Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Van Afrikaanse vreugdedans naar het broodje van Toots
Jazz Middelheim, zaterdag 14 augustus 2010, Park Den Brandt, Antwerpen

Met sterke optredens van Van Herzeele, Jamal en Shorter was het geen sinecure noch evident de welhaast perfecte tweede festivaldag een even geslaagd vervolg te geven. Toch slaagden de optredende bands hierin met verve.

Tekst: Maarten van de Ven
Foto's: Cees van de Ven

Jazz Middelheim kreeg de gewenste start met Le Pragmatisme Du Barman; het samenwerkingsproject met trompettist/alleskunner Peter Evans trok het publiek al direct bij de les met een even spannend als afwisselend extended luisteravontuur. Sampling, elektronische klankmutaties en geluidseffecten gaven het optreden een eigentijdse draai, de uitgeschreven passages boden catchy grooves en de nodige variatie. Ook de solistische individuele improvisaties konden overtuigen. Natuurlijk, de solo's van Evans waren zoals verwacht weergaloos van opbouw en klankenrijkdom; zijn verbeeldingskracht en technisch meesterschap bieden hem daartoe alle ruimte. Maar ook saxofonist Andrew Claes en pianist Adriaan Van de Velde deden een stevige duit in het zakje met boeiende, want clichévermijdende bijdragen. Het geheel deed af en toe denken aan gelijkgestemde geesten als Octurn, alhoewel Le Pragmatisme Du Barman wat meer dynamiek in zich herbergt.

Het hoogtepunt van de dag kondigde zich aan met Aka Moon en Baba Sissoko & Black Machine, die de volgepakte tent overrompelde met een werkelijk spectaculair optreden, dat zich eigenlijk niet met de pen laat beschrijven. Om toch een poging te wagen: het Luiks-Brussels trio is op zichzelf al vrij enerverend - voortgestuwd door de krachtige baspartijen van Michel Hadzigeorgiou - maar kreeg een enorme vitaminestoot door de Malinese zanger/muzikant Baba Sissoko, die op het podium werd bijgestaan door een drietal familieleden (twee broers en een zoon) op calabas, talking drums en snaarinstrumenten. Het resultaat was een perfecte symbiose tussen jazz en Afrikaanse muziek, waarbij met name de wisselwerking tussen de percussionisten van Black Machine en Moon-drummer Stéphane Galland voor waanzinnig ritmische erupties zorgde. Sissoko toonde zich een waar voorganger; hij zweepte het publiek op met zijn gezang en verleidde het tot een vocale respons, een vaak terugkerend gegeven in de Afrikaanse muziek. Maar ook zijn spel op authentieke Malinese luit gaf de muziek een krachtige impuls. Aka Moon-'frontman' Fabrizio Casso leidde het geheel vol enthousiasme in goede banen. Opvallend was dat hij ook in deze exotische sfeer volkomen zichzelf bleef - zijn spel op de altsax is en blijft immers verankerd in de jazz.

Het weerzien van het World Saxophone Quartet met M'BOOM zorgde voor een bij vlagen imponerend concert, met composities van leden van beide ensembles. Het concert begon met het door baritonsaxofonist Hamiet Bluiett geschreven 'Hattie Wall', de signature piece van het World Saxophone Quartet, dat door de rietblazers weliswaar lekker onstuimig en vet werd ingezet. M'BOOM moest het antwoord 'orenschijnlijk' schuldig blijven, gezien hun wat voorspelbare latinbegeleiding, inclusief een irritant repeterende cowbell (grondlegger Max Roach zou zich omdraaien in zijn graf). In het daaropvolgende 'Barbecue Sushi' losten beide groepen de belofte wél in met sterk samenspel, waarbij met name M'BOOM-nestor Warren Smith imponeerde op de timpanen. De diep galmende klanken daarvan fungeerden als alternatieve baslijn. De toevoeging van wizzard James Carter aan het World Saxophone Quartet is een geniale zet gebleken; zijn absolute instrumentcontrole en kwajongensachtige flair maken hem tot een publiekstrekker pur sang. Terwijl Carter op sopraansax halsbrekende toeren uithaalde qua toonvorming en klankkleur, soleerden grondleggers David Murray (tenorsax, basklarinet), Oliver Lake (altsax) en Bluiett (in de toegift ook sterk op klarinet) meer basic, maar al even overtuigend. Het brede scala aan percussie-instrumenten (variërend van conga's en drums tot vibrafoon, marimba en gong) van M'BOOM bood een audiovisueel afwisselende setting.

Waarmee we evenwel op een punt van kritiek komen. Tijdens deze editie van Jazz Middelheim liet het zaalgeluid c.q. de geluidsmix hier en daar nogal te wensen over. Allereerst waren er de niet of pas laat opengedraaide microfoons. Zo konden we Peter Evans' trompet pas tegen het einde van het concert van Le Pragmatisme Du Barman in volle glorie horen, terwijl de xylofoon en de marimba van M'BOOM alleen visueel aanwezig waren op het podium. Ook de geluidsmix was soms niet optimaal. Zo overheerste de basgitaar van Aka Moon het totaalgeluid, wat weinig ruimte bood aan nuances.

Afsluiter en 'peetvader van het festival' Toots Thielemans liet met zijn Nederlands getinte kwartet horen hoe het wél moet. Niet vreemd, gezien het feit dat sound engineer Chris Weeda - door bassist Hein van de Geyn als vijfde bandlid beschouwd - achter de knoppen had plaatsgenomen. De oude maestro op de mondharmonica (door Toots liefdevol aangeduid als "mijn broodje") toonde zich opvallend goed in vorm; zijn spel klonk gepassioneerd, doorleefd, bij vlagen melancholiek en afwisselend mijmerend en krachtig. Standards als 'I Love You Porgy' en 'Summertime' kregen een gloedvolle uitvoering mee. Drummer Hans van Oosterhouts suggestie tijdens de ochtendrepetitie om Coltrane's 'Giant Steps' te spelen, viel kennelijk in goede aarde bij Thielemans. Al 'verontschuldigde' hij zich na afloop op even bescheiden als charmante wijze voor zijn spel. Enig minpuntje was misschien het gebruik van de synthesizer op Karel Boehlee's vleugel, die wat kitscherig klonk. Dan hoor ik liever echte strijkers, al was wat mij betreft de mooie ingetogen pianistiek van Boehlee ook voldoende geweest. De toegift 'Ne Me Quitte Pas' was van een ontroerende schoonheid. Zo klein en breekbaar. Tevens de heartfelt wens van de bezoekers van Jazz Middelheim: dat deze sympathieke expat nog maar lang in hun midden mag blijven!

Klik hier voor een fotoverslag van deze festivaldag door Cees van de Ven.