Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Gent Jazz Festival 2011 Dag 3 en 4

Een festivalverslag in woord (Margretha van den Bergh) en beeld (Cees van de Ven).
Zaterdag 9 en zondag 10 juli 2011, De Bijloke, Gent.

Zaterdag 9 juli was bluesdag op Gent Jazz. De avond begon met de Vlaamse bluesgitarist Roland in samenwerking met Tony Geyselinck op drums en Steven De Bruyn met een interessante collectie harmonica's. Na een voorzichtig begin ging het bandje ervandoor met strak swingende drums, een scheurende harmonica, die met hoog vibrato gierend door de bocht ging - dit is geen Toots! - en ruige zang van Roland. Voor wie Roland niet voor zich ziet: een mooie, doorleefde kop, die wel wat weg heeft van Willie Nelson. Het was soms wat te bedacht en te geforceerd. Bijvoorbeeld door de tamelijk misplaatste drum-'n-bass mitrailleur uit de drumcomputer en in het nabootsen van Jimmy Smith's hammondklanken op gitaar. Maar als je de weinig relevante elektronische fratsen achterwege zou laten, heb je een sympathieke, kleurrijke band. Ik zou nog wel eens wat van Roland willen horen. Als singer-songwriter, met gitaar, harmonica en een enkele snaredrum, op een Frans pleintje tijdens borreltijd. Met een petit pastis natuurlijk.

Mavis Staples en haar band gaven een wervelende show van gospel met een vleugje funk en americana. De (letterlijke) tent stond op zijn kop en Mavis zat helemaal in haar entertainerrol. Muzikaal had haar performance echter minder om het lijf. Veel gegrom in het lage register, weinig zang, geen nuances, alleen laag en hard. Wel was er nog een interessante solo van een van de zangers uit haar achtergrondkoor in het nummer 'Too Close To Heaven To Turn Around'. Vooral in de enkele ballads hoorden we haar emotie veel beter uit de verf komen.

Ook bij de grote B.B. King was het eigenlijk meer show dan spel. De man is 85, toegegeven, en dit was zijn Europese afscheidstournee. Een optreden dus met een zekere emotionele dimensie. De band presenteerde zich met enkele opstuwende nummers ter introductie. Vervolgens was daar de grande entrée van de zanger-gitarist. Het was prachtig om de levende legende zo te zien en the thrill was zeker niet helemaal gone. Maar eerlijk gezegd werd er relatief weinig gespeeld en het vuur laaide slechts mondjesmaat op in zijn spel. Hij haalde vriendin Mavis Staples voor de sfeer nog even op het podium. Er zat echter verder geen duet in en na een 'quick peck on the cheek' verdween ze weer. Ondanks de wervelende show eromheen had dit concert het karakter van een kalm en vriendelijk, ja zelfs roerend afscheid. Alleen jammer van die saints die aan het eind gingen marchin' in. Een iets geïnspireerder of zelfs intelligenter einde was waardiger geweest.

Hoe anders was het op zondag 10 juli bij het Rêve d'Éléphant Orchestra. Dit was één van de meest interessante optredens van dit weekend. Een wereldmuziek-mengeling van Afrikaanse jungleklanken met oosterse invloeden en jazz. De thema's waren evenzeer gevarieerd. Kleurrijk en levendig, soms melancholisch, maar steeds doortrokken van een aanstekelijk optimisme. Meest opvallende muzikant was wel trombonist en tubaspeler Michel Massot. Over hem waren we dan ook helemaal terecht getipt. Trefzeker en krachtig de levensgrote tuba tegelijk bedwingend en omarmend. Sterke soepele loopjes op verschillende maten tuba's - en vergeef me deze noodzakelijke, want zeer passende vergelijking - als dieren die zich met snelle tred bijna dansend voortbewegen. Maar we hoorden hem ook zingend, fluitend en scattend, in unisono met fluit (Pierre Bernard) en trompet (Alain Vankenhove). Door ieder instrument liet hij volledig zijn ziel spreken. Massot was dan ook één van de absolute pijlers van dit bijzondere en energieke orkest.

Ook succesvol, maar wel een groter publiek trekkend was Terence Blanchard. De grote trompettist werd begeleid door een band van jongere garde: Fabian Almazon op piano, Joshua Crumbly op contrabas en Kendrick Scott op drums. De helft van Berklee, dat wel. Blanchard had enkele kwinkslagen, en nam band én publiek een beetje op de hak. Tijdens het voorstellen van zijn band liet hij ons over van alles en nog wat 'even nadenken'. Ook over het (Engelse) woord 'saxophonist' - ik weet nog steeds niet waarom. Anyhow anywho, Blanchard zette een zeer sterk optreden neer. Filmisch met galm, lange thema's breed uitgewerkt met knetterscherpe uithalen van Blanchard in aangrijpende solo's. Alleen de pianist leek soms een tikje onzeker en geïsoleerd in zijn spel. Desalniettemin was dit een strak, zeer strak concert. De tent stond op z'n kop en dwong een toegift af.

Vervolgens trokken ook Randy Brecker/Bill Evans' Soulbop featuring Medeski, Martin & Wood een volle tent. Evans op altsax en Brecker op trompet pakten direct in de introductie uit met goede solo's. Overigens is het geen licht academische of artistieke jazz, zoals bij Blanchard, maar funky jazz met een stampende Hammond B3. Daarnaast speelde Medeski op een hele batterij aan andere keyboards en elektronica, en werkte hij op een melodica, waar hij lange - te lang voor de zaal - steeds herhalende patronen op blies. Evans' geïnspireerde solo's maakten op mij meer indruk dan het woeste werk van Medeski.

De zondagavond werd tenslotte succesvol beëindigd met Chick Corea's Return To Forever IV. In deze elektronische zee van rockjazz kwamen de sterke grooves van drummer Lenny White er goed boven uit. Een gedenkwaardige afsluiting van een weekendje Gent Jazz.

Klik hier voor het fotoverslag van de derde dag en hier voor het fotoverslag van de vierde dag van Gent Jazz 2011 door Cees van de Ven.