Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

Steeds dichter bij de kern

Gitarist Marzio Scholten bracht sinds zijn afstuderen in 2006 vijf goed ontvangen albums uit. Al snel wisselde zijn status van veelbelovend in toonzettend. Dat dankt hij aan zijn spel als gitarist, maar zeker ook aan zijn geraffineerde composities. Spelend met spanningsbogen weet hij boeiende structuren vorm te geven. Qua klank en genre mengt hij jazz met indierock.

door Kees Schreuders, juni 2015 / foto's: Ron Beenen

Initieel speelde Scholten lyrischer, veelal in reflectieve stukken. Dat is met de laatste twee albums onder de naam Identikit opgeschoven naar een veel puntiger en expressievere aanpak. Met de huidige geestdriftige bezetting van Identikit heeft hij de samenstelling gevonden om zijn composities te vertolken zoals hem die voor ogen staan.

'Motherland'. 'World Of Thought'. 'Voids, Echoes And Whispers'. 'Garage Moi'. 'Here Comes A Riot'. Als je de titels van je albums zo chronologisch achter elkaar legt, dan is daar een verhaal in te lezen. Het begint ergens bij een schoorvoetend verlaten van het muzikale moedernest en na een periode van mijmeringen en reflecties lijk je nu aangekomen in een fase waarin je met de vuist op tafel wil slaan.

"Ik heb nooit bewust nagedacht over de opeenvolging van albumtitels. Per album bedenk ik vrij intuïtief een titel die passend lijkt. Maar met 'Here Comes A Riot' wil ik (indie)rock met moderne jazz vermengen en dat wil ik onderstrepen doordat niet alleen te zeggen, maar nadrukkelijk ook te doen. Het bandgeluid, zowel live als in de studio, is daarbij essentieel en daar ben ik heel bewust mee bezig geweest. De vorige plaat 'Garage Moi' had al die bestuiving tussen rock en jazz die ik zocht, maar qua sound was het er nog niet. Nu met Niek de Bruijn op drums is dat gelukt. Een rauwe en stevige sound, die ook live goed voelt en past bij de muziek."

"We hadden dit album in het Bimhuis kunnen presenteren, maar Paradiso als locatie voor de presentatie was een prachtkans. Het paste precies bij het statement dat ik met dit album en deze band wilde maken. Het was daarom een bijzondere avond voor ons en super tof om juist daar 'Here Comes A Riot' te presenteren. Dat is het leuke aan Identikit: het spreekt zowel het pop- als het jazzpubliek aan. Ik wil daarom ook met deze band in allerlei zalen optreden. Weg met het hokjes-denken...!"

Waar sta je nu als muzikant en componist?

"Ik voel mezelf steeds zekerder. Ik speel bijvoorbeeld vanaf mijn zestiende al op solid-body Telecasters, maar in mijn tijd op het conservatorium, waar ik jazz studeerde, ben ik overgestapt op hollow-bodies, omdat ik dacht dat dat 'hoorde' en daar ben ik toen een beetje in blijven hangen. Thuis bespeelde ik dagelijks mijn Tele's, maar op het podium nauwelijks. Op een gegeven moment besefte ik dat ze eigenlijk veel lekkerder spelen en klinken. Ik vind ook wat in andere muziekstijlen met de gitaarklank gedaan wordt veel interessanter."

"Nu ik definitief gezwicht ben voor de Telecaster, ben ik ook meer muzikaal mezelf geworden en beter gaan spelen. Ik weet dat ik goed kan schrijven en weet hoe stukken op het podium zullen werken. Maar er blijft altijd veel te leren. Ik luister daarom veel naar diverse muziek en haal daar inspiratie en ideeën uit. Afgelopen periode lag het zwaartepunt op het componeren, nu ervaar ik meer balans met het uitvoerend muzikant-zijn."

Het album is op vrij bijzondere wijze tot stand gekomen. Kun je vertellen hoe dat in z'n werk ging?

"We wisten al dat we een energieke, rauwe plaat wilde opnemen en hadden daarom maar voor één dag de studio gehuurd. Er stond mij een compact album voor ogen met een gedreven sound, waarin de zelfgekozen tijdsbeperking zijn uitwerking zou hebben. De stukken waren geschreven en gerepeteerd. We hadden de soundcheck erop zitten en wilden de eerste helft van de middag gaan opnemen, toen ik de ingeving kreeg om de stukken in volgorde, in één keer door, als in een live-set op te nemen. Iedereen was daar meteen voor in. We hebben de set twee keer gespeeld en de tweede sessie is integraal het album geworden. Het was een intensief en inspirerend proces voor ons allemaal, en het heeft het urgente album opgeleverd dat me voor ogen stond."

Opnametechnicus was Philip J. Harvey, die onder andere voor Medeski, Martin & Wood en The White Stripes werkte.

"Ik was op zoek naar een studio en technicus die ervaring en affiniteit had met zowel jazz als rock. Ik kwam bij Amsterdam Recording Company terecht, waar Philip hoofd-engineer is. We ontmoetten elkaar en spraken over zijn ervaringen met diverse artiesten en ik maakte duidelijk wat voor een album mij voor ogen stond. Hij pikte dat haarfijn op en het klikte tussen ons. Daarnaast is de inbreng van Wiboud Burkens zeker zo belangrijk geweest. Hij was als muzikaal partner en co-producer al nauw betrokken bij mijn vorige album. Hij voelt exact aan wat ik muzikaal wil zeggen en weet dat te vertalen in de pre- en postproductie. Het is fijn om met mensen te werken die het maken van een plaat snappen en het naar een hoger plan weten te brengen."

Hoe werkt bij jou het creatieve proces? Kom je met klant-en-klare nummers of met schetsen naar de repetities?

"Als ik een compositie meeneem naar een repetitie dan heb ik er uitvoerig over nagedacht en is het 'af'. Ik sta dan nog wel open voor voorstellen en aanpassingen die door de bandleden worden aangedragen. Ik ben wel degene die uiteindelijk de knoop doorhakt, maar eigenlijk is dat nauwelijks meer nodig. De musici met wie ik werk zijn stuk voor stuk zeer getalenteerd en waanzinnig muzikaal. Ik hoef ze dus niet te vertellen wat ze moeten doen en ze weten uitstekend hoe ze, wat er op papier staat, willen invullen. Voor mij is het zeer inspirerend om met zulke musici te spelen. Het zet me op scherp en het stimuleert me te blijven studeren en me te blijven ontwikkelen."

Is Identikit nu een band of een project?

"Moeilijk. Ik zie het als een band. Helaas wordt er in de jazzscene over het algemeen in bands op projectbasis met elkaar samengewerkt. Natuurlijk had ik het liefst een bandje gehad met vrienden waar je mee bent opgegroeid, maar het is niet anders. Overigens kunnen we als band het goed met elkaar vinden en hebben we de grootste lol met elkaar. Dat is ik ook belangrijk, want anders kun je niet lekker samenspelen. We zijn allemaal persoonlijkheden, maar hebben allemaal wel iets met elkaar. We zijn vaak zo druk met ouwehoeren over van alles en nog wat, dat we vlak voordat we het podium opgaan nog even de setlist bepalen. Wel aardig om te melden is dat mijn twee beste vrienden de jongens zijn met wie ik mijn eerste bandje had, toen ik dertien, veertien was. Ik ken ze dus al twintig jaar en zij zitten ook nog steeds in de muziek. We hebben dagelijks contact, maar we spelen nooit meer samen... hoe vind je die?"

Dat klinkt als een toekomstig project?

"Nou, zoiets zit wel in ons achterhoofd. Het zou wel eens een studioproject kunnen worden. Concreter dan dat is het niet, maar er wordt de laatste tijd wel veel over gepraat. De tijd zal het leren."

Waarom koos je eigenlijk voor jazz?

"Tussen mijn dertiende en zeventiende jaar was ik, naast pop en rock, voornamelijk met blues bezig. Dat inspireerde mij het meest. Stevie Ray Vaughan was één van mijn grote voorbeelden. Ik raakte er echter snel op uitgekeken. Mijn docent op de lokale muziekschool merkte dit en zorgde voor meer improvisatorische en harmonische uitdaging door me richting fusion en uiteindelijk jazz te wijzen. De echte liefde voor jazz ontvlamde pas echt op het conservatorium, waar alles jazz ademde. Nog steeds vind ik het improviseren over jazzharmonieën een fijne uitdaging."

Pop en rock vertellen vaak door middel van tekst en muziek een verhaal. Met instrumentale muziek is dat wat abstracter. Wat wil je eigenlijk met jouw muziek vertellen?

"Ehm... lastige vraag... Een singer-songwriter diept een gevoel of onderwerp uit en schrijft daar een nummer over. Bij mij werkt dat zelden zo. Meestal ontstaat de emotie tijdens het maken van de muziek. Titels zijn voor mij wel erg belangrijk. Niet eens de letterlijke betekenis maar of de woorden passen bij de muziek. Zelfs de letters en hoe die er op papier uitzien. Soms geef ik stukken door middel van een titel een emotionele lading die je herkent in de muziek, zoals 'Here Comes A Riot' of 'The Day We Lost It All'. Soms zijn titels verwijzingen naar inspiratiebronnen, zoals 'Wilco' (naar de band) of op mijn vorige album 'Heisenberg' (een karakter uit de serie 'Breaking Bad'). De emotionele toonzetting van 'Here Comes A Riot' is sowieso donkerder dan mijn vorige albums. De stukken die ik componeerde hadden dat. Zo zit er een zekere 'eenzaamheid' in stukken als 'The Day We Lost It All' en 'We Stand Alone'."

Wat is verhaal achter de astronauten op de hoes van 'Here Comes A Riot'?

"Dat is een apart verhaal. In de periode waarin ik veel nadacht over het nieuwe album, werd ik op een ochtend wakker en wist ik dat het album 'Here Comes A Riot' moest gaan heten en dat de hoes donkerblauw moest zijn, met vuur en astronauten. Ik heb dat gelijk doorgegeven aan mijn ontwerpster. Dit was de eerste keer dat ik een titel had, terwijl er nog geen noot op papier stond. Klinkt misschien wat zweverig, maar zo is het wel gegaan."

Laatst heb je in triobezetting opgetreden. Is dat een nieuwe ontwikkeling?

"Ik denk altijd vooruit en heb al veel projecten in mijn hoofd. Eén daarvan is gitaargericht met onder andere blues en americana. Ik heb nu een trio waarmee ik dingen kan uitproberen, die wellicht tot een volgend project gaan leiden. We treden 'low profile' op en spelen Identikit-stukken, wat speciaal voor dit trio gemaakt materiaal en folk-traditionals. Maar dit project staat nog in de steigers en het kan nog alle kanten uit."

Als we een soort contour willen tekenen van inspiratiebronnen, welke composities, muzikanten, componisten, persoonlijkheden en albums zouden dan de piketpaaltjes vormen?

"... Even uit mijn hoofd: Radiohead, Pearl Jam, Bill Frisell, Nels Cline, Wilco, het album 'Community Immunity' van Curtis MacDonald, Kneebody, het album 'Heartcore' van Kurt Rosenwinkel, Real Estate en nog veel meer. Verder lees ik graag boeken van schrijvers zoals Jonathan S. Foer, Dave Eggers en Haruki Murakami."

Met welke helden zou je graag nog eens willen samenspelen?

"Op mijn tweede album 'World Of Thought' was trompettist Ambrose Akinmusire gastsolist op twee tracks. Dit was net voor hij bij Blue Note tekende en hij, terecht, de aanstormende held van de moderne jazz werd. Zijn twee albums voor Blue Note zijn mijns inziens meesterwerken. Ik zou graag nog eens met Ambrose willen spelen, zijn spel en opvatting vind ik enorm inspirerend. Tja, en als ik dan toch mag dromen zou ik graag nog eens met Brian Blade willen werken. Maar samenspelen met mijn grootste held Bill Frisell, zou toch wel het ultieme zijn."

Hoe zie je je toekomst?

"Ik wil me blijvend verder ontwikkelen als gitarist-componist. En dat ik een aantal van de projecten die nu nog in mijn hoofd zitten kan realiseren, hetzij op het podium of in de studio. Als gitarist wil ik nog dichter bij de kern komen van wie ik ben en wat ik wil zeggen. Die weg daarnaartoe kent geen eindpunt, maar ik hoop dat ik plezier blijf houden in het verkennen en vinden van die weg."

En de toekomst voor Identikit?

"Er zit nog veel rek in Identikit. Ik denk dat we nog maar het puntje van de ijsberg hebben laten zien. Als ik merk hoe we bij elk concert steeds weer losser en overtuigender met het materiaal omgaan... Dat wil ik zich verder laten ontwikkelen. Ook eventueel door het toevoegen van instrumenten of gastmusici. Dus veel optreden en ongetwijfeld een volgend album. Ik hoop dat Identikit zo een op zichzelf staand project blijft."

Tijdens het optreden van Identikit op 29 mei in de Cloud Nine Club in Utrecht blijkt inderdaad dat met de energie en branie van drummer Niek de Bruijn de bandsound nog meer richting rock kantelt. Aan alles is te merken dat deze club muzikanten graag samen het podium betreedt. De saxen van Lars Dietrich en Jasper Blom in combinatie met Marzio's gitaar zorgen voor de subtiele meerstemmige harmonieën. De unisono partijen zwepen het geheel vaak op, totdat er met sologitaar meditatieve melodieën worden ingelast. De thema's worden vaak door pakkende slaggitaarriffs ingezet en door de ritmesectie met Sean Fasciani op bas ingevuld tot puntig rockende nummers. Het resulteert in een band die kernachtig en doeltreffend met een eigen idioom het speelveld weet te bespelen. Verrassend zijn de intermezzo's tussen de nummers, die door Marzio solo worden ingevuld met avontuurlijke klankschappen. Dat smaakt naar meer. Net als deze combinatie van een hechte band, spannende compacte composities en eigen aanpak. Er wordt afgesloten met het hymne-achtige 'We Stand Alone'. Het lijkt een statement.