Draai om je oren
Reportage



home  
    
    
 

Al die emoties
Vriendendag Nederlands Jazzarchief, zaterdag 13 mei 2017, Splendor, Amsterdam

Het hoogtepunt van de Vriendendag? Da's niet zo moeilijk. Dat kwam zaterdagmiddag om zeven voor vijf, toen kuste ik voor het eerst het meisje op wie ik krap-aan 59 jaar verliefd ben.

door Eddy Determeyer / foto's: Cees van de Ven, Nederlands Jazz Archief

Niet dat ik foto's van Greetje Kauffeld boven mijn bed had gepunaised. Nee, daar hingen de testpiloten van Rolls Royce, met handtekening, en de Hurel-Dubois HD 324. Maar er ging geen uitzending van de Skymasters voorbij of ik zat aan de radio gekleefd. Net als de vocaliste van de Skymasters had ik Doris Day als heldin. Ik denk dat ik 'A Guy Is A Guy' nog woord voor woord kan zingen. Ook fysiek leek blonde Greetje op haar voorbeeld. Net als zij luisterde ik naar de programma's van Pete Felleman, waar we Doris en Nat en Frank ontdekten. Net als Doris dook ook zij een tijdje onder. Doris, al dan niet met Rock Hudson, in de film. Greetje in Duitsland, bij Erwin Lehn, Hazy Osterwalt en Kurt Edelhagen. In Splendor vertelde ze erover tegen Coen de Jonge. Hoofdredacteur van het Jazz Bulletin van het Nederlands Jazzarchief, dat zijn donateurs, relaties en vrienden van tijd tot tijd uitnodigt voor jazzkout en hotjazz. De live hotjazz – meer specifiek, souljazz – kwam zaterdag voor rekening van het Gidon & Gideon Sextet van trompettist Gidon Nunes Vaz en tenorist Gideon Tazelaar. Van deze begaafde jonge jazzhelden bleek de trompettist de primus inter pares, om Pete Felleman maar weer eens te citeren. Warm en flexibel en krachtig.

Een negentigtal medeminnaars hing dus aan der diva lippen. Bekende en minder bekende verhalen en herinneringen kregen ze in het kleine complex aan de Nieuwe Uilenburgerstraat te horen. Over haar begin op de MULO in Middelburg, met de Raindrops, waarmee ze op haar dertiende op Minjon te horen was, de jongerenzender van de AVRO. Over haar moeder, naaister ("Hé, dat heb ik nog nooit verteld"), die haar jurken, met al die meters tule, naaide. Hoe het was om als zeventienjarige bij The Skymasters te debuteren, wilde De Jonge weten. "Alsof ik thuiskwam." En dat Bep Rowold, altsaxofonist en leider van de band, tijdens tournees als een vader voor haar was. Dat eerste optreden was op 2 februari 1957 tijdens een carnavalsfeest in Keulen, waar ook Kurt Edelhagen speelde. "Op de terugweg zijn we in de sloot gereden." Samen met Greetje kijken we naar een oude opname met gitarist Jan Blok, waar ze 'I Couldn’t Sleep A Wink Last Night' zingt. Jan, net als wij en al die anderen, valt als een blok. En hoe ze in Duitsland, waar ze in de jaren zestig schlagers zong, in bepaalde steden altijd groepen Sinti's trok. "Kan niet schelen hoeveel het kost, maar kun je nog verder zingen?" kreeg ze na afloop in de kleedkamer van die fans te horen. Waarna de onvermijdelijke champagne volgde.

Het startschot werd kort na elven gelost door David Kweksilber, met een soort klaroenstoot op de basklarinet. Kweksilber en Michael Moore vertelden Bert Vuijsje over hun respectieve achtergronden en waarom ze voor de klarinet hadden gekozen, een sinds de bebop immers minder gangbaar instrument in de jazz. Bij David, zoon van een zangeres en een pianist, was er altijd muziek in huis. Door de vloer sijpelde het romantisch repertoire van zijn stiefvader, elders in huis oefende mama Marjanne haar toonladders. "Dan kwam je terug uit New York, lag je met een jetlag in je bedje aan een Amsterdamse gracht, geen airco, geen taxi's en je ruikt het grachtwater. En dan kwam je je bed uit voor een American-style midnight snack en een film van Fred Astaire en Ginger Rogers."

Waarom Michael Moore ook klarinet speelt, naast de altsax? "Vanwege de klank. En je hoeft niet te vechten met een klarinet." Dat laatste duidt er overigens op dat Michael in de wieg is gelegd voor de klarinet: de meeste rietblazers hebben juist minder moeite met een saxofoon. Dat het met de populariteit van de klarinet afgelopen zou zijn is trouwens maar relatief. "In Turkije kun je een superster zijn op klarinet," weet Michael. Ter afsluiting van hun discours speelden de klarinettisten nog een geïmproviseerd duet, waarbij ze elkaar om beurten begeleidden, eerder subtiel dan extravert, elkaars lijnen kruisend en delend.

Frank Jochemsen verhaalde van zijn speurtocht naar het Hobby Orkest, een gezelschap radiocracks dat in de jaren zestig bijeen kwam om origineel werk van Frans Elsen, Herman Schoonderwalt en anderen uit te voeren. Een aantal spoelen met geluidsopnamen hadden een verblijf van tientallen jaren in de vochtige schuur van producer Frans Mijts overleefd. Al dan niet als 'Tonbandsalat', maar nog verrassend van kwaliteit.

De samenwerking tussen het Jazzarchief en filmer Jan Kelder dateert al van 1993. Toen draaide die laatste de tv-serie 'De Geschiedenis van de Nederlandse Jazz'. Vorig jaar startte het vervolg, 'Jazzhelden', een reeks videoportretten van significante jazzmensen, aangevuld met historisch beeld- en geluidsmateriaal, waarvan er inmiddels honderd op de site van het Archief staan.

"Van ramp naar ramp," zo karakteriseerde de regisseur het productieproces van de nieuwe serie. Met name muzikanten die zichzelf kennelijk belangrijk vonden, of die zich te bewust waren van de camera, leverden de meeste problemen en het minste bruikbaar materiaal op. Maar er zit ook het portret van pianist Robbie Agerbeek bij, die ooit een aanbod van drummer Art Blakey om Jazz Messenger te worden afsloeg. Gewoon, omdat hij een gezin had en zijn kantoorbaantje hem zekerheid bood. En we zijn getuige van hoe de door het jazzwereldje verguisde saxofoniste Candy Dulfer volschiet bij de herinnering aan een briefkaartje van Han Bennink, die haar laat weten dat hij haar op de radio gehoord had en wat hem zoal bevallen was.

Al die emoties, op één middag.