Draai om je oren Festivalverslag |
home |
||
|
Gent Jazz Festival 2014 Dag 1 Het is niet de eerste keer en mogelijk ook niet de laatste, maar op de openingsdag van Gent Jazz 2014 waren het les petits Belges die de eer van de jazz hoog moesten houden. Dat na hen de muziek het zou moeten afleggen tegen het amusement, dat was te verwachten, maar dat de kloof zo groot zou zijn... Een festivalverslag in woord (Koen Van Meel) en beeld (Cees van de Ven).
Dit gecombineerd met een vaak wat ingehouden speelstijl kan echter al eens resulteren in gemoedelijk kabbelen, maar daarvoor heeft het trio drummer Lander Gyselinck in de rangen. Wie op zoek gaat naar een percussionist met een even groot gevoel voor detail, zal aardig wat werk hebben. Zo kleurde hij de intro van 'For Those Two Polar Bears' eenvoudigweg door een metalen ketting op een met een doek afgedekte kleine trom te laten rinkelen: een kleine ingreep, waarvan het resultaat even zacht als ingrijpend klonk. Ook zijn collega's lieten zich wat de kleurwerking betreft in dat stuk niet onbetuigd. De Looze ontdubbelde zijn pianopartij op Fender Rhodes, waardoor er een muzikaal dubbelzicht ontstond, dat nog versterkt werd door Boehme, die haast onhoorbaar het thema in canon meezong.
Na 'On the Tender Hooks', waarin Boehme aanvankelijk de leiding kreeg op een verbrokkelde begeleiding van haar collega's, was het cover time. In eerste instantie met de zestiende variatie uit Bachs 'Goldbergvariaties' en het thema van 'Twin Peaks', dat door het uitgerekte tempo eerder meditatief dan luguber klonk, hoe graag Boehme het getuige haar aankondiging ook anders gezien had. De groep speelde daarbij zo zacht dat het geluid van klankinstallaties elders op het terrein moeiteloos het geluid in de tent kon overheersen. Dat bleven ze doen in meer funky werk als 'Maniac' en 'Can Yall Dig It', waar de groep qua organisatie een iets klassieker koers ging varen. Ook hier kon echter gerekend worden op Gyselinck, die de muziek niet op slot draaide, maar zijn genuanceerde en op klankdetails mikkende zelve bleef. Of hij nu werkte met klein rinkelend materiaal, gewoon met één vinger op zijn snare tikte of een bundel houtenlatjes op de trom liet kraken, steeds bleef hij een bepalende factor in het geluid en zo een absolute meerwaarde voor een trio dat sowieso al niet de gemakkelijkste uitwegen zoekt. Die waren meer besteed aan zangeres Kellylee Evans die, blootvoets op het podium, meteen liet weten waar het om ging. Binnen de vijf minuten kon er meegeklapt en noise gemaakt worden, weliswaar voor haar begeleidingsband, maar hoe dan ook: noise. Gelukkig onderbrak Evans haar optreden niet om de klassieke trucjes te pas en te onpas op hun vervaldatum te checken. Daarvoor had ze net genoeg songs in haar bagage. Maar goed ook, want Evans toonde zich gedurende haar set alles behalve een geboren entertainer. Hoe vlot ze ook van Frans op Engels overschakelde, echt grappig of spitsvondig waren haar bindteksten niet te noemen.
Daar kwam pas verandering in met 'Only You', waar een vage jazz vibe in rondhing. Om het allemaal nog wat duidelijker te maken, zetten haar begeleiders een rondje solo's in, dat echter meer klonk als een contractuele afspraak dan als een kans om een tandje bij te steken. Daarna gleed het optreden weer in de poppy sfeer met de ballade 'If I Were Your Woman'. Zelfs 'Feeling Good', bekend van Nina Simone herself, kon het tij niet keren. Het geluid mocht dan met de rockachtige inbreng net iets steviger zijn, het aura van meer pop dan soul bleef over de muziek hangen. Niet dat Evans niet kon zingen, want als er een ding opviel, dan was het wel dat ze haar stem in verschillende registers mooi homogeen en in balans kon houden: geen evidentie, maar helaas niet indrukwekkend genoeg om het optreden te redden. En daar kon zelfs 'And So We Dance', haar Engelstalige versie van Stromae's 'Alors On Danse' (waarvoor het publiek alsnog even van de stoelen kwam) niets aan verhelpen. De openingsdag van Gent Jazz 2014 was die van de vocalisten, want naast Evans stond Zara McFarlane op de Garden Stage en Bobby McFerrin op het hoofdpodium, maar die moest nog even wachten tot de Sabam jazzprijzen uitgereikt waren. Die gingen naar Bart Maris (FES, Jaune Touhours, Moker) en Seppe Gebreurs (Ifa Y Xango, Antiduo) als respectievelijk gevestigde waarde en opkomend talent. De Muze van Sabam voor iemand met een speciale verdienste voor de jazz ging naar fotograaf Jos L. Knaepen.
Hij maakte het zichzelf bovendien niet te moeilijk en handelde het optreden in een gezapig tempo af met vooral veel country en roots in het geluid. Nummers als 'Everytime', 'Joshua Fit The Battle Of Jericho' en 'Swing Low Sweet Chariot' (eerst in extreem uitgerekte gedaante, daarna ook in cowboy outfit) kabbelden voorbij, waarbij alleen het laatste even leuker werd door het duet tussen vader en dochter Madison McFerrin. Deze laatste bleek beter bij stem dan haar vader en ze vormde dan ook een occasioneel lichtpuntje in het optreden. Dat passeerde nog even langs wat soft latin ('Devil Wants To Kill') om met 'He’s Got The Whole World In His Hands' op de Caraïben te belanden, alvorens het nummer overging in een gevaarlijke 'Sex Machine'-groove. Naar het einde toe mocht er ook even net wat rauwere blues in de mix, maar echt spannender werd het daar niet mee. Daarvoor klonken de scats van McFerrin veel te tam en miste hij vocaal alle kracht en concentratie. Dat dit laatste niet alleen uit zijn stem, maar ook uit zijn blik en zijn bewegingen bleek - ondanks of zelfs nog het meest tijdens enkele moves met dochterlief - doet vermoeden dat het publiek in Gent een McFerrin kreeg die beter moet kunnen. Dat is althans te hopen en niet in de laatste plaats voor de man zelf. Als afsluiter bracht Gent Jazz Manu Katché, Richard Bona, Eric Legnini en Stefano Di Battista samen. De vier speelden twee jaar geleden op het festival in Marciac als kwartet samen en dat beviel de heren zo goed dat ze het anno 2014 terug doen voor een tour, die hen onder andere ook naar North Sea Jazz brengt. Eigenlijk was het concert dus een reünie, maar zoals dat gaat met reünies, ocharme twee jaar na de feiten, hadden de vier elkaar niet zo bijster veel te vertellen.
Waar het ene nummer zo uit een glossy hiphopset van Wax Tailor weggelopen leek, was het in het andere alleen nog wachten op Sting, David Sandborn of zelfs John Miles, want vooral het spel van Di Battista en het knullige plezier dat hij eraan beleefde (hij maakte wat graag een kniebuiging voor Legnini tijdens het voorstellen van de muzikanten) brachten meer dan eens de Night of the Proms gevaarlijk dichtbij. Muzikaal zat het natuurlijk allemaal wel en de muziek liep heel soepel, maar echt moeilijk maakten de vier het zichzelf niet. Op geen enkel moment waagde ook maar iemand zijn grote teen buiten de comfortzone. Of het moet Bona geweest zijn, die zich a capella zingend tot de beste vocalist van de avond liet kronen, een gedaante waarin hij al evenveel bijval van het publiek oogstte als met zijn vingervlugge bassolo. Dat hij er daarna nog in slaagde het publiek tweestemmig te laten meezingen, maakte hem helemaal tot de lieveling van de luisteraars.
Dit verslag verscheen ook op Kwadratuur.be Klik hier voor het fotoverslag van dag 1 van Gent Jazz 2014 door Cees van de Ven. |
|