Draai om je oren
Artikel / Jazztube



home  
    
    
 

Travelling the spaceways

De bezetting van het Sun Ra Arkestra wisselde met de jaren. Niet elke willekeurige muzikant voldeed aan de criteria van de baas. Niet elke sideman werd aangetrokken door het Spartaanse dieet van middernachtelijke repetities en moon stew, waarop hij werd verondersteld te functioneren. Moon stew was het tovermengsel van groene pepers, uien, knoflook, aardappelen, okra, tomaten en granen dat de Heer van Sun Palace gewoon was voor zijn commune te koken wanneer de inkomsten weer eens aan de krappe kant waren.

tekst: Eddy Determeyer, november 2020

Toch waren er genoeg muzikanten die door dik en dun trouw bleven aan de voorman van het Afrofuturisme. Drie van hen komen we tegen op de onderhavige clip, van de Berliner Jazztage op 29 oktober 1983 in de Philharmonie. Tenorist John Gilmore was sinds het begin, 1953, een van de kernreactoren van het Arkestra. Altist Marshall Allen leidt na de dood van de oprichter (1993) het ensemble tot op de dag van vandaag. Hij moet uitkijken, of niet Sun Ra, maar hijzelf wordt onsterfelijk. Drummer Clifford Jarvis speelde vanaf begin-jaren zestig off and on bij het intergalactische gezelschap.

De onderhavige opname is interessant omdat het bij mijn weten de enige keer was dat de kern van de band bekleed was met een schitterende constellatie aan prominente gastmuzikanten. Lester Bowie op trompet, Don Cherry, vestzaktrompet en zang, Archie Shepp, tenorsax en vocals, Philly Joe Jones, drums en Famoudou Don Moye, percussie. Met recht de Sun Ra All Stars.

De All Stars openen met een ballad. Een ballad die volledig vrij wordt gespeeld - wat in dit tempo geen sinecure is. De eerste opmerkelijke solo is van Marshall Allen. De frêle sjamaan converseert met de geesten en dat gaat zonder spooky effecten of doorzichtig new age-geneuzel. Ook Philly Joe speelt een vrije brushes-solo. De drummer heeft altijd in de meest uiteenlopende situaties gefunctioneerd. Het melodietje dat Don Cherry vervolgens inzet is een New Orleans-traditional, 'Indian Red'. Een herinnering aan de tijd dat de Native Americans uit New Orleans ontsnapte slaven in hun gemeenschappen opvingen, in de moerassen en de wouden van Louisiana.

Ruimtemuzikanten in Chicago

Ondanks de vrije aanpak is de traditie nooit ver weg. Sun Ra zelf speelt hier tamelijk conventionele jaren-dertig swing en blues en het zal geen toeval zijn dat de set wordt afgesloten met 'Poinciana'. De orkestleider zal Ahmad Jamal vaak genoeg hebben zien spelen. Als het niet in de Pershing was, East 64th Street, dan in een van de dozijn andere restaurants en bars die Chicago rijk was, waar livemuziek op het menu stond.

Laten we in dit verband ook niet vergeten dat Sun Ra, lang voordat hij zijn eigen futuristische Arkestra vormde om er de Spaceways mee te doorkruisen, een grondige scholing in de meer gangbare stijlen had gehad. Een van zijn eerste pianosolo's die op de plaat terechtkwam was 'Dig This Boogie', uit 1946, met bluesshouter Wynonie Harris en het combo van jumptenorist Jimmy Jackson. Hij had gearrangeerd voor en gespeeld met de bands van pianist Fletcher Henderson en drummer Red Saunders, de huisorkesten van de Club DeLisa in Chicago. Nog eerder, als negentienjarige, had hij zelfs een arrangement vervaardigd voor en opgestuurd naar pianist en muziekuitgever Clarence Williams. Die laatste nam zijn 'Chocolate Avenue' op - zonder Herman Blount (Sun Ra's echte naam) credit te geven. En al is de ster van Williams inmiddels verbleekt, in de jaren dertig leidde hij een van de toporkesten van New York, met Ed Allen, de cornettist uit New Orleans, en Cecil Scott op klarinet.

Sun Ra maakte op de toekomst gerichte spacemuziek die doortrokken was van het verleden. Trompettist Fred Adams vertelde hoe hij van vriendjes hoorde dat ene Sun Ra met een vliegende schotel in een Chicagoaans park zou landen. Daar aangekomen zag hij een fantastische optocht van 'ruimtemuzikanten' in reflecterende gewaden en met Flash Gordon-hoedjes. Eenmaal opgenomen in de trompetsectie van de band ondervond hij dat sets gemakkelijk drie uur konden duren. Dan krijgt de muziek andere dimensies. Dat voelden de muzikanten van het Arkestra net zo goed als de toehoorders. De sideman merkte dan hoe de muziek hem terugvoerde naar de jaren dertig en hoe de geest van Rex Stewart bezit van hem nam.

Stop the rain!

De orkestleider was zeker zo belangrijk als spirituele kracht, als filosoof en dichter. Zijn moeder had hem niet voor niets Herman genoemd, naar Black Herman, de beroemdste zwarte tovenaar van het begin van de twintigste eeuw in het Zuiden.

Het verhaal gaat dat toen het Intergalactic Research Arkestra zijn debuut in Egypte maakte, in 1972, er daar een stortbui van Bijbelse proporties losbarstte. In een gebied waar het dus decennia niet had geregend. Apocriefe praatjes, zult u nu zeggen. Maar ik heb zelf meegemaakt hoe het busje van de band in de regen het Groninger Stadspark op hobbelde, waar hij zou optreden. Sun Ra stak zijn massieve kop uit het raampje, tuurde naar boven en de regen hield op. Die middag bleef het in Groningen droog, terwijl het Arkestra zijn space rays naar het verbouwereerde hippievolk uitzond. Na afloop, toen de muzikanten naar hun hotel terugreden, ging het met verdubbelde kracht plenzen. Ik heb de magister meegemaakt in de kleedkamer van VERA, de Groninger club voor de internationale pop- en undergroundmuziek. Hij zou er met een vestzakversie van het Arkestra optreden, een mannetje of tien. En de man had een zichtbaar aura! Ik was niet dronken, ik was niet stoned, het lag ook niet aan het licht daar. Een zachte groengele neonkleur, om zijn hele bovenlijf.

Over die Sun Ra is het laatste woord nog niet gezegd. Sterker: het lijkt alsof zijn muziek en filosofie voor de huidige generatie van avant-garde kunstenaars, muzikanten, schrijvers en dansers relevanter is dan ooit tijdens zijn leven het geval was. We travel the spaceways!