké, de liefde mag dan over zijn, maar om hem nu met een andere vrouw te zien...?

In interviews zegt McFarlane dat ze niet eeuwig en altijd jazz wil blijven zingen. Ze is zich nu al aan het oriënteren op andere stijlen. Wat het ook wordt, nu is al wel duidelijk dat deze vrouw tot leven komt op het podium, in haar live dates. Het maakt nieuwsgierig naar haar verdere ontwikkeling.

Bij het volgende optreden blijft de tent de sfeer houden van een intieme, rokerige nachtclub. Nu één waarin muziek en beeldhouwen samengaan. Drie snarenspelers komen in het donker het podium op, strak in Italiaans maatpak. Wie weet zijn ook hun schoenen glimmend gepoetst. Het licht gaat aan, de muzikanten gaan precies op hun plaats zitten en spelen een paar maten. De lampen gaan weer naar stand donker. De leden van de ritmesectie nemen hun plaatsen in en gaat meespelen. Nog een ronde verder komen de blazers en de maestro zelf het podium op. De show kan nu echt beginnen.

Met zijn brommerige, rokerige stem laat Paolo Conte het leven voorbij trekken in flarden herinneringen, poëzie en dromen. Waar hij precies over zingt? Geen flauw idee, maar iedereen herkent het. 'Do-da-di-do-di-dab', aldus de meester zelf. Af en toe krijgt een muzikant die de toets der kritiek van de meester kan doorstaan, ruimte voor een solo. Hij treedt op het podium naar voren, naar een exact bepaalde plaats - zou die met een kruisje gemarkeerd zijn? - en mag een paar minuten zijn beste kunnen ten gehore brengen. Dan is het weer tijd om terug te gaan naar zijn plek in het geheel. Zo komen onbekende nummers voorbij, en ook de meer bekende. Bijvoorbeeld 'Comédie' in een dixieland-uitvoering. 'Max' laat nog op zich wachten. Conte speelt piano en zingt, speelt xylofoon, luistert en haalt af en toe zijn bekende fluitje tevoorschijn. Nu eens speelt het orkest fluisterend en peinzend, dan weer vliegt de swing de pan uit. De oren komen ruimschoots aan hun trekken. De ogen trouwens ook. Beeldhouwer Conte heeft alles strak geregisseerd. Het is alsof je naar een schilderij van Rembrandt kijkt, met ergens een speeldoosje.

Aan het einde springt en juicht het publiek. Paolo Amore! Conte moet er niet veel van hebben. Snel gaat hij door met de toegift. 'Max' laat nog op zich wachten. Daarna pakt het publiek de draad van het klappen gewoon weer op. We waren er nog lang niet klaar mee. En we roepen: Max! De zanger neemt de hulde in ontvangst, omdat het moet. Dan maakt hij met een hand onder zijn kin de beweging van 'kappen'. Gedecideerd loopt hij het podium af. Zijn orkestleden volgen. Het is gedaan, ook met 'Max'.

Klik hier voor het fotoverslag van de derde dag van Jazz Middelheim 2012 door Cees van de Ven.