Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Jong grut en oude rotten
Autumn Jazz, zaterdag 7 november 2015, Hotel Van der Valk, Assen

door Eddy Determeyer (tekst) & Hans Mijsbergh (foto's)

Autumn Jazz, het jaarlijkse minifestival van de Jazzclub Assen, heeft de goede gewoonte doorgewinterde oude-stijl ijzervreters te combineren met pril talent van het Groninger Prins Claus Conservatorium. Deze keer was de keuze gevallen op The Blue Quartet van de jonge Friese vocaliste Renske de Boer. Popliefhebbers kennen haar als de beeldbepalende spring-in-'t-veld van de neo-skaband Mr. Wallace. Maar, zoals de Groninger jazzgemeenschap inmiddels weet, die Renske heeft ook een heel andere kant. Op haar best is ze eigenlijk in doorleefde ballads. Zo gloeide haar donkere rokerige alt op haar rijkst in 'Smile', het hart onder de riem van Charles Chaplin. Misschien zou ze dat terrein meer kunnen exploreren, dat van de torch singers, misschien zelfs dat van de vooroorlogse Duitse Kabaretsängerinen rechts van Kurt Weill. Ach ja: Ich steh im Regen/Und warte/Auf dich... "We spelen zo oud mogelijke standards," meldde de zangerers tijdens het recital. "We hebben een voorkeur voor stoffige jazz." Voorlopig lijkt het vizier gericht op de vaudeville-wortels van de jazz. De Boer begeleidde zichzelf met een vegertje op een schoenendoos, ze haalde een mirliton (kazoo) tevoorschijn en floot een ontwapenend chorus in 'Willow Weep For Me'. De volgende keer een jongleeract met jonge hondjes?

Van haar begeleiders viel gitarist Manuel Milano op, die veel affiniteit met het genre toonde. Ergens tussen Eddie Lang en Django Reinhardt heeft hij een plek gevonden en dan zit je goed. Met de viool van Miriam den Boer en de bas van Andrea Caruso moet meer uit de muziek te halen zijn, qua slimme arrangementjes.

De tegenpolen, om dat zo maar even te noemen, waren de eerbiedwaardige HH van de Stable Roof Jazz & Blues Band AD 1980. In die tussenliggende 35 jaar evolueerde het gezelschap van een op de Chris Barber-leest geschoeid dixielandorkestje naar een allround mainstream band. Ik bedoel, je zult niet zo gauw een dixieclub tegenkomen die Buddy Johnsons 'Fine Brown Frame' op het repertoire heeft staan. En je zult ook niet zo gauw een bandje tegenkomen met een Michiel Pos, die zo'n nummer even enthousiast en onbevangen kan shouten. Met Peter de Klerk vormt die de rietsectie en samen met het koper (Ton van Brussel, cornet en Hans Herwarth, trombone) staat er een orkest waar Van Brussel aardige swingarrangementen voor heeft geschreven. De makke hier was de geluidsversterking, waardoor de aankondigingen rechtstreeks uit de Crypte des Doems leken te galmen en de Diamant Room van Hotel Van der Valk als een eierkool klonk.

In de Pearl Room zorgde het Lodewijk Bouwens Combo voor het hoogtepunt van de bijeenkomst. Bouwens is een vibrafonist die, als ik dat zo moet inschatten, net iets meer affiniteit met Bobby Hutcherson heeft dan met Milt Jackson. Hij gebruikt zijn instrument harmonisch en orkestraal, en het mag een klein wonder heten dat er met de elektrische piano van Harry Happel nauwelijks struikelpartijen waren. Integendeel, Happels accenten in 'There Is No Greater Love' waren trefzeker en gaven het kwintet een aanzienlijke ritmische push. Hier groovede de band trouwens onbehoorlijk. Daarbij slaagde de pianist erin het optreden te larderen met hommages aan George Shearing, Milt Buckner, Ahmad Jamal en James P. Johnson. Plus Johann Sebastian Bach, die met de 'Autumn Leaves' binnen kwam dwarrelen.

In plaats van de aangekondigde Alexander Beets, die momenteel met de theatershow 'New York After Midnight' de zalen laat swingen, was de jonge tenorist Jeroen Brokkelkamp meegekomen. Die heeft een spijkerharde sound, waarmee hij soepeltjes en onvermoeibaar door de changes glijdt. Een soort Dexter Povel.

Het was uiteindelijk Hans Mantel die met de erepalm naar huis zou rijden. Zijn solo 'Old Folks' was de meesterproef. Geen krachtpatserij of loos virtuoos vertoon, maar simpelweg de mooiste noten uit de beste plekken plukken. Een bedreven vormgever gedreven aan de arbeid.