Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

De poëet onder de Nederlandse jazzpianisten

Jeroen van Vliet heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een veelzijdig jazzpianist, een alleskunner haast. Als solist of sideman, akoestisch of elektronisch, of het nu gaat om experimenteel geïmproviseerde soundscapes of stevige dansbare grooves. Het succes van zijn projecten is veelal te danken aan zijn eigen inspirerende kracht, uitzonderlijk improvisatietalent en groot lyrisch vermogen.

door Donata van de Ven, september 2012
foto's: Cees van de Ven & privécollectie Jeroen van Vliet

Uit wat voor gezin kom je?
Ons gezin bestond uit mijn ouders en vijf jongens, twee ouder, twee jonger dan ik. Een broer speelt viool, en een piano. Mijn vader zong vanuit zijn katholieke achtergrond Gregoriaans. Ik begon met pianospelen toen ik 10 jaar was. Toen ik 12 jaar was, stierf één van mijn broers, hij moest nog 14 worden. Dit had natuurlijk een enorme impact op mijzelf en het gezin, maar het heeft mij wel extra gestuurd in het muziekmaken. Het werd voor mij een schuilplek, een veilige plek, een eigen fantasiewereld, een eigen universum.

Kon je daarin een plek vinden voor je verdriet?
Als kind volg je instincten, je verwerkt dingen met wat voorhanden is. Achteraf kan ik het duiden als een schuilplaats, maar als jongen van 12 kon ik dat natuurlijk niet, dan doe je gewoon je ding. Het is wel een heftige tijd geweest zo vlak voor de middelbare school. Het is ook karaktervormend geweest denk ik, en heeft invloed gehad op de relaties die ik aanging. Ik weet natuurlijk niet hoe het geweest zou zijn als dit niet gebeurd was. Ik kan hooguit achteraf invullen wat, maar het doet natuurlijk iets met je leven, je karakter en het beeld wat je van de wereld hebt. Op de cd Red Sun, die in 2001 is uitgebracht, staat een nummer wat daarover gaat, 'So Long, Brother'.

Wat is bepalend geweest voor jouw muzikale ontwikkeling?
Willem Kühne, mijn muziekleraar, liet mij meteen improviseren. Dus dat is van het begin af mijn relatie met pianospelen geweest: alles zelf maken. Ik was10 jaar. Hij was een filosoof en ik nam ook zijn levensvisie mee. Daardoor klink ik ook anders dan de gemiddelde jazzpianist. Hij was mijn muzikale vader en die tijd vormde het belangrijkste fundament van mijn muzikale wereld. Ik heb 8 jaar klassiek en improvisatie gedaan. Op mijn 18e ging ik naar het conservatorium met als hoofdvak klassiek. Dat was te hard schakelen na de vrijheid die ik gewend was dus er ging van alles mis. En ik was toen ook al aan het spelen in het jazzcircuit. Bert van den Brink heeft er ook nog een steentje aan bijgedragen en dat is ook best een vrije vogel, maar die kon constructies heel goed duiden, terwijl ik vooral bezig was op mijn intuïtie. Hij heeft het constructief denken bij mij aangewakkerd. Dat is achteraf een goeie combi geweest, een hele concrete leerschool.

Ben je tevreden over jouw carrière tot nu toe?
Dat is maar net hoe je het bekijkt. De muzikale wereld staat behoorlijk op zijn kop, want er zijn veel belangrijke podia, organisaties en fondsen weggevallen. Het is echt survivelen voor iedereen. Behalve dan voor de happy few, de eredivisie met mensen als Eric Vloeimans en Benjamin Herman. Die zullen net zo hard door kunnen gaan, omdat ze in die toplaag zitten. Zij kunnen voldoen aan wat gewenst wordt, en waar geld voor is. Ik sluit daar natuurlijk wel een beetje bij aan, want ik ben heel blij met de vruchtbare samenwerking met Eric. Maar onder die toplaag vindt alleen maar kaalslag plaats. Je komt nauwelijks nog aan concerten, de programmering wordt steeds dunner overal.

Waarom horen zij bij de eredivisie en jij niet?
Ik ben in zekere zin een muzikant 'tussen de coulissen' en heb een aantal projecten in eigen beheer opgezet, maar het leeuwendeel fungeer ik als sideman, medespeler van goede artiesten. En daar is niets mis mee, het levert wel degelijk een bepaalde bijdrage, maar mijn werk onder eigen vlag is ongeveer 10 procent van het geheel. Wat niet wil zeggen dat ik in die andere 90 procent niets doe, want ik breng wel degelijk mijn eigen visie en kleur mee in alles waar ik aan meewerk. Maar ja, dat is wel de constructie.

Hoe zou je in die toplaag kunnen komen?
Dat gaat over de drive om dat te willen en een over een hele lange adem hebben. Kijk, mensen als Vloeimans zijn niet alleen maar zover gekomen omdat ze zo goed zijn. Zij zijn al 20 jaar onophoudelijk bezig om dat voor elkaar te boksen.

De X-factor.
Hoort er zeker bij. Het is een combinatie van inhoudelijke kwaliteit, X-factor, en heel lang op alle deuren blijven kloppen, tot ze voor je opengaan en open blijven. Eric (Vloeimans) heeft gewoon de passie om die carrière met verve en energie neer te zetten, daar kan niemand omheen. Hij is gewoon een ster en houdt ervan om vooraan in de spotlights te staan. Dat hoort helemaal bij zijn karakter. En zo ben ik helemaal niet.

Hoe ben jij dan?
Ik ben stiller en vind het prima als ik mooie muziek kan maken en daarom gewaardeerd word, dan ben ik hartstikke blij, maar ik hoef niet per se in de spotlights te staan. Ik geef er geen waardeoordeel aan, maar het is niet zo mijn natuur. Het is wel lastig als je een muzikale carrière aan het maken bent. Het is tegenstrijdig en het voelt ook alsof ik in soort spagaat zit. Ik heb inhoudelijk wel wat te melden, maar hoef niet zo nodig in de spotlights - hoe ga je dat nou doen?

Het gaat dus over willen?
Ja, dat denk ik wel. Ik ben blij dat ik in kleine kring gewaardeerd word en dat mensen mij zien. Ik heb blijkbaar een goede reputatie, daar ben ik wel eens verbaasd over, maar misschien is dat gewoon de rol die ik heb. Ik heb een aantal zeer succesvolle jaren gehad, maar ik voel dat er veel gaat veranderen, ik weet alleen nog niet precies hoe. In ieder geval denk ik dat ik de diepte in moet met mijn muziek. Ik blijf ook zeker projecten maken, een nieuw trio, maar ook solo, en dan gaat het grotendeels over improvisatie.

Ben je niet te bescheiden?
Misschien. Ik heb ook wel het gevoel dat ik op een soort kruispunt ben beland. Moet ik nu doorpakken in mijn carrière of niet? Dat zou voor mij alleen kunnen als dat op een integere, authentieke basis gebeurt, en dat is nu niet het geval. Ik weet niet waar ik dan uitkom. Het enige wat ik kan verzinnen, is om dingen te maken die ik moet maken. Daarom ook dat trio en het soloproject. Commercieel gezien is dat waarschijnlijk helemaal geen goed idee, maar het is het enige wat ik nu kan doen. Ik wil terug naar de eenvoud, het echte pianospelen. Ik wil gewoon inhoud. Als dat in de wereld weinig respons krijgt, dan is dat heel jammer, maar ik kan niet anders. Het zou heel onnatuurlijk voor mij aanvoelen om, om commerciële redenen andere keuzes te maken. Ik wil trouw blijven aan mezelf.

Carrière maken gaat dus niet alleen over kwaliteit?
Dat is een psychologisch verhaal. Het gaat niet over hoe het mechanisme van de wereld werkt, of hoe andere mensen werken. Het gaat om mijn psychologie. De persoon die ik ben matcht gewoon niet bij een hele spetterende, X-factor-carrière. Ik zou niet goed functioneren. Een paar jaar geleden kreeg ik een opdracht van North Sea en daar was ik heel gestrest over. Dan kom ik in een onzekere fase en vraag me af of ik het wel wil en kan. Uiteindelijk heb ik het toch gedaan en het is een heel mooi project geworden, Sikeda genaamd. Toen kwam ik tot de ontdekking dat je alles overboord kunt zetten en toch een goed project kunt neerzetten. Ik kreeg er van alle kanten lof over.

Het kan dus wel?
Ja, maar de druk is soms te hoog en door de zenuwen zit ik er ook wel eens flink naast. Een circuit wat zo onder druk staat, is niet zo heel erg aantrekkelijk, terwijl er met mijn eigen muziek wel van alles mogelijk is. Andere kant van het verhaal is dat ik toch steeds in hele leuke dingen terechtkom, zoals laatst met Zapp4 en Niti-Ranjan Biswas, een Indiase tablaspeler. Hij is echt een grootheid, het hoofd van de afdeling Indiase wereldmuziek in Rotterdam. Dat was helemaal te gek. Met hen ga ik in het najaar een project doen rondom Carnaval des Animeaux.

Wat heb je nodig om door te breken?
Een management. Maar het draait toch om die zogenaamde X-factor, dus ik moet niet bij iemand terecht, maar bij mezelf. Daarom durf ik ook terug naar de inhoud; als die goed is zal blijken of er management op moet. Tot nu toe heb ik het goed en ben ik heel tevreden met de dingen die ik doe. Lesgeven doe ik ook nog steeds. Het is mentaal heel zwaar, maar het is een eervolle job die ook een stuk zekerheid biedt.

Toch hoor je vaak dat Vloeimans' Gatecrash, Gatecrash niet is zonder Van Vliet.
Het is een carrière op zich om die rol goed te vervullen, het is een eervolle rol en een rol die me heel erg past. Ik ben er ook wel alert op dat het gezien wordt en dat mijn aandeel niet for granted wordt genomen. In een kwartet heb je als pianist veel ruimte, ik ben de rechterhand en de aanvoerder van de ritmesectie. Dat is een grote rol en daarin floreer ik ook. Het maakt mij niet uit of ik in de geschiedenisboeken terechtkom, maar wel dat ik echt floreer. Vanuit mijn authenticiteit doen waar ik goed in ben, en daarmee een comfortabel leven leiden, dat is mijn doel en daar streef ik naar in mijn leven.

Ben je een leider of ben jij de eeuwige leerling?
Ik ben geen leerling, want je kunt ook leiden in een dienstbare rol. Bij Gatecrash is het mooi in balans. Ik ben wel degelijk een voortrekker, ook naar Eric toe. Ik voeg wel degelijk iets toe en daar zijn we ook heel helder over. Dat is ook zo bij Simin (Tander). Dat heeft moeten groeien, maar daar is inmiddels ook alles op zijn plek gevallen. Zang en piano is toch een bepaalde liefdesband en als pianist ben je de kleurmaker van het trio erachter. Die constructie past me heel goed.

Wat zou je heel graag nog willen doen in de muziek?
Dat met die tablaspeler was zó speciaal. Ik speelde een stuk met hem dat ik heel goed kende, maar wat hij ermee deed was drie kwaliteiten verder dan waar ik ben. Dan is het net of je in een land terechtkomt waarin jij blind bent en waar iemand anders in kan zien. Ik voelde dat er aan me getrokken werd, zo subtiel, dat het bijna eng was om mee te maken. Dat gaat over ambachtelijke diepgang en dat heeft wel iets in me wakker gemaakt. De Indiase muzikale traditie is waanzinnig rijk en ook de zelfverzekerdheid van de muzikanten is ronduit indrukwekkend. Het zijn haast verlichte muzikanten en dat heeft enorme indruk op me gemaakt.

Je hoort steeds meer wereldse invloeden in de jazz, hoe komt dat?
Wereldmusici en ook jazzmusici varen heel erg op hun innerlijk kompas, dus dat gaat goed samen. Klassiek en jazz is moeilijker, want dat zijn totaal verschillende muzikale culturen. In wereldmuziek is ook een improvisatiecultuur, net als in de jazz; jazzmuziek is eigenlijk wereldmuziek. Je zou ook kunnen zeggen: jazz is een hele grote verzameling van veel soorten muziek met een gemene deler. Een belangrijk gegeven daarin is improvisatie, maar ook het cultiveren van een eigen idioom, en ritmiek. Binnen de jazzmuziek is er een structuur, zijn er thema's en lijnen, maar in de uitvoering is nog steeds veel ruimte om te variëren, en dat is een belangrijk kenmerk van jazz. Jazzmuziek is zich de afgelopen 50 jaar steeds breder gaan ontwikkelen richting klassiek, pop, wereldmuziek, zelfs country. Er zijn steeds meer idiomen toegelaten en mensen componeerden hun eigen stukken dus er ontwikkelden zich steeds meer stijlen. De traditionele Amerikaanse jazzmuziek, oorspronkelijk Afrikaans, is nu nog maar één van de bronnen.

Wordt de muziek daardoor niet te ingewikkeld, kun je het publiek dan nog bereiken?
In het algemeen kun je wel stellen dat muzikanten egocentrisch zijn, ja. Je doet het niet alleen voor het publiek. In beginsel moet het egocentrisch zijn, anders kan het niet bestaan, daarna ga je kijken hoe het bij het publiek binnenkomt. Bijvoorbeeld bij Gatecrash is de synergie met het publiek heel belangrijk, daardoor is het ook zo succesvol. De stukken zijn redelijk eenvoudig en overzichtelijk, en als je daarmee het publiek bereikt, heb je geluk. Maar er zijn ook muzikanten die hele moderne dingen maken, omdat het echt in hun hart zit, maar daar totaal geen mensen mee bereiken, en... ik ben het daarmee eens. Het zou onzin zijn om te zeggen dat je dan maar andere dingen moet maken, want je bent kunstenaar, dus je moet iets authentieks doen. Als je iets doet wat echt is voor jou, komt het wel over. Als je gaat faken, val je toch door de mand. Mensen voelen of je eerlijk bent of niet.

Vind jij het belangrijk dat mensen geraakt worden door muziek?
Mijn relatie met muziek gaat juist heel erg over geraakt zijn. Als ik iets belangrijk vind, is het wel dat muziek emotionele kracht heeft, en dan is dat hopelijk ook de connectie met het publiek. Maar het is de vraag of dat lukt. Als dat niet het geval is, kan ik niet zomaar iets anders gaan doen. Dan moet ik misschien nog krachtiger zijn. Ik merk natuurlijk snel genoeg welke muziek te ver van de mensen af staat of buiten hun boekje gaat. Ik kan dan, binnen mijn mogelijkheden en authenticiteit, voortborduren op dat pakket. De muzikanten die niet over dat pakket beschikken krijgen helaas niet de waardering die ze verdienen.

Waarmee kun jij de mensen raken?
Oké, als ik het dan zelf moet zeggen, denk ik: met lyriek. Voor mij is muziek een emotionele taal, en daar heb je het mee te doen. Ik weet dat het mijn kracht is, dus daar zoek ik het gewoon. Melodie alleen is voor mij te smal, ik zou daar klank aan willen toevoegen. Dat is een emotioneel ding en heeft iets magisch. En ik ben gewoon verliefd op die piano, dat is mijn geluid. Er zijn soms textuurachtige dingen die bewegen en een lading hebben, eigenlijk melodieloos, zoals bijvoorbeeld losse noten of dingen die druppelen, en daar zoek ik vaak naar. De Rhodes is geweldig, maar gewoon heel leuk speelgoed, en daarin kun je veel minder dynamiek leggen. Ik kan alleen iets met muziek als ik er emotioneel iets mee heb, als het karakter heeft of een atmosfeer. Dan kan ik daar inkruipen en het uitdrukken. Terwijl ik soms merk aan andere muzikanten dat ze die ervaring helemaal niet hebben, en helemaal geen emotionele connectie maken. Het gaat dan meer over techniek en esthetica of mooie lijnen vinden. En daar is ook niets mis mee, het is gewoon een verschil in benadering en beleving. Het was voor mij wel een openbaring toen ik daar achter kwam.

Kun je met iedereen samenspelen?
Nee. Soms matcht de fysieke ritmiek niet en die kan behoorlijk persoonlijk gekleurd zijn. Ik maak het niet vaak meer mee, maar soms voel ik het gewoon niet. Daarnaast kan het soms zijn dat je elkaars 'taal' niet begrijpt. Ook de combinatie piano en gitaar blijft een lastige, alhoewel het in sommige gevallen ook gewoon een feestje is. Over het algemeen is het zo, dat de mensen waarmee ik samenspeel ook persoonlijk bij mij passen.

Hoe kijk jij naar de wereld van nu?
Ik ben bang dat wij mensen nogal ondergedompeld zijn in onwetendheid. We laten ons leiden door onze instincten en richten daardoor flink wat schade aan. Het is natuurlijk heel pijnlijk, oorlogen, honger, onrecht en armoede. Op een rare manier ben ik daar wel gelaten over. Dat valt niet te handlen, dat kan niemand handlen. Ik vind het in Nederland soms te benauwd, te bekrompen. Ik ben natuurlijk regelmatig in het buitenland en gemiddeld genomen zijn mensen daar veel hoffelijker. Daar is veel meer basisrespect aanwezig. Ik vind de sfeer in Nederland lomp en hufterig geworden. Het lijkt wel of de wereld in de fik staat. Al die crises, het is een heftige tijd. Misschien komt daar de onrust bij de mensen vandaan, of de lompigheid. Veel zekerheden vallen weg en de mensen zijn bang.

Noem eens een positieve en negatieve eigenschap van jezelf?
Ik kan goed aanvoelen hoe het met iemand is, wat hij nodig of niet nodig heeft. Ik kan mensen heel goed lezen en daar naar handelen. Ik zal niet makkelijk iemand voor zijn kop stoten. Maar ik ben soms te snel mensen aan het pleasen, en dat is voor niemand goed.

Wat is de ultieme bevrediging?
Dat er tijdens een concert met mensen samen muziek hoorbaar is die iets essentieels aanraakt, iets dat er voelbaar, echt is. Dat er geen gedachten meer over zijn en dat het is wat het is. Dat het in zijn volle glorie voelbaar is voor de muzikanten en het publiek, én dat de mensen zich daarvan bewust zijn. Een soort magisch moment. Dat gebeurt niet zo heel vaak, maar dat is het ultieme wat kan gebeuren.