Draai om je oren Artikel |
home |
||
|
Dr. John plays Louis Armstrong: zoek de verschillen Mac 'Dr. John' Rebennack blijft verrassen. Van zijn elliptische banen door de muziek blijft New Orleans een middelpunt. Thans is het oeuvre van zanger en trompettist Louis Armstrong aan de beurt. 'Props for Pops' heet de show waarmee Doc naar het North Sea Jazz Festival komt. door Eddy Determeyer, juli 2014 Op het eerste gezicht hebben Louis Armstrong, ook wel bekend als Satchmo, of Pops, en Mac Rebennack, beter bekend als Dr. John, niet zo veel gemeen. De eerste was decennialang de populairste en meest invloedrijke jazzmuzikant ter wereld, de tweede, veertig jaar jonger, heeft altijd geleefd en gewerkt aan de rafelranden van de popmuziek. Gevaarlijke buurt Als zestienjarige had Louis een baantje als kolensjouwer en wanneer hij 's avonds zijn zakken in Storyville moest afleveren, de hoerenbuurt die aan de Third Ward grensde, zorgde hij er altijd voor dat hij even tijd had om naar Oliver te luisteren, die in Pete Lala's Cabaret optrad. Waar hij in Armstrongs woorden "die goeie ouwe dingetjes erdoor joeg, zoals 'Panama' of 'High Society'... Goh, wat een stootkracht had die man... En hoe hij zo'n nummer power gaf!" De jonge kornettist begon op dat moment net wat naam te krijgen in de stad en werd de protegé van de kornetkoning. Een paar jaar later, toen Oliver naar Chicago was verhuisd, waar het werk beter betaalde en het racisme minder welig tierde, liet die zijn voormalige leerling overkomen voor de plek van tweede kornettist in zijn Creole Jazz Band. Prof op stronk Behalve van Papoose kreeg Mac ook les van Roy Montrell, de gitarist van pianist en zanger Fats Domino. Toen Montrell in 1978 met Domino in Amsterdam optrad, haalde hij herinneringen op aan zijn vroegere student. "Hij is een van de weinige (blanke) knapen met een echt natuurlijk gevoel voor funk. Ik heb het arrangement voor 'Storm Warning' geschreven. (Rebennacks eerste single, die een plaatselijke hit werd, E.D.) Een half album heb ik voor hem geschreven. Staat er ook op: Produced by Roy Montrell". Een jaar en twee dagen later zou Montrell aan een overdosis overlijden – in Amsterdam. Broodje vis Zoals Louis Armstrong op zijn 21ste met zijn kornet en een broodje vis dat door zijn moeder was klaargemaakt op de trein was gestapt, richting Chicago, zo verliet Rebennack als 22-jarige zijn geboortestad om zijn geluk te gaan beproeven in Los Angeles. Dat had te maken met een verbod op plaatopnamen, uitgevaardigd door de plaatselijke muzikantenvakbond. "Alle lieden die in New Orleans zouden gaan opnemen, weken uit naar Memphis, Tennessee, of naar Dallas, Texas, of Atlanta, Georgia. Dat deed de platenbiz de das om, terwijl op dat moment ook de clubscene het loodje legde." Wat was er namelijk aan de hand? Er gingen al langer stemmen op om de jazz- en rhythm-and-bluesclubs te sluiten vanwege de criminaliteit die zich rond die tenten manifesteerde. Officier van Justitie Jim Garrison, dezelfde die de complottheorie rond de moord op president John Kennedy had ontwikkeld, sloot in 1963-64 inderdaad grote aantallen speelplekken. Rebennack: "Dat had te maken met zijn ambitie om procureur-generaal te worden. Een soort Robert Kennedy of zo." Tien jaar eerder was Garrison ontslagen bij de National Guard wegens 'een ernstige psychoneurose die zijn functioneren belemmert'. Een schietincident in een club, waarbij een vinger werd geraakt, zodat Rebennack niet langer gitaar kon spelen, deed de deur dicht. That nigger Bij Armstrongs aankomst op het station werd de ster opgewacht door een aantal brassbands en een menigte die door de politie in bedwang moest worden gehouden. Een rondrit door de stad volgde, maar in de Suburban Gardens, waar Armstrongs band een engagement had van juni tot augustus 1931, begon de trompettist zich ongemakkelijk te voelen. Om te beginnen konden zijn zwarte fans daar niet naar binnen en op de openingsavond dromden er rond tienduizend liefhebbers samen op de dijk waar de blanke danszaal lag, in de hoop via de open ramen iets op te vangen. Verder werden Louis Armstrong and his Orchestra door een blanke omroeper aangekondigd, die zijn praatje plotseling afbrak met een "I just haven't the heart to announce that nigger on the radio." Allemaal live dus. Na zijn laatste optreden zou Armstrong nog een dansavond speciaal voor zijn zwarte vrienden verzorgen, op een legerbasis. Duizenden waren er op afgekomen, in auto's, met paard en wagen, zelfs met ossenkarren. Maar Armstrong en zijn fans moesten constateren dat de basis hermetisch was afgesloten. Niemand wist waarom. Het zou andermaal een aantal jaren duren eer Satchmo naar de Crescent City terugkeerde. Esoterische koortjes Hij verdeelt thans zijn tijd tussen touren en produceren, en is te vinden in afwisselend Los Angeles en New Orleans. Een lelijke verslaving schijnt hij inmiddels onder de knie te hebben. Ook wat dat betreft is er een parallel met Louis Armstrong: die laatste zweerde zijn leven lang bij zijn dagelijkse reefer. Ik ontmoette Mac voor het eerst in zijn geboortestad, in, heel typerend, de kleedkamer van de Dirty Dozen Brass Band. De generaties van de Dirty Dozen en daarna hebben de New Orleans scene een vitale injectie gegeven. Door klassieke brassbandjazz te mengen met bebop-verworvenheden en eigentijdse straatritmen is er een compleet nieuwe cultuur ontstaan. Rebennack: "Al die knapen kregen hun scholing van oudere muzikanten, die wezen hen de weg. Of je nu kijkt naar de Rebirth, de Tremé, al die nieuwere bands, de All-Stars: al die jongelui groeiden op in muzikale families." Old skool |
|