Draai om je oren
Artikel



home  
    
    
 

Twee tenoren

In het leven spelen competitie, concurrentie en samenwerking een grote rol. In de muziek en in de jazz is dat niet anders, en dat is maar goed ook. Het levert bijzondere muziek op omdat muzikanten met de hete adem van een collega in de nek een extra tandje bij zullen zetten. Zeker als die collega hetzelfde instrument bespeelt. Er staan niet overal twee piano's, drumstellen, orgels of vibrafoons, maar blazers en gitaristen hebben hun instrument altijd bij zich, en kunnen zich overal met elkaar meten. Het koningsnummer is de strijd tussen twee tenorsaxofonisten, de tenor battle.

door Ton van Leeuwen, februari 2011

Van alle instrumenten benadert de tenorsaxofoon het meest de menselijke stem. De verschillen in klank zijn uiteenlopend van scherp tot rond, agressief tot zwoel. De expressiemogelijkheden zijn op dit instrument onbegrensd. De grootste verdienste van een jazzmuzikant is een uniek geluid. Dat verklaart het succes van de saxofoon.

De man die de saxofoon zijn ereplaats in de jazz heeft gegeven is Coleman Hawkins (1904-1969). Zijn geluid was eenmalig in de geschiedenis: groot en robuust. Met een onbegrensde techniek en inzicht in de harmonische structuur van een compositie was hij in staat om een stuk uit te persen als een citroen, tot de laatste druppel er uit was en de laatste noot gespeeld. In 1933 stelde de eerste concurrent zich voor, Lester Young (1909-1959).

Lester Young was een excentrieke man, met een volstrekt andere aanpak. Zijn geluid was kleiner, wendbaar en hij was in de eerste plaats een verhalenverteller. Hij werd bekend in het orkest van Count Basie en door zijn samenwerking met Billie Holiday. In december 1933 kwam de band van Fletcher Henderson naar Kansas City. In die band was Coleman Hawkins de stersolist. De jamsessie die toen plaatsvond, was voor Coleman Hawkins een deceptie. De saxofonisten uit die stad, bijvoorbeeld Ben Webster, waren niet te onderschatten. De uitdager Lester Young was de winnaar van het duel. Het moet een ware uitputtingsslag zijn geweest. Na afloop moest Hawkins nog naar St. Louis voor zijn volgend optreden, en naar verluidt heeft hij bij die rit zijn gloednieuwe Cadillac in de prak gereden. De jazz kent schitterende verhalen, en dit is er een van.

Coleman Hawkins en Lester Young verdeelden de saxofonisten in twee kampen, respectievelijk 'hot' en 'cool'. Coleman Hawkins ging uit van het onderliggend akkoordenschema (verticaal) en Lester Young van de melodie (horizontaal). De latere Westcoast-muziek was cool, en de muziek uit de Eastcoast, New York City, was hot. Er valt uiteraard meer over te zeggen, en ik generaliseer schandelijk, maar in hoofdlijnen komt het hier wel op neer.

In de jazz bestaat een aantal groepen met twee tenorsaxofonisten in de frontlinie.Interessant omdat de onderlinge verschillen groot kunnen zijn, wat betreft stijl maar ook reputatie. Dexter Gordon en Wardell Gray: 'The Chase' (1952). John Coltrane en Sonny Rollins: 'Tenor Madness', de enige ontmoeting van de belangrijkste saxofonisten uit de vijftiger jaren (1956). Sonny Rollins en Coleman Hawkins: 'Sonny Meets Hawk': Hawkins, toen al de nestor van de saxofoon met Sonny Rollins, experimenterend, op zoek naar het uiterste. 'Just Friends' en 'Yesterdays': Ben Webster encounters Coleman Hawkins. Schitterend samenspel. Al Cohn-Zoot Sims, twee saxofonisten uit de Lester Young school. Johnny Griffin-Eddie 'Lockjaw' Davis, saxofonisten uit de Hawkins-traditie die een groot aantal albums hebben gemaakt, stuk voor stuk de moeite van het beluisteren waard. Gene Ammons-Sonny Stitt: Gene Ammons is een zwaargewicht, Sonny Stitt klinkt als Charlie Parker op tenorsax. En Frank Foster-Frank Wess, beiden uit het orkest van Count Basie.

Gerry Teekens, de man achter het Criss Cross-label, destijds ook leraar Duits op het Ichtus College in Enschede, had aldaar een concert georganiseerd met de tenoren Dexter Gordon en Johnny Griffin. Op een onbewaakt ogenblik had Gordon zich ontfermd over de drankvoorraad, die in een klaslokaal klaarstond voor de nazit. Hij was te beneveld om goed te kunnen spelen. Alle eer voor Griffin die avond. De jazz kent vele schitterende verhalen...

Dit artikel verscheen tevens op de blog van Ton van Leeuwen, geplaatst op de website van de Bibliotheek Utrecht.