Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Ook Feerwerd van het slot

Klokslag kwart over drie konden we met genoegen vaststellen: we zitten bij een ouderwets, authentiek jazzfestival. Het was op dat moment namelijk exact een kwartier na het aangekondigde openingsuur van Jazz & Impro Lokaal Feerwerd.

Een festivalverslag door Eddy Determeyer, met foto's van Hammie van der Vorst.
Jazz & Impro Lokaal Feerwerd, zaterdag 3 juli 2021, Schuur Hans, Feerwerd

We bevonden ons in de ruime 'Schuur van Hans', bekend van de jaarlijkse ZomerJazzFietsTour (die in afgeslankte vorm op 28 augustus verreden gaat worden). Terwijl buiten een onbarmhartige julizon het Groninger Hogeland blakerde, was het in de schuur een aangename 20 graden. Goeie airco, concludeerde ik, speurend naar de in ogenschijnlijk eeuwenoude balken weggewerkte apparatuur. Maar neen, hielpen medewerkers van het regionale festival mij uit de droom: het was het rieten dak dat verantwoordelijk was voor die onwaarschijnlijke temperatuurgradiënt. Tsk tsk, misschien moet iemand de NASA maar eens wijzen op de wonderlijke eigenschappen van tien centimeter riet.

Het was in Feerwerd ook een beetje een Grote Eredienst voor de Grote Gasten van de jazzgeschiedenis. Vóór de Feerwerd Forward Hot Five de dag afsloten met geanimeerde uitvoeringen van composities van Duke Ellington, Rahsaan Roland Kirk, Charles Mingus en Gigi Gryce, hadden de All Stars van bassist Andrea Caruso met hun programma 'A Tribute to Jazz Contrafacts' al eerbiedig gebogen voor Lee Konitz, Lennie Tristano, Horace Silver, Jimmy Heath en Eric Dolphy. Zoals deze titel al aangaf ging het in dit programma om de met name in de bebop gebruikelijke herscheppingen van bekende evergreens. Bij deze band waren die processen in goede handen. Altist Miguel Martinez speelde een centrale rol. Hij had de vaak complexe bopthema's grondig bestudeerd, zodat de unisonolijnen met de piano van Tony Hoyting er onberispelijk uitrolden - zonder partituur. Leider Caruso is een elegante, verfijnde strijker; als pizzicatospeler heeft hij een voorkeur voor het heldere hoog. Zijn krachtige spel en puntige toonvorming verwees naar Oscar Pettiford.

Wanneer Andrea Caruso de O.P. van het Noorden is, mag Bert van Erk als de P.C. van die contreien beschouwd worden. Ik heb het vermoedelijk al eens eerder over die Paul Chambers-associatie gehad, dus wie weet klopt de vergelijking wel. Samen met Caruso zou hij met zijn voorkeur voor het laag een interessant orkest vormen, stel ik me zo voor. Een eigen stuk, Frans Vermeerssens 'Whim', bood onderdak aan een onvervalste ouderwetse saxofoonbattle. Gelijk ooit Eddie Lockjaw Davis en Johnny Griffin kruisten baritonsaxofonist Lourens Blixma en de componist op tenor goedmoedig, doch wel degelijk serieus de toeters. Blinxma's feature was het nummer 'Frustration', waarin zijn bari leek te fluisteren, kom maar hoor, ik heb thuis nog veel meer van dit spul. Van Erk bewoog in 'Limbo Jazz', eveneens van de pen van Ellington, het publiek tot geanimeerde samenzang.

De soundcheck van de Austèja Zvirblyté Group duurde niet veel langer dan één noot, maar dat was voldoende om een moeder, voortgetrokken door een brullende kleuter, haastiglijk een veilig onderkomen te laten zoeken. Het zal nog veel tijd en geduld vergen eer het slachtoffertje weer een voetje over de drempel van een muziektempel zal zetten, vrees ik. Anyway, de Group van de Litouwse vocaliste speelde een soort Oost-Europese fusionmuziek. Zvireblyté heeft een uitgesproken instrumentale manier van zingen en daarmee domineerde ze haar band. Die stem kon ze als een gitaar, als een orgel of als een complete saxofoongroep laten klinken. Ze werkte met ritme- en sfeerwisselingen, in een golvenstructuur. Soms hoorde je in haar muziek Oost-Europese dansjes.

Meer Noord-Gronings dan Oost-Europees ging het eraan toe bij het programma 'Jazz op zien Grunnegs'. Hans Bosch, tenorist, leider en vormgever van het Alto Saxofoon Kwartet, had muziek geschreven bij de laidjes van Harry Niehof. Die laatste woont tegenwoordig in Feerwerd, veel lokaler lukt gewoon niet. Ik vraag me af of het idioom waarvan Bosch' Sax Kwartet zich bedient, ondanks de veelheid aan stijlen en idiomen, wel recht doet aan het werk van de singer-songwriter, pardon, de zanger-laidjesschriever. Ze kunnen veel, de jongens en het meisje van Alto. Bosch kan vast wel iets vinden waardoor die liedjes beter tot hun recht zouden komen. (Overigens speelde ook de overdreven versterking een rol.) 'Het Drentse Wad', waarmee het optreden werd afgesloten, gaf misschien al een indicatie. Hier bood de combinatie elektrische gitaar-saxen perspectieven.

Het festijn was afgetrapt door VrijJazzie. Hmmm, zeker een soort workshoporkestje, dacht ik aanvankelijk. De (amateur)muzikanten wonen, net als Harry Niehof, allemaal op het Hogeland of daar in de buurt. Maar workshoporkestje? - in 'stad' heb ik wel gammeler workshoporkestjes gehoord. In het Bimhuis ook, trouwens. Behoorlijk jazzie, deze locals. Er werd een popjazzrepertoire gespeeld dat vermoedelijk teruggreep op de muziek van de jeugdjaren van de respectieve leden. Hoewel, ik kan me niet voorstellen dat zangeres en saxofoniste Ingrid van der Meulen 'The Girl From Ipanema', uit 1962, nog heeft meegemaakt. Ze zal het van haar grootmoeder hebben gehoord, neem ik aan.