Draai om je oren
Artikel



home  
    
    
 

De Geyn is eraf

Bassist Hein van de Geyn werkte met zowat alle internationale sterren van de jazz. Hij had nooit te klagen over gebrek aan optredens, zijn label Challenge werd een commercieel succes en zijn handboek voor bassisten ontpopte zich tot een bestseller. Toch houdt workaholic Van de Geyn er op zijn drieënvijftigste mee op. Hij hangt zijn bas aan de wilgen en begint een guest house in Zuid-Afrika.

door Rudie Kagie, mei 2010
foto's: Cees van de Ven

Dirk Godts werkte de afgelopen zestien jaar als manager van Toots Thielemans. Prachtkerel, maar misschien had hij het wat kalmer aan moeten doen. Tijdens het Cape Town Jazz Festival in Zuid-Afrika zakte Godts vorige maand halverwege een concert van de vermaarde mondorgelveteraan in elkaar. Kort daarna was hij dood, op zijn vierenvijftigste geveld door een hartstilstand. Iedereen in paniek natuurlijk, uitgezonderd Thielemans, die erin slaagde om het hoofd wonderlijk koel te houden. Op zijn achtentachtigste verbaast deze artiest zich nergens meer over; in geen geval over de vergankelijkheid die bij het aardse bestaan is inbegrepen, hooguit over de grillige selectie van degenen wier tijd gekomen is. Op het fatale moment stond Hein van de Geyn op het podium geïnspireerd aan de snaren te plukken. De lange reis naar Zuid-Afrika voor één concert in Kaapstad had hij weten te combineren met een weekje vakantie, maar zijn verblijf nam een compleet andere wending nu opeens van alles geregeld moest worden met autoriteiten, overlijdensverzekering en luchtvaartmaatschappij. Logisch dat wat dat betreft in zijn richting werd gekeken. Hij weet precies hoe de ambtelijke molens in dat land malen, aangezien hij sinds acht jaar over een tweede huis in Zuid Afrika beschikt. Sterker nog: komend najaar zal hij definitief met vrouw en kind naar de voormalige Kaapkolonie verkassen, met de bedoeling daar aan een zo goed als splinternieuw, tweede leven te beginnen.

De vaderlandse jazzscene reageerde met een mengeling van verbazing en verbijstering op het bericht. Hein van de Geyn, de enige Nederlandse musicus die driekwart van Amerikaanse jazztop mocht seconderen, houdt ermee op. Zomaar, terwijl hij de reputatie van onvermoeibaar werkpaard genoot. Zijn als 'warm' omschreven getokkel is op meer dan honderd albums te beluisteren, waaronder een dozijn klappers met de internationale droomband Baseline of vanwege invoelende intimiteit en melodische kracht geprezen duetten met altsaxofonist Lee Konitz en zangeres Paulien van Schaik. Van de Geyn, eigenaar van Challenge Records, het enige onafhankelijke Nederlandse jazzlabel dat er internationaal toe doet, gooit de handdoek in de ring. Tijdens menig door hem geproduceerde opname bediende hij persoonlijk het mengpaneel. Een verslaggever die medio jaren negentig de destijds in Amsterdam gevestigde studio inspecteerde, trof de bassist met een rood hoofd aan in een op een cockpit gelijkende controlekamer vol knopjes en lichtjes. Kortom, Hein van de Geyn, auteur van het 952 pagina's omvattende compendium 'Comprehensive Bass Method', geeft de pijp aan Maarten. Anders gezegd: Van de Geyn, die zich ooit liet ontvallen dat hij tussen 1988 en 1996 als arrangeur en vaste begeleider van zangeres Dee Dee Bridgewater een ton per jaar verdiende, hangt zijn bas aan de wilgen. De sideman die met Chet Baker op wereldtournee ging en erbij was toen de droeve trompetheld zijn finale noten blies, gooit de handdoek in de ring. Ook aan het Rotterdams conservatorium, waar Van de Geyn nu nog als docent en artistiek manager op de loonlijst staat, zien ze hem met ingang van het komend collegejaar niet meer.

Op zijn eenentwintigste als grootse belofte onderscheiden met de solistenprijs van het Laren Jazzfestival, nadien bekroond met een Bird Award vanwege het North Sea Jazz Festival en de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs ten bedrage van honderdduizend gulden, maar de Boy Edgar Prijs werd hem hardnekkig onthouden, want een muzikale vernieuwer was hij niet. Eind jaren zeventig waande hij zich dermate ontheemd in de Tilburgse scene, waar in zijn optiek uitsluitend lelijke mannen met lelijke baarden zich uitleefden in lelijke piepknor, dat hij in 1980 de wijk nam naar de Verenigde Staten. De sprong naar gene zijde van de oceaan pakte triomfaal uit; in Seattle en San Francisco legde hij de basis voor een gouden carrière die hem zou zijn ontgaan als hij thuis was gebleven. Zijn achternaam wordt in het angelsaksisch taalgebied als één woord uitgesproken, met de klemtoon op de eerste lettergreep.

Exact dertig jaar nadat de nu drieënvijftigjarige musicus in de ban raakte van de contrabas, besloot hij zich te ontdoen van het tweehonderd jaar oude exemplaar dat hem decennialang op tournees door binnen- en buitenland vergezelde. Al die jaren leefde hij totaal voor de muziek, een blinde toewijdiging waar achteraf beschouwd huwelijksgeluk en liefdesrelaties voor moesten wijken. Aan het strand nabij het Zuid-Afrikaanse Scarborough, zwevend op de roze wolk waarop Cyrille, de huidige vrouw van zijn leven, en de geboorte van hun inmiddels acht maanden oude dochter Lulu hem deden belanden, begon hij hardop te peinzen over de vraag wat dat beroepsmatige gezwoeg hem per saldo had opgeleverd. Waar deed hij het voor? Die roem was zo verdomd betrekkelijk. Hij kon zich best een leven zonder applaus voorstellen. Misschien dat hij de verrukkelijke momenten van creativiteit zou gaan missen, maar hoeveel van dergelijke hoogtepunten doen zich op jaarbasis voor? Drie, hooguit vier, echt niet meer.

Rond zijn dertigste ontleende hij nog een kick aan het vliegretourtje Barcelona en de overnachting in het Hilton die deel uitmaakten van de gig met de Catalaanse wonderpianist Tete Montoliu en de illustere slagwerker Idris Muhammad, maar geleidelijk was hij dit soort uitstapjes vooral vervelend gaan vinden. Dat het op zondagmiddag onbezoldigd plaatjes draaien en wat solo spelen in de Dordtse Jazzsociëteit hem meer voldoening verschafte dan het 's anderendaags in Milaan begeleiden van een middelmatig in vorm verkerende Kenny Wheeler, stemde eveneens tot nadenken. Jawel, the thrill is gone. Op een verloren middag naar Discovery Channel kijken onderging hij als een ontsnapping aan de tredmolen die zijn leven geworden was, maar dat hij blijkbaar zo'n intermezzo nodig had om de energie te vergaren, interpreteerde hij als een ernstig signaal. Het valt niet meer na te gaan wanneer dat proces begon, maar opeens was hij zich er zeer van bewust dat de jaren gingen tellen. Noem het voortschrijdend inzicht, innerlijke groei desnoods. Als hij niet op zijn achtenvijftigste zoals rolmodel Niels-Henning Ørsted Pedersen wilde omvallen, dan werd het tijd om over te schakelen op een lifestyle van de allerhoogste kwaliteit.

Verliefde vakantiegangers mogen graag hand in hand over onbereikbare visioenen fantaseren, maar toen Hein van de Geyn en zijn Cyrille in januari aan Kaap de Goede Hoop het vacante koopperceel ontdekten dat aan hun wilde plannen voor de toekomst voldeed, was er nauwelijks sprake van een dilemma. De mogelijkheid om eindelijk het scenario van zijn eigen leven te mogen schrijven, onderging Van de Geyn als een bevrijding. Hij wordt de reiziger die hij altijd had willen worden, niet behept met ballast uit het verleden, maar just an overweight guy of fifty three, die er niet per se aan herinnerd hoeft te worden dat hij de bassist was die met Chet Baker op de planken stond. Laat hem nu maar. Hij beschouwt het als een uitdaging om voor onbepaalde tijd anoniem door het leven te gaan. Oude zekerheden doorsnijden en van voren af aan bij nul beginnen, dat lijkt hem geweldig. Niks midlife crisis, de tragische val van de vijftiger die zich van zijn gemiste kansen bewust wordt. De zelfbedachte term 'midlife opportunities' lijkt hem adequater.

Nee, de contrabas verhuist niet mee naar Zuid-Afrika. Wél is de hoop gevestigd op een vleugel straks in het nieuwe huis, aangezien hij bij wijze van hobby nog altijd graag achter het klavier mag kruipen. Hij gaat ervan uit dat er wellicht tijd is om te componeren, waar het de afgelopen jaren nauwelijks van kwam. Maar primair verheugt het echtpaar zich op het ontvangen van gasten in het guest house dat het in Scarborough gaat bouwen. Om de nieuwe behuizing voor dat doel geschikt te maken, moet er flink wat getimmerd worden. Dat ambachtelijke gepionier waarmee een immigrantengezin zijn plaats in de samenleving moet veroveren, associeert hij met romantiek.

Zo radicaal een punt zetten achter een succesvolle, allerminst uitgerangeerde loopbaan is een ongebruikelijke move voor een jazzbassist, erkent Van de Geyn. Hij betwijfelt of de afscheidstournee waar mensen om vragen, er inderdaad komt. Hij moet er niet aan denken als hij op zo'n avond de laatste akkoorden uit zijn bas haalt, er in de zaal een onderdrukt gesnik klinkt, alsof er sprake is van een sterfgeval. Hij gaat alleen maar weg, met de bedoeling elders lang en gelukkig te leven.

Dit artikel verscheen eerder in Vrij Nederland.