Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jazz à La Villette 2012
Orchestre National de Jazz & Magma, donderdag 30 augustus 2012, Parijs

Het Parijse festival Jazz à La Villette trekt zich van oudsher weinig aan van de genregrenzen. Jazz wordt niet als een vaste verzameling gemeenschappelijke vormkenmerken opgevat, maar juist verbonden aan universele grootheden zoals zeggingskracht, experimenteerlust en compositorisch potentieel. Dat het festival een hele avond wijdt aan twee illustere namen uit de rockhistorie past dan ook helemaal in deze lijn: onder jazz mag je van alles verstaan en het combineert zo lekker.

door Laurent Sprooten (foto: Vinnie Baborino)

Hoe het ook zij: de double bill met Robert Wyatt (niet in eigen persoon, maar als voix phantôme ingebed in de arrangementen van het Orchestre National de Jazz) en Magma, de absolute diehard onder de Franse muziekcollectieven, was een reisje naar de Franse hoofdstad waard.

Nu is Robert Wyatt – eind jaren zestig begonnen als drummer en zanger van de Britse groep Soft Machine – de vleesgeworden eclecticus. Als jongeling al kon hij solo's van Charlie Parker perfect nafluiten en de invloeden, die hij in zijn latere loopbaan als zanger en songschrijver onderging, variëren van The Monkees en Jacques Offenbach tot Derek Bailey en Cubaanse communistische strijdliederen. Inmiddels is Wyatt bijna 70 en houdt hij niet op te verklaren dat hij nooit meer zal optreden. Met dit gegeven zag orkestleider Daniel Yvinec zich geconfronteerd, toen hij plannen maakte om het ONJ-album 'Around Robert Wyatt' uit 2009 live uit te voeren. Hierop transformeert Yvinec een aantal klassieke songs van de bebaarde rolstoeler tot parelende orkestrale miniaturen, waarin heel subtiel nieuwe patronen en ongehoorde dimensies aan het daglicht komen. Naast Wyatt zijn als vertolker onder meer Rokia Traoré, Arno Hintjens en Yael Naïm te horen.

Het Orchestre National de Jazz laat zich in dit project van zijn meest flexibele kant horen. Van fluisterend zacht tot dominant en explosief: in grote saamhorigheid wordt een heel arsenaal aan klankkleuren gecreëerd en dat maakt het luisteren naar dit van overheidswege gekoesterde instituut tot een genot, hetgeen nog wordt versterkt door gave, avontuurlijke solo's van onder meer de jonge pianiste Eve Risser en rietblazer Rémi Dumoulin.

Voor het probleem om de zangstem in de muziek te verwerken als de zanger er niet is, Koos Yvinec een pragmatische oplossing, die in veel gevallen wel, maar soms ook minder goed werkte; alle stemmen werden vanaf de harde schijf live door de muziek gemixed. In 'Kew Rhone', een weerbarstige song van artrocker John Greaves, is de door good old Wyatt pijnlijk teder gezongen melodie al een belevenis op zich - of deze nu van tape klinkt of niet. Zeker als de zang wordt gesitueerd in weelderig wringende blazersklanken en een stuwend voortrollend ritme. Maar bij de klaagzang 'Alifib' van Wyatts bekendste album 'Rock Bottom' ontbreekt het de stem van Rokia Traoré aan autoriteit om het gemis van een zanger/zangeres in levenden lijve te compenseren.

Aan autoriteit geen gebrek bij Magma, de elite-eenheid van drummer/componist Christian Vander. De vanzelfsprekende manier waarop de 64-jarige bandleider van achter zijn Gretsch-drums de lijnen van de gelaagde en pulserende ritmes uitzet, is zonder meer intrigerend. Dat gebeurt niet meer met de maniakale en geëxalteerde gebaren, waarmee Vander vooral in de jaren zeventig de status van rock-excentriekeling verwierf, maar vanuit een uitgebalanceerde, dynamische houding die overwicht uitstraalt. Daarbij is het bondgenootschap met bassist Philippe Bussonet en gitarist James MacGaw volkomen symbiotisch en essentieel om ongeacht de complexiteit van de muziek een soepele, bijna meditatieve groove te kunnen vasthouden. Dat de bepaald niet hapklare muziek van Magma een zekere overgave van de luisteraar vereist, moge duidelijk zijn, maar ook vanuit koele observatie kan moeilijk anders worden geconcludeerd dan dat hier op een zelden gehoord niveau gemusiceerd wordt.

Als componist heeft Vander omstreeks 1970 een weg ingeslagen, die hem nog steeds naar nieuwe horizons blijkt te kunnen leiden. Van Coltrane erfde hij de absolute overgave en de spiritualiteit, van Stravinsky de behandeling van het ritme en de drang om met grote contrasten te werken. Door de zelf ontwikkelde zangtaal, de provocerende houding en de verzengende energie waarmee gespeeld werd, schiep Magma een eigen, enigszins hermetisch idioom. Zo werd de groep een force de frappe, die de toch wat brave Franse muziekscene zou blijven bruuskeren. Na meer dan vier decennia manifesteert Magma zich als een gelouterd, uitmuntend ingespeeld ensemble, dat naast stukken uit de rijke geschiedenis nog steeds nieuw werk presenteert, steevast van de hand van Christian Vander.

Het titelstuk van de laatste cd 'Félicité Thösz' is een voor Magma's begrippen ingetogen hymne, waarin de leadvocalisten Stella Vander en Hervé Aknin afwisselend de hoofdrol opeisen. Fraai zijn de subtiele overgangen van introspectieve melodieën naar uitbundige refreinen, die uitmonden in stralende vocale samenklanken. Een ander vrij recent stuk, 'Slag Tanz', is van een geheel andere orde; hier is het militante, ritmisch imponerende Magma aan het werk. Tegen een geluidsmuur van overstuurde gitaarklanken en een ronkende bas roept Aknin met licht panische zang een alarmtoestand op die, slechts af en toe onderbroken, gestaag in hevigheid toeneemt. De vrij eenvormige melodielijnen (er wordt wel heel lang op dezelfde spijker geslagen) versterken het effect van onontkoombaarheid en zorgen ervoor dat de akkoordoplossing in de finale bevrijdend werkt. Klasse.

Hoogtepunt van de avond is het meer dan veertig jaar oude stuk 'Rïah Sahïltaahk' van het tweede album '1001 Centigrades', een meeslepend opgebouwde jazzrocksuite, die ook nu nog verbaast door de haast buitenissige ideeënrijkdom. Felle en onregelmatige ritmes, grommende keelzang, furieus blazerswerk, hoekige overgangen, dramatische melodieën: het is er allemaal. Er wordt gespeeld met een intens plezier, hetgeen doet vermoeden dat Magma ondanks het stijgen der jaren nog wel een tijdje vooruit kan.