Draai om je oren
Cd-recensies



home  
    
    
 

Zes keer raak - zes nieuwe cd's van Michael Moore

Het is al weer ruim vier jaar geleden dat Michael Moore op zijn label Ramboy een cd uitbracht. De laatste was 'Fragile', een kwartet met slagwerker Michael Vatcher, pianist Harm Fraanje en bassist Clemens van der Feen. Dat betekent niet dat hij stil heeft gezeten. Hij maakte de afgelopen jaren onder andere opnamen met de Celano-Baggiani Group en uiteraard ICP. Eind vorig jaar bracht hij in een klap zes cd's op zijn eigen label uit: twee met het kwartet dat op 'Fragile' te horen is, een met zijn kwintet met Eric Vloeimans, een met drummer Han Bennink en accordeonist Will Holshauser, en twee van Available Jelly. De titel 'Fragile' kun je als programmatisch opvatten. Die aanpak is verlaten. Zakelijke titels: Michael Moore Quartet - 'Amsterdam', Michael Moore Quintet - 'Rotterdam', Available Jelly - 'Baarle-Nassau' en Holshauser, Bennink & Moore - 'Live In NYC'.

door Kees Stevens, februari 2012

DROM, New York
Wie Holshauser, Bennink & Moore in mei 2009 in het Bimhuis gehoord heeft, zal zich verbazen over 'Live In NYC' (Ramboy 28) van zes maanden later. Raakte in mei Holshauser enigszins beklemd tussen Moore en Bennink, nu hebben wij te maken met drie aan elkaar gewaagde, goed op elkaar ingespeelde stemmen. 'Snowdrift' is een korte, vrij geïmproviseerde ballade. Daarnaast bevat de cd een drietal langere vrije improvisaties, die steeds weer als opmaat dienen voor een compositie. Zo gaat 'Truthiness', een improvisatie in uptempo, over in 'Families Be So Mean' van Moore, een slepende blues op basklarinet, 'Kerfuffle' in 'In I Never Knew' van Kahn & Fiorito. Elegante lijnen van Moore op alt over fraaie akkoorden van Holshauser en stimulerende brushes van Bennink, waarop de accordeon overneemt met lichte, luchtige swingende lijnen, en Moore in een begeleidingsrol. Krachtig spel in het afsluitende 'Rivulet', dat overgaat in 'Balfa Waltz', een cajun, geschreven door de Balfa-broers. Daaruit blijkt dat Moore een goede neus heeft voor aanstekelijke stukken, die niet direct voor de hand liggen. Dat wordt nog eens bevestigd door 'Hararavo Bilo', een traditional van Madagascar met zijn dansende melodielijn. Het wonderschone 'Bilbao Song' van Kurt Weill krijgt een sfeervolle vertolking; Moore op klarinet leidt het slot in, waarbij de accordeon nog even de melodie laat hangen.

Bimhuis, Amsterdam
Heeft Moore bij bovenstaande cd gekozen voor een variëteit aan componisten, op de twee kwartet-cd's zijn op 'It Might As Well Be Spring' van Rodger & Hammerstein na alle composities van zijn hand. Niet dat dat eenvormigheid betekent. Het album 'Easter Sunday' van april 2011 (Ramboy 30) heeft uitbundige uptempo swingers ('Tilgit'), stukken waarin de intensiteit langzaam wordt opgevoerd ('Cool, Simmering') en ballades ('Rua Amarga') met een sprankelende pianosolo van Harmen Fraanje in een uitgekiende timing, die je inmiddels wel zijn handelsmerk kunt noemen. Zijn solo's ademen en hebben ruimtelijkheid. Het slagwerk van Michael Vatcher is in ieder stuk een plezier om te horen, of hij nu in een vast tempo speelt, of het tempo langzaam omhoog brengt zonder ook maar een moment te jagen. 'Evguth' is daar een mooi voorbeeld van. Gaandeweg het stuk gaan tempo en temperatuur omhoog.

Muziekgebouw, Amsterdam
Het ruim een jaar eerder opgenomen 'Amsterdam' (Ramboy 27) heeft eenzelfde aanpak. Het hele fragiele van de debuut-cd is eraf. Neem 'Round & Round'. De altsax zet een springerig thema in, een liefelijk geluid zonder weekheid. Moore blaast in 'Fence' een solo op alt met krachtige, zelfbewuste, korte frases, gevoed door de ritmesectie. In 'Rub It In' heeft de klarinet een vol geluid. Aan het slot schurkt hij tegen het ritme aan. In 'Not Yet' verandert de sfeer, als Moore zijn klarinet inwisselt voor de basklarinet. De ballade gaat over in een stompende, bluesy passage. Bassist Clemens van der Feen heeft bij tijd en wijle een te stug geluid, maar 'Door' opent hij fraai intonerend. Let op de bekkens van Vatcher. Geweldig hoe hij de hele zaak optilt, een kwaliteit die hij in alle stukken demonstreert. In 'Door' worden de heen-en-weer schietende noten van de altsax door Fraanje opgepikt. Zijn solo heeft een uitgekiende frasering, waarin hij speelt met het tempo. 'Patterns In Nature' is een feature voor Fraanje. Ingetogen en sprankelend spel, het gaat hand in hand. Ik merkte al op dat de solo's van Fraanje ademen en ruimtelijkheid hebben. In wezen geldt dat voor de muziek van het kwartet als geheel.

LantarenVenster, Rotterdam
Een opvallend kenmerk van het Michael Moore Quintet (Ramboy 26) is het samensmelten van de alt/klarinet en de trompet van Vloeimans. De blazers lijken in de thema-exposés met een stem te spreken, bijvoorbeeld in 'What With To Do'. Dat stuk is een ingehouden ballade. 'Switch' heeft ook zo'n thema-exposé, maar de sfeer van het stuk is kamermuziekachtig. Alhoewel de ritmesectie met Owen Hart Jr. en Paul Berner strakker speelt dan die van het kwartet, weet het ook raad met het opvoeren van het tempo, zoals in 'ABC’s', of een vrijere aanpak, zoals in 'Don’t Come', waarin altsax en trompet om elkaar heen buitelen. Pianist Marc van Roon weet in zijn begeleiding de zaak glashelder te houden. Dat het kwintet met stevige tempo's de zaak weet op te stoken, blijkt uit 'Occult'. Uiteraard kent de cd ook een aantal dansante stukken: 'Tittlich' en 'Whistleblower'. Dat laatste stuk is een onvervalste kraker. Door zijn lengte van twaalfeneenhalve minuut kunnen trompet, piano en altsax zich onbekommerd uitstrekken.

Plusetage, Baarle-Nassau
De twee cd's van Available Jelly (Ramboy 28) zijn een welkome aanvulling op de discografie. Hun voorlaatste, 'Bilbao Song', dateert van 2005. Optredens zijn ook sporadisch. De laatste waren vorig jaar in februari in Chicago. De bezetting op deze twee cd's behoort inmiddels tot het verleden. Het concert in Baarle-Nassau betekende het laatste met rietblazer Tobias Delius, die alweer jaren in Berlijn woont. Delius krijgt de eerste solo, opzwepend, tegen een fanfare-achtige riff. Daaruit ontwikkelt zich een melodietje dat trombonist Wolter Wierbos ombuigt naar een dampende solo. Zo'n stuk contrasteert heftig met de sierlijke lieflijkheid van 'Khek Burates/Bulan', een traditional uit Myanmar, het voormalige Birma. In die eerste set werd 'Isfahan', een stuk van Ellingtons huiscomponist Billy Strayhorn, gespeeld, dat afkomstig is uit 'The Far East Suite'. De stemmingsvolle alt van Moore bepaalt de sfeer van het stuk. In de tweede set nog drie stukken van Ellington, onder andere 'Village Of The Virgins' met Wierbos in de hoofdrol, geflankeerd door twee klarinetten.

Opvallend is dat in de meeste stukken van Moore de nadruk niet op solisten ligt, wel op het maximum halen uit verschillende combinaties, bijvoorbeeld in 'The Gamekeeper' uit de eerste set, of 'Rat-like Box' in de tweede. Het is een manier van collectief improviseren, waarbij je toch de individuele instrumenten blijft horen. Het enige stuk dat trompettist Eric Boeren bijdraagt, 'Father Magpie’s Sermon', is een combinatie van ontspoorde fanfares en dolgedraaide swing, waarbij bassist Ernst Glerum en Vatcher geen enkele moeite met de wisselingen tonen. Het stuk gaat over in 'Arsenius' van Moore. Op het hoesje krijgt het nummer 5, maar, nummer 5 is onmiskenbaar 'I’m Just A Lucky So And So' van Ellington, een stemmige ballade. Als toegift werd 'Kwela For Taylor' gespeeld, een uitbundige uitsmijter, exemplarisch voor de speelvreugde van Available Jelly.

Alle cd's zijn via de website van Ramboy te bestellen. Voor € 48,- exclusief verzendkosten heb je ze alle zes in huis.