Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

10 Jaar JazzCase
vrijdag 2 & zaterdag 3 juni 2017, Dommelhof, Neerpelt

In het pinksterweekend kon de jazzliefhebber vele kanten uit, met maar liefst vier festivals in het Vlaamse landsgedeelte. In Gent overlapten twee dagen Ham Sessions en vijf dagen gratis Citadelic, in Herentals was er op zondagavond het gratis Jazz in Thals en op vrijdag en zaterdag was er 10 Jaar JazzCase in Neerpelt. En dan hebben we het nog niet over het Moersfestival in Duitsland of concerten in pakweg Brussel en Oostende.

een verslag door Danny De Bock & Robert Kinable / foto's: Cees van de Ven

Misschien zaten ook het mooie weer en familiale aangelegenheden er voor iets tussen dat de opkomst bij JazzCase in de zaal wat tegenviel; aan het programma mag het niet gelegen hebben. De affiche was voor deze verjaardag samengesteld in samenwerking met het Gentse Citadelic-festival, dat ook aan zijn tiende editie toe was. Als alles goed gaat, komt daar nog meer van, in de release van liveopnamen uit de JazzCase-reeks door El Negocito Records. Nu is er alvast een vrij lijvig fotoboek met de titel '10 jaar JazzCase', vol prachtig beeldmateriaal van programmator en fotograaf Cees Van de Ven, knap samengesteld door Gerda Boel.

De figuur van Paul Van Gysegem kreeg een centrale plaats in het gebeuren met een tentoonstelling van sculpturen van de beeldhouwer, alsook visuele partituren en documenten die zijn pioniersrol illustreerden voor de free jazz in Vlaanderen. Hij sloot op zaterdag in de namiddag het gratis luik af met een improvisatie die de jazzy boswandeling 'Follow The Red Line' afrondde.

Het festival trapte vrijdagavond af met een optreden van Osama Abdurasol. De Irakese muzikant resideerde samen met zijn echtgenote Helena Schoeters, bassist Henk de Laat en percussionist Renato Martins al sinds een week in Dommelhof, waar in alle rust aan nieuw materiaal werd gewerkt.

Het concert werd aarzelend geopend met de bewerking van een oude traditional uit Irak. Meer ontspannen ging het er aan toe in 'Morning In Bagdad' een romantisch en nostalgisch nummer, dat een relaxte ochtendsfeer opriep. De virtuositeit waarmee Osama zijn qanûn - een soort knieharp - bespeelt, is verbluffend. Het feeërieke geluid van de qanûn, met daarbij de Arabische zangstijl van Schoeters in combinatie met de sterke percussie van de Braziliaan Renato Martins deed je wegdromen en voerde je over alle grenzen heen naar de Arabische wereld. Maar ook in de meer jazzy nummers van de hand van Henk de Laet, zoals 'The Silence Of The Longing' of 'Arabe', weerklonk dezelfde melancholische wegdromerige sfeer. Mooi was ook 'For You', een nummer van Osama opgedragen aan zijn geliefde Helena, die het ook vertolkte met een mooie Arabische stem, diep vanuit de keel gezongen.

Slechts in één nummer haalde Osama de ud boven, de Arabische luit, en dan doet zijn muziek erg denken aan het werk van de Tunesische udspeler Brahem Anouar. Daar waar de muziek van Osama wat uitbundiger is, is deze van Anouar wat serener en meditatiever.

Al bij al een mooi concert waarbij muziek duidelijke geen grenzen kent, noch wat de muzikanten zelf betreft, noch wat de muziek betreft. Wereldmuziek in een jazzy kleedje. En toch sloeg de vonk niet helemaal over op het aanwezige publiek. Was het omdat de muzikanten lichtjes gespannen waren, omdat het om een volledig nieuw repertoire ging dat voor de eerste maal voor een publiek werd gebracht en ze zich inhielden? Was het omdat percussionist Martins voor de eerste maal met de anderen meespeelde? Ongetwijfeld zullen de nummers na enkele concerten aan vlotheid en kracht winnen.

Na een korte pauze was het de beurt aan het Paul Van Gysegem Trio. Duidelijk een heel ander paar mouwen. Het trio bestaat uit Eric Vermeulen op piano, Giovanni Barcella op drums en Paul Van Gysegem op contrabas.

Het concert startte overweldigend, waarbij de drie muzikanten elkaar heftig musicerend opzochten. Pianist Eric Vermeulen en Paul Van Gysegem vonden elkaar al vlug, maar het duurde even vooraleer drummer Giovanni Barcella aansluiting vond en op dezelfde golflengte zat. Totale improvisatie met tegen elkaar op botsende klanken, waarbij een enorme spanningsboog werd opgebouwd. Muziek als een vloedgolf en zonder rustpunten, die je bij de keel greep en sprakeloos achterliet.

Mooi was ook de gedrevenheid van Van Gysegem, om te zien hoe hij als tachtigjarige op zijn contrabas heftig tekeerging. Alle muzikale grenzen werden vakkundig gesloopt. Vermoedelijk is Van Gysegem ook sterk beïnvloed door de muziek van de Duitse componist en grootmeester van de hedendaagse klassieke muziek Karlheinz Stochausen, want een aantal van zijn geëxposeerde beeldhouwwerken zijn genoemd naar muziekstukken van deze hedendaagse kunstenaar. Geen muziek die je in romantische sferen brengt, maar muziek die in al zijn heftigheid confronteert en al je muzikale conditioneringen overhoop haalt.

Die namiddag begon Llop met Erik Bogaerts op saxofoon, Benjamin Sauzereau op gitaar, Brice Soniano op contrabas en Jens Bouttery aan de drums met elektronica. Die laatste speelde zich al in de kijker toen hij afstudeerde aan het Conservatorium van Brussel en met zijn eindproject The Dubtapes mocht rondtrekken. Hij speelt ook met Benjamin Sauzereau in zijn Jens Maurits Orchestra, waarmee hij in 2016 het cd-boek 'They Do It For A Reason' uitbracht. Met Erik Bogaerts zitten de gitarist en de drummer ook in de groep Les Chroniques De l'Inutile. Llop begonnen zij als trio dat wat later een kwartet werd met Brice Soniano (3/4 Peace, Carate Urio Orchestra, Rawfishboys). In 2015 maakten ze in deze bezetting opnamen in een oude kerk in Zweden, die in mei van dit jaar uitkwamen op de cd 'J, Imp' (El Negocito). Bogaerts verbleef in 2014 enkele maanden in Zweden op uitnodiging van ARNA, een organisatie die kunst en natuur samenbrengt. Hij schreef daar toen ook stukken voor zijn groep Mephiti.

Met 'Ner6ens' begon Llop heel fijn, alsof we zonder ons te moeten verplaatsen al aan een rustige, muzikale wandeling begonnen. Met elektrische gitaar en elektronisch effect op de vellen leidden Sauzerau en Bouttery in, waarna Soniano op contrabas en Bogaerts op sax aansloten. De muziek werd er eerst nog delicater op in het tweede nummer, maar toen begon het viertal toe te werken naar een onrustige drukte en opwinding, alsof we van de rustige natuur een stad indoken. Bouttery maakte door te samplen tijdens het spelen met live processing dat de grandeur die werd ontwikkeld zich verdubbelde en verveelvoudigde. Indrukwekkend! De drukte lieten ze op een sterke manier weer overgaan naar soberheid en vandaar ging het concert verder met een goed opgebouwde afwisseling van levendige en rustige delen.

Er doken wel eens invloeden op uit rock en psychedelica - even maakten bas en drums het bijna dansbaar – en regelmatig ging het meer richting ambient – wat een vorm van vluchtigheid benaderde die niet zweverig werd, al gaf de muziek wel kans om weg te dromen. De invloed van Bogaerts Scandinavische uitstap heeft daarbij een stempel gedrukt, zoals zijn bewerking van een eeuwenoud Zweeds lied aantoonde. Dat naast de ernst en de daarmee gepaard gaande gevoeligheid nog plaats is voor plezier, maakt het liedje 'Il Pleut' duidelijk, dat Bouttery zong vanachter zijn drumstel. Dit zorgde voor een vrolijke noot, met een grappig samengehaspelde tekst in een mengeling van Frans en Italiaans. Zijn gevoelige manier van aanblazen maakt het verleidelijk om Bogaerts tot op zekere hoogte te vergelijken met Ben Sluijs, maar hij gaat duidelijk zijn eigen weg.

Voor 'Follow The Red Line' waren meer dan veertig inschrijvingen genoteerd en daagden nog wat meer gegadigden op. Deze muzikale wandeling ging eerst langs drie performances in Klankenbos, een doorlopend initiatief van Musica, Impulscentrum voor Muziek op het Provinciaal Domein Dommelhof. Bij de eerste halte stond Bassss, met vier contrabassisten, rond een vierkante partituur die opgedeeld was in kleine vierkantjes in een beperkt aantal kleuren. Peter Jacquemyn, Pieter Lenaerts, Yannick Peeters en Kristof Roseeuw speelden bij deze visuele partituur van Thomas Smetryns elk vanuit het eigen gezichtspunt een beperkt aantal klanken en bewegingen, eentje voor elke kleur, terwijl ze de vierkantjes 'lazen'. Het leverde een muzikale voordracht op waarin herhaling voor herkenbaarheid zorgde en de aparte stemmen een mooie samenhang kregen.

Langs een lang, rood koord ging de wandeling naar een uitvoering door leerlingen van de kunstacademie Noord-Limburg onder leiding van Koen Evens bij twee sculpturen van de kunstenaars Dimph Van Aarken en Harm Meindersma. Hier tekenden Dennis Boonen met elektrische gitaar en Louis Paumen met percussie voor wederkerende motieven, terwijl Tieke Van Winkel met elektronica geluiden opving en die sterk vervormd doorheen de opstelling stuurde. Hier bewonderden we vooral de durf van de jonge muzikanten, want wat eerst intrigeerde werd toch wat langdradig.

Verderop wachtte Bassss in de kiosk voor een interpretatie van 'reAd' van Maja Jantar en dát vormde het hoogtepunt van de wandeling. De vier bassisten zetten een spel in dat een vervaarlijk glijdende beweging leek te maken en geleidelijk overging in een passage waarbij het kwartet zich leek op te delen. Peter Jacquemyn scheen een solo te spelen, terwijl de drie anderen een ander deel van de partituur samen vertolkten, wat uitmondde in een diep samenspel met zijn vieren met een reeks bewegingen die herinnerden aan Fundament, waarmee zij pas nog op tournee waren.

In het gebouw, bij een eigen sculptuur, had aan het eind van het parcours Paul Van Gysegem niet gewacht tot iedereen binnen was om zijn solo op contrabas aan te vatten. Het maakte dat je zijn beeldhouwwerk en zijn muzikaliteit letterlijk tegemoet ging. Hij bouwde zijn solo met een opmerkelijke spontaniteit op. Die leek te bestaan uit reeksen van bouwstenen, waarvan binnen de reeks de logica telkens sprekend was, maar het raadselachtig overkwam hoe de ene reeks verband hield met de andere. Toch zat er ergens een regelmaat in de overgangen en maakte hij er een opeenvolging van, die hij met een mooie timing afsloot.

In de avond stonden Moker en Samuel Blaser Trio geprogrammeerd, wat deels een weerzien betekende voor JazzCase. Moker had er in een eerdere bezetting opgetreden in 2008 en Samuel Blaser was in 2013 te bewonderen geweest met zijn Consort In Motion.

Moker, het kwintet van gitarist Mathias Van de Wiele, kwam in onvolledige gedaante het podium op en zette de avond in met een improvisatie zonder Mathias en zonder drummer Giovanni Barcella, die nog even wegwandelde. Het leek er even op dat Bart Maris op bugel, Jordi Grognard op klarinet en Lieven Van Pee op contrabas de toer opgingen van hedendaags klassieke kamermuziek, maar dat veranderde toen de gitaar en even later de drums present gaven. De impro kreeg een bluesy draai, waar Barcella een versnelling in stak en samen duwden ze de inleidende act in golven voort.

Na deze geïmproviseerde start switchte Van Pee naar elektrische bas, Maris naar trompet en Grognard naar tenorsax. Het had er veel van weg dat Moker met een enthousiasmerende drive een feestje wilde bouwen. Wat volgde, was in feite een ruime greep uit de meest recente worp van de groep, de cd 'Ladder'. Helemaal Moker in zijn eclectische aanpak van invloeden verwerken uit verschillende genres en tegelijk zichzelf nog eens heruitvinden, met, zoals Van de Wiele zei, alle knoppen los. De voorstelling van de nieuwe nummers begon geestdriftig met 'Joy Collision' (verwijzend naar Joy Division) en 'Zwengel' er meteen achter aan, gevolgd door 'Mind The Gap' en 'Streamin’'. Zo vormden zij een rijke aaneenschakeling van nummers, die heel krachtig begon en waarin gaandeweg compositie en improvisatie afwisselden. Zo kregen we in plaats van een solo van één blazer ergens een improvisatie met twee - op sax en trompet.

We zagen Moker op zijn best: samen spannende muziekstukken maken, nog eens versterkt door de optimale klank in de zaal. Regelmatig met blues geïnjecteeerd, met uitschieters op een hoog tempo, met veel plezier ritmisch ondersteund op bas en drums, maar ook in verrassende schakeringen en verschijningen. Grognard zorgde op klarinet voor een betoverende diepgang in een tragere passage na een springerig stuk blues dat Van de Wiele speelde op een klassieke gitaar. De gitarist haalde wat later bij 'Dikken Beuk' zelfs een althoorn boven voor een stukje brasspoëzie. Misschien is Moker nu wel op zijn kunstzinnigst - rijper en tegelijk vrijer dan ooit. Alles schoof geweldig in elkaar, ook weer na de rustigere stukken, toen het er weer stevig aan toe ging en Barcella een danserig ritme toevoegde. Hun set beëindigden zij met een ode aan de trash, waarin zij een wilde compilatie maakten van ideeën die perfect aan elkaar kleefden, gaande van uitspattingen over stilte tot punk en weer terug.

Het Samuel Blaser Trio, met naast de trombonist Peter Bruun op drums en Marc Ducret op gitaar, is een ander paar mouwen dan Consort in Motion, waarmee Blaser enkele seizoenen geleden in Dommelhof optrad. Dat ensemble versmelt jazz met barok (Monteverdi) en middeleeuwse invloeden (Machaut), dit trio sluit eerder aan op zijn Quartet met Ducret ten tijde van 'Boundless' (2011) en 'As The Sea' (2012). Ik kon mij niet van de indruk ontdoen dat Blaser ook hier weer ideeën uit oude muziek liet meespelen en met zijn twee kompanen een eigen pad bewandelde tussen klassiek en jazz, met zowel compositie als improvisatie in lange muziekstukken.

Het trio is al enkele jaren een working unit en in Neerpelt naderde het trio het einde van een tournee die hen langs Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Griekenland en tenslotte België voerde. Het was duidelijk dat ze helemaal op elkaar ingespeeld waren, want de ideeën stroomden als vanzelf - of het was de perfecte uitvoering van een lange, uitgewerkte suite. De intro deed al meteen het begin van een suite vermoeden en het ging ook verder als een intens muzikaal verhaal. Bruun kwam vrij snel even alleen aan slag en een beetje verder kwam de figuur van Ducret op de voorgrond. Hij haalde uit met glibberige gitaarklanken, waardoor hij een vet soort van science fiction-funk in het geheel bracht. Als we het eerste lange nummer in beeld zouden moeten brengen, zou het zich deels in de binnenkant van een teletijdblender afspelen. De trombone stond garant voor vloeiende bewegingen, waartegenover Ducret en Bruun op een heel soepele manier allerhande hoekigere lijnen plaatsten. In deze formatie zonder piano of bas zorgden zij beiden voor een eigenzinnige ritmische begeleiding, die het louter ritmische regelmatig oversteeg.

Ook in het tweede stuk – het tweede deel van een doorwrochte suite schijnbaar - vertelden zij als een vergroeide drie-eenheid een (deel van een) verhaal. Dit was dan weer van heel rustige aard, als een vertelling voor het slapengaan die niet zonder spanning was, maar in een soort ballade overging, die heel geleidelijk naar een eindpunt werd gebracht. Het derde stuk begon met een intro op gitaar, waarbij we Ducret met slim pedaalwerk gerekte delen hoorden afbreken. Daarna gingen ze samen traag aan het balladeren, wat ze snel afrondden. Alzo verraste het trio de aanwezigen met een fijn kleinood, voordat ademnood kon optreden.


Klik hier voor foto's van het festival 10 Jaar JazzCase door Cees van de Ven.