Draai om je oren Festivalverslag |
home |
||
|
Gent Jazz Festival 2013 Dag 2 Een festivalverslag in woord (Guy Peters) en beeld (Cees van de Ven). Naar Gent Jazz 2013 zal waarschijnlijk tot het einde der tijden verwezen worden als 'de vocalisteneditie', omdat zij het dit jaar voor het, euh, zeggen hebben. Was het op de eerste festivaldag al van dattum met Dee Dee Bridgewater (tja) en Cécile McLorin Salvant (in het oog te houden), op zaterdag 13 juli arriveerden ook Kurt Elling, de winnaar van de gezaghebbende DownBeat Critics Poll, en megaster Diana Krall, die er eigenhandig voor zorgde dat de dagtickets het duurst waren op deze dag.
Het leek wel alsof het trio de opdracht gekregen hadden om vooral niet te moeilijk te doen en échte jazz te spelen, want er werd uitgepakt met een setje old school, die gedomineerd werd door standards 'On A Misty Night', 'I’ll Remember April' en 'I Want To Talk About You', met wat eigen werk ertussen gegooid. Van Herzeele, vermoedelijk de grootste Coltrane-adept in Vlaanderen, kleurde opvallend binnen de uitgezette lijnen, leunde een paar keer (vooral in 'I’ll Remember April') eerder aan tegen het vloeiende spel van Sonny Rollins en schakelde ook eens over op sopraansax. Het samenspel zat behoorlijk goed en er was ruimte voor een paar prima solo's, maar door de korte duur had de eerste set vooral een hoog opwarmgehalte. Met muzikanten van dit formaat had het ook wel wat spannender gemogen.
Hoewel de band een aardige live-reputatie heeft weten op te bouwen, leek hij soms niet helemaal gefocust en er soms wat onwennig bij te staan. De bindteksten werden wat knullig afgewerkt, de beloofde uitleg over het nieuwe werk werd uiteindelijk achterwege gelaten en je had herhaaldelijk het gevoel dat de aandacht begon te verslappen. Nochtans spelen de drie muziek die je soms in een handomdraai bij de lurven grijpt, met hypnotiserende basgrooves die drijven op hyperkinetisch drumgerammel. Met 'Abraham’s New Gift' ging het sterk van start, maar daarna maakte het trio een golfbeweging tussen meer potige stukken vol secure ritmische uitvinding en meer ingetogen stukken, die doorgaans wat minder overtuigden. Terwijl het volk gezapig binnenwandelde en een enkele verdwaalde VIP achter ons met een luid gebrald "Is dat hier voor de VIP?" amechtig op de VIP-tribune kroop, werd Phronesis vergast op een traditioneel festivalgebeuren: hoe baldadiger en luider de solo, hoe extatischer het applaus. Gelukkig liet het trio zich niet verleiden tot al te makkelijk scoren en bleef het zijn ding doen. Dat gebeurde niet altijd even boeiend en soms was het slalommen tussen opwinding en wat verdampende aandacht binnen één en hetzelfde nummer, maar je kon je niet van de indruk ontdoen dat deze drie in de juiste omstandigheden en op het juiste moment wél in staat zijn tot een topdemonstratie.
Dan zanger Kurt Elling. Die was al eerder van de partij in 2007 en 2010, maar het wordt snel duidelijk waarom hij een graag geziene gast is. Bovenop een meesterlijk vocalist is Elling immers een innemende en goedlachse performer, die het publiek de indruk geeft speciaal voor hen afgezakt te zijn, zonder daar al te veel hysterisch geëmmer aan op te hangen. En ja, het is allemaal erg gestileerd, gepolijst en vermoedelijk ook een stuk op automatische piloot, maar Elling beschikt over een quasi-nonchalante naturel waar je ook voor valt als je geen juwelenrammelende madame op leeftijd bent. Elling fleemt, grapt en bromt zich een weg in ieders gratie. Daarvoor wordt hij natuurlijk ook geholpen door een goedgeoliede band en een resem prachtsongs uit het Brill Building-archief. De songs die destijds vanuit het gebouw aan 1619 Broadway aan de man gebracht werden, blonken niet altijd uit in diepgang ('Yakety Tak' of 'Do You Know The Way To San José?', anyone?), maar het is verbluffend hoeveel er tot het collectieve geheugen behoren, en een centrale rol zijn gaan uitmaken van de pop-, jazz-, doowop- en soultradities. En Elling, die laat ze allemaal over de tong rollen, kneedt ze naar zijn goesting, geeft er een eigen draai-met-veelbetekenende-knipoog aan. En het kan geen toeval zijn dat hij opende met 'Come Fly With Me', een song die een goede halve eeuw geleden voor Sinatra geschreven werd. Daarna het afgelikte 'You Send Me', waarin Elling erbij stond als een gladde wiseguy en uitpakte met falsettopartijen à la Al Green.
De tijden veranderen. Diana Krall, vermoedelijk de populairste jazzzangeres aller tijden (vijftien miljoen verkochte platen), stond vorig jaar als een echte boudoirmadame - in jarretellengordel – op de hoes van haar laatse plaat 'Glad Rag Doll', waarmee ze in de vooroorlogse jazz dook die ze leerde kennen via de 78-toerenplaten van haar ouders. Dat leidde tot een succesvolle combinatie van rootssongs en het popformaat, iets dat ze moeiteloos wist te bespelen met haar nonchalante stijl en onderkoelde seksualiteit. De show was alleszins een pak soberder dan het gala van Melody Gardot een jaar geleden, want alles stond in het teken van de wat gezapige, maar swingende combinatie van oerjazz en blues, waarin Kralls degelijke stridespel vaak een hoofdrol opeiste. Een pijnpunt was wel dat andere festivalfenomeen: bij een solo gaat het volume van de solist zó hard omhoog, dat het een ronduit lullig effect krijgt.
En natuurlijk werden we nog maar eens eraan herinnerd dat dit een festival was en dat er een rondje 'bekende songs coveren' moest volgen. 'Peel Me A Grape' en 'Fly Me To The Moon', OK. Maar een zoveelste jazzartiest die zich waagt aan Neil Young ('A Man Needs A Maid' én 'Heart Of Gold') en Dylan ('Simple Twist Of Fate'), moet dat nu echt? De versie van Fats Wallers 'I’m Gonna Sit Right Down And Write Myself A Letter' werd bovendien slordig afgehaspeld en verloor volledig het speelse van het origineel en veel andere, betere interpretaties. Met de competente band terug aan boord werd afgestevend op afsluiter 'I’m A Little Mixed Up', die nog eens bevestigde dat Krall zich best hield bij de aanstekelijke roots van haar recentste plaat. Nu nog dat routineuze kwijtspelen en ze kan misschien tonen dat 'populaire' niet steeds het eerste adjectief moet zijn waar we naar willen grijpen. Ofwel eens navragen hoe Elling dat probleem oplost? Deze recensie verscheen eerder op Enola.be Klik hier voor het fotoverslag van Gent Jazz 2013 door Cees van de Ven. |
|